Peuters zijn van nature nieuwsgierig en gedreven om te ontdekken. Toch worden zij dagelijks geconfronteerd met verzoeken van hun ouders die botsen met hun eigen plannen of verlangens, zoals het opruimen van speelgoed of tandenpoetsen. Ouders spelen een belangrijke rol in het aanleren van sociaal wenselijk gedrag bij hun kind. Dit proces, dat internalisatie wordt genoemd, houdt in dat kinderen regels en normen niet alleen opvolgen omdat het moet, maar omdat ze deze zelf begrijpen en willen naleven.
Volgens de zelfdeterminatietheorie is het ondersteunen van autonomie essentieel voor een gezonde ontwikkeling. Autonomie-ondersteunend opvoeden houdt in dat ouders de gevoelens en het perspectief van hun kind erkennen, keuzes bieden en uitleg geven bij regels. Deze aanpak is positief voor de zelfregulatie, motivatie en het welzijn van kinderen, zelfs al vanaf de peuterleeftijd.
Er is nog weinig onderzoek gedaan naar hoe ouders in uitdagende situaties – wanneer peuters iets moeten doen wat ze liever niet willen – autonomie-ondersteunend handelen. In deze studie werd daarom onderzocht welke opvoedstrategieën ouders gebruiken wanneer ze waarde hechten aan autonomie, specifiek in lastige opvoedsituaties. Daarbij werd gekeken welke gedragingen samenhangen met autonomie-ondersteuning, hoe deze zich verhouden tot ouderlijke overtuigingen over opvoeding, en hoe ze gerelateerd zijn aan peuters’ interne motivatie om regels na te leven.
Aan dit onderzoek namen ouders van peuters tussen 18 en 36 maanden (N = 182, waarvan 145 moeders) deel. De meeste deelnemers werden geworven via kinderopvangcentra in Canada, aangevuld met werving via ouderverenigingen en blogs. Ouders vulden een 10 item vragenlijsten in over attitudes ten opzichte van autonomie-ondersteunende opvoedstrategieën (Parent Attitude Scale). Tot slot een 20-item vragenlijst over de mate waarin de regels door hun kind worden geïnternaliseerd (My Child Questionnaire). Voor de autonomie-ondersteunende opvoeding werden 26 handelwijzen uitgevraagd die ouders inzetten in alledaagse situaties waarin peuters gevraagd worden iets te doen wat ze meestal niet leuk vinden. Ouders gaven aan hoe vaak zij elk gedrag toepassen op een 6-puntsschaal.
Uit de analyse van de vragenlijsten kwamen 8 veel gebruikte en effectieve autonomie-ondersteunende opvoedstrategieën naar voren:
- Leg uit waarom het belangrijk is (bijv. "Laarzen aan omdat het koud is")
- Als je peuter vraagt waarom, leg het nogmaals uit
- Luister naar protesten en bezwaren van je peuter
- Beschrijf het probleem (bijv. "Moeilijk lopen met speelgoed op vloer")
- Houd rekening met wensen peuter (bijv. "Speelgoed mee naar bad")
- Toon begrip dat je peuter geïrriteerd is door je verzoek
- Erken gevoelens met geluidjes ("Hmm") of benoem het gevoel
- Laat zien wat je wilt door het zelf ook te doen
Volgens de resultaten van het onderzoek lijken het overbrengen van empathie, het geven van persoonlijk betekenisvolle (en leeftijdsadequate) rationalisaties en het gebruik van beschrijvende taal relevant bij het socialiseren van peuters. Daarnaast bleken deze opvoedstrategieën positief samen te hangen met hoe goed peuters regels internaliseren – dus hoe goed ze zich uit zichzelf aan regels houden, zonder dat ouders steeds moeten ingrijpen.