WETENSCHAPPELIJKE BRON
Onderwerp: Goede start | Publicatiedatum: 2025

Kern

Deze longitudinale Zweedse studie toont aan dat het vertrouwen dat pedagogisch professionals ervaren vanuit ouders tijdens de wenperiode belangrijk is voor het opbouwen van een warme relatie met het kind. Wanneer medewerkers het contact met ouders als positief en steunend ervaren, voelen zij zich beter in staat om een band met het kind te ontwikkelen. Dit vertrouwen wordt versterkt door factoren zoals het vermogen van de professional om zich goed te kunnen verplaatsen in de gevoelens van de ouders (mentaliseren), meer werkervaring, een lage kind-leidsterratio en voldoende oudercontact tijdens de introductie. De studie benadrukt dat de wenperiode niet alleen draait om het kind, maar om de dynamiek tussen kind, ouder en professional. Een systemische benadering van de wenperiode, waarin de relaties tussen alle betrokkenen centraal staan, is belangrijk voor een goede start. Beleidsmakers en kinderopvangorganisaties zouden hier rekening mee moeten houden bij het vormgeven van wenbeleid en beschikbare pedagogische ondersteuning. 

Deze Zweedse studie onderzocht hoe het vertrouwen tussen pedagogisch professional en ouder tijdens de wenperiode samenhangt met de kwaliteit van de relatie tussen professional en kind, twee maanden na de start in de kinderopvang. In een steekproef van 111 Zweedse pedagogisch professionals werd gemeten hoe zij het contact met ouders ervaarden, en hoe dit doorwerkte in hun relatie met het kind. 

De resultaten tonen aan dat professionals die het contact met ouders als steunend en vertrouwd ervaarden, later een warmere en hechtere band met het kind rapporteerden. De onderzoekers benadrukken dat dit wijst op een “relationele toegangspoort”: als de ouder de professional vertrouwt, vergemakkelijkt dat de relatieopbouw met het kind. 

Verschillende factoren droegen bij aan het ontstaan van oudervertrouwen: 

  • Mentale afstemming (mentaliseren): professionals die zich goed konden verplaatsen in de gevoelens en zorgen van ouders, bouwden makkelijker een vertrouwensband op. 
  • Werkervaring: ervaren professionals bleken beter in staat om sensitief te reageren op ouders en kinderen. 
  • Kind-leidsterratio: een lagere ratio gaf professionals meer ruimte om aandacht te geven aan individuele kinderen en ouders. 
  • Directe ouderinteractie: wanneer ouders actief betrokken waren bij de wenactiviteiten, ontstond meer gelegenheid voor contact en vertrouwen. 

De studie laat zien dat de manier waarop de wenperiode wordt georganiseerd invloed heeft op de relatievorming. In sommige Zweedse opvanglocaties nemen ouders actief deel aan de dagelijkse activiteiten tijdens de wenperiode, terwijl andere locaties ouders juist een meer passieve rol geven. Actieve betrokkenheid van ouders bleek gunstig voor het opbouwen van oudervertrouwen, maar ging ook gepaard met een lagere ervaren welzijn bij professionals. Dit wijst op een spanningsveld: intensief oudercontact kan waardevol zijn voor het kind, maar belastend voor het personeel, zeker bij meerdere gelijktijdige introducties. 

De onderzoekers pleiten voor een systemische benadering van de wenperiode, waarin de relaties tussen kind, ouder en professional als onderling verbonden worden beschouwd. Dit vraagt om beleid dat zowel structurele voorwaarden (zoals voldoende personeel en lage kind-leidsterratio’s) als pedagogische vaardigheden (zoals mentaliseren en sensitief reageren) ondersteunt. 

 

Bron: Andersson Søe, M., & Psouni, E. (2025). Parent-teacher trust as a relational pathway to the child: Teachers’ perceptions about child-teacher-parent relationship-building during the child’s transition to preschool. International Journal of Educational Research, 132, 102618. https://doi.org/10.1016/j.ijer.2025.102618

Kernwoorden