WETENSCHAPPELIJKE BRON
Onderwerp: Goede start | Publicatiedatum: 2025

Kern

Deze Nederlandse studie volgde 64 baby’s in hun eerste jaar kinderopvang en vergeleek cortisolwaarden in speeksel thuis en in de kinderopvang. De resultaten laten zien dat baby’s in de kinderopvang structureel hogere cortisolwaarden hebben dan thuis, zowel in de ochtend als in de middag. Dit suggereert dat kinderopvang voor jonge kinderen een context kan zijn die energie kost en stress oplevert, ook maanden na de start in de kinderopvang. Daarbij spelen temperament en de sensitiviteit van moeders een rol: baby’s met meer negatieve affectiviteit (temperament) en baby’s van moeders die hoger scoren op sensitiviteit lieten hogere cortisolwaarden zien. De kwaliteit van de opvang, gemeten aan de hand van de sensitiviteit van de pedagogisch professional, hing in dit onderzoek niet samen met cortisolwaarden van het kind. Dit benadrukt dat de overgang van thuis naar opvang complex is en mede bepaald wordt door de interactie tussen kind- en ouderkenmerken. 

In dit longitudinale onderzoek werden 64 baby’s gevolgd vanaf hun start in de kinderopvang (gemiddeld 14 weken oud) tot 9 maanden daarna. Het doel was te onderzoeken of cortisolniveaus, een indicator voor fysiologische stress, verschillen tussen opvang- en thuisdagen. Het tweede doel was te onderzoeken hoe cortisolniveaus in de opvang samenhangen met temperament, kwaliteit van de kinderopvang en kwaliteit van gedrag van de moeder (sensitiviteit en coöperatie).  

Bij alle kinderen bleken zowel de ochtend- als middagwaarden van cortisol in de opvang hoger te zijn dan thuis. De cortisolwaarden daalden geleidelijk naarmate het jaar vorderde, maar bleven structureel hoger in de opvang tot het einde van de onderzoeksperiode. 

De kwaliteit van de kinderopvang, gemeten aan de hand van sensitiviteit en coöperatie van de pedagogisch professional die het meeste contact heeft met het kind, bleek niet gerelateerd aan het cortisolniveau van het kind. Wel bleek de kwaliteit van gedrag van de moeder een voorspeller: baby’s van moeders met hogere scores op sensitiviteit en coöperatie vertoonden hogere ochtendcortisolwaarden in de opvang. Voor baby’s met meer negatieve affectiviteit (temperament) gold bovendien dat hogere sensitiviteit en coöperatie van de moeder samenhing met hogere middagcortisolwaarden.  

Er werden geen effecten gevonden van geslacht, leeftijd bij start opvang, voedingstijd, of opleiding van de moeder. De resultaten laten zien dat baby’s in hun eerste opvangjaar hogere cortisolwaarden vertonen op opvangdagen dan op thuisdagen, en dat verschillen in cortisolwaarden van het kind deels verklaard worden door temperament en kwaliteit van gedrag van de moeder.  

Deze bevindingen benadrukken dat de overgang van thuis naar opvang complex is en mede bepaald wordt door de interactie tussen kind- en ouderkenmerken. Voor praktijk en beleid betekent dit dat aandacht nodig is voor een zorgvuldige wenperiode, samenwerking met ouders, en het herkennen van individuele verschillen in stressgevoeligheid. 

Bron: Albers, E. M., Beijers, R., Riksen-Walraven, J. M., Sweep, F. C. G. J., & de Weerth, C. (2016). Cortisol levels of infants in center care across the first year of life: Links with quality of care and infant temperament. Stress, 19(1), 8–17. https://doi.org/10.3109/10253890.2015.1089230