WETENSCHAPPELIJKE BRON
Onderwerp: Autonomie kind | Publicatiedatum: 2020

Kern

De autonomie ondersteunen bij peuters (Autonomy Support, AS) betreft het bieden van keuzes, het eigen initiatief aanmoedigen, de gevoelens en het perspectief van het kind erkennen en het zorgen voor uitleg bij verzoeken aan het kind. AS is met name belangrijk voor peuters omdat zij in deze ontwikkelingsfase voor zichzelf opkomen, zelf keuzes willen maken en hun eigen wil sterker wordt. Uit interviews met professionals komen 18 praktijkvormen, in gedrag en in communicatie naar voren, die de autonomie van peuters ondersteunen. Deze zijn onderverdeeld in 5 hoofddomeinen: de peuter kennen; sensitief en responsief reageren; partners zijn; het kind begeleiden; en zorgen voor duidelijke regels en feedback. AS vindt plaats in drie verhoudingen tot het kind, de kindgerichte houding om het kind te leren kennen, de wederkerige rol waarin er wordt samengewerkt, en de actieve leer-rol waar respectvol het gedrag wordt gestructureerd.

Professionals in de kinderopvang moeten manieren vinden om jonge kinderen te ondersteunen in zowel het leren van regels als ook in hun explorerend gedrag en nieuwsgierigheid. De autonomie ondersteunen (Autonomy Support, AS) is een benadering die kan helpen om de optimale ontwikkeling en het welbevinden van peuters te bevorderen. Dit onderzoek was gericht op hoe professionals in de kinderdagopvang in de dagelijkse praktijk peuters ondersteunen in hun autonomie.

De behoefte aan autonomie (dat wil zeggen zelfbeschikking) duidt op de noodzaak om wilskracht, keuzemogelijkheden en persoonlijke bevrediging te ervaren in het eigen handelen. AS wordt daarmee algemeen gedefinieerd als de actieve ondersteuning van de vaardigheden van een kind om zelfinitiatiefrijk en autonoom te zijn. Het ondersteunen van de universele behoefte aan autonomie lijkt bijzonder belangrijk tijdens de peuterjaren. In deze ontwikkelingsperiode staat de autonomie centraal, aangezien peuters zich beginnen te laten gelden, keuzes willen maken en hun persoonlijke verlangens en drijfveren steeds meer wilskrachtig nastreven. Opvoeders moeten deze ontluikende autonomie van kinderen herkennen en erkennen, en een evenwicht vinden tussen controle op en responsiviteit naar het kind. Autonomy Support bij peuters betreft het bieden van keuzes, het aanmoedigen van eigen initiatief, de gevoelens en het perspectief van het kind erkennen en het zorgen voor uitleg bij verzoeken aan het kind.

In dit onderzoek werden kinderdagopvang professionals geïnterviewd en na analyse werden 18 verschillende autonomie-ondersteunende manieren geïdentificeerd, in gedrag en communicatie. De respondenten zijn bevraagd over hoe zij handelen in dagelijkse situaties: vrij spel, georganiseerde activiteiten, opruimtijd, lunch en snacktijd, en ongewenst gedrag. De 18 interventies zijn onderverdeeld in 5 hoofddomeinen: de peuter kennen; sensitief en responsief reageren; partners zijn; het kind begeleiden; en zorgen voor duidelijke regels en feedback.

AS vindt plaats in drie verhoudingen tot het kind, de kindgerichte houding om het kind te leren kennen, de wederkerige rol waarin er wordt samengewerkt, en de actieve leer-rol waar respectvol het gedrag wordt gestructureerd.

De bevindingen van het onderzoek geven aan dat een autonomie-ondersteunende stijl geen tolerantie (dat wil zeggen, gebrek aan structuur) impliceert. Integendeel, het gaat over het implementeren van regels, het bevorderen van passend gedrag, en dit volgen op een manier die respectvol is voor de gevoelens, ideeën en het gevoel van wilskracht van elk kind. Medewerkers in de kinderopvang worden zich hiermee meer bewust vanuit professioneel en persoonlijk perspectief wat het betekent om de autonomie van het kind te ondersteunen.