WETENSCHAPPELIJKE BRON
Onderwerp: Pedagogische kwaliteit | Publicatiedatum: 2020

Kern

Wat betreft pedagogische kwaliteit maakt Slot op basis van eerdere studies een onderscheid tussen structurele kwaliteit en proceskwaliteit. Proceskwaliteit verdeelt zij onder in emotionele en educatieve aspecten.

In haar proefschrift geeft Slot aan dat in de vroege kindertijd de kwaliteit van de omgeving van essentieel belang is om kinderen een goede start te geven. Volgens haar verwijst kwaliteit in dat verband naar de emotionele ondersteuning van het kind en de veilige sociale relaties die een kind kan aangaan, maar ook naar de cognitieve stimulering en het taalaanbod, en naar de mogelijkheden om zelfregulatie te ontwikkelen.

Slot schrijft dat er vaak een onderscheid wordt gemaakt tussen structurele kwaliteit en proceskwaliteit, waarbij structurele kwaliteit betrekking heeft op ‘distale’ kenmerken zoals groepsgrootte, staf-kind ratio en het opleidingsniveau van de pedagogisch medewerkers.

Deze structurele kenmerken worden ook wel gezien als randvoorwaarden voor de proceskwaliteit, die verwijst naar de dagelijkse ervaringen van kinderen en de fysieke, emotionele, sociale en educatieve aspecten van interacties met pedagogisch medewerkers, andere kinderen en materialen in de groep omvat. Ze omschrijft dit ook wel als zijnde een reflectie van de sociaal-emotionele en educatieve kenmerken van opvoeder-kind- en kind-kind-interacties die positief samenhangen met de ontwikkeling van de zelfregulatie, sociale en beginnende schoolse vaardigheden.

Slot geeft ook aan dat het curriculum, oftewel het (gerealiseerde) aanbod van activiteiten een rol speelt. Dit kan gezien worden als onderdeel van de proceskwaliteit, omdat het betrekking heeft op de aard van de ervaringen van de kinderen met de materialen en activiteiten. Het curriculum verwijst naar de kennisinhouden, aangeboden in activiteiten, die direct van invloed zijn op de kennis en vaardigheden die kinderen kunnen opdoen.

In haar proefschrift is de proceskwaliteit gemeten met de CLASS. Drie domeinen blijken het beste onderscheiden te kunnen worden:

  1. Emotionele ondersteuning: met de indicatoren positieve sfeer, sensitiviteit van de leidster en aandacht voor kindperspectief.
  2. Ondersteuning van gedrag: met de indicatoren negatieve sfeer en begeleiding van gedrag.
  3. Educatieve ondersteuning: met de indicatoren faciliteren van leren en ontwikkeling, kwaliteit van feedback en stimuleren van taalontwikkeling.