Dit artikel onderzoekt de impact van begeleid spel op kinderen tussen 1 en 8 jaar in Early Childhood Education (ECE). Begeleid spel wordt in deze studie beschouwd als een brug tussen vrij spel en directe instructie, waarbij volwassenen de activiteiten van kinderen begeleiden om leren te bevorderen. Begeleid spel werd gedefinieerd als spel waarbij kinderen enige autonomie hebben, maar flexibel begeleid worden door een volwassene met een leerdoel voor ogen.
Begeleid spel wordt volgens de auteurs steeds meer gezien als een effectieve aanpak voor het leren en ontwikkelen van jonge kinderen, omdat begeleiding in spelcontexten de actieve betrokkenheid, sociale interactie en positieve emoties van kinderen stimuleert. Er is echter niet veel systematisch onderzoek gedaan naar de daadwerkelijke invloed van begeleid spel op de ontwikkeling van kinderen.
Review
De auteurs hebben daarom een systematische review uitgevoerd naar de effecten van begeleid spel op ontwikkelingsuitkomsten. Ze gebruikten 22 studies met een opzet van een Randomized Control Trial en 17 quasi-experimentele studies uit verschillende landen. In het merendeel van deze studies werden de effecten van begeleid spelen vergeleken met directe instructie en in enkele studies met de effecten van vrij (onbegeleid) spel. De studies varieerden onderling sterk. Ongeveer de helft van de studies ging om minder dan 50 kinderen, en de meeste kinderen in de studies waren tussen de 3 en 6 jaar oud. De interventies werden meestal uitgevoerd door het onderzoeksteam zelf of door professionals en betroffen verschillende soorten spel, maar voornamelijk doen-alsof spel. De begeleiding van het spel bestond bijvoorbeeld uit open vragen, modelleren, hints of andere vormen van scaffolding.
Op basis van de studies konden meta-analyses worden uitgevoerd naar de effecten op de ontwikkeling van mondelinge taal en geletterdheid, gecijferdheid, zelfregulering/executieve functies en de sociaal-emotionele ontwikkeling.
Resultaten
Vergeleken met directe instructie, bleek begeleid spelen een bescheiden positief effect te hebben op vroege wiskundevaardigheden en vormkennis, maar niet op andere rekenvaardigheden. Voor executief functioneren bleek begeleid spelen een gemiddeld positief effect te hebben op taakwisseling, terwijl geen verschil werd gevonden voor gedragsregulatie of inhibitie. Sociaal-emotionele vaardigheden, zoals prosociaal gedrag en sociale competentie, toonden geen significante verschillen tussen begeleid spelen en directe instructie. Er waren zwakke aanwijzingen dat begeleid spelen vroege geletterdheid en productieve woordenschat van kinderen iets meer bevordert dan directe instructie, al was het bewijs beperkt. Er werden geen verschillen gevonden voor de receptieve woordenschat. Vergeleken met vrij spel, laat begeleid spel een voordeel zien voor de ontwikkeling van rekentaal en ruimtelijke taal.
De auteurs benadrukken dat de studies sterk verschillen in wat ze verstaan onder ‘begeleid spel’. De balans tussen sturing door de volwassene en autonomie van het kind verschilt behoorlijk tussen de verschillende studies. Ook zijn veel van de studies kleinschalig. De resultaten moeten dus met de nodige voorzichtigheid geïnterpreteerd worden.
Concluderend lijken begeleide spelinterventies met name de ontwikkeling van gecijferdheid te ondersteunen, maar het blijft een uitdaging om de optimale vorm van begeleiding te vinden. Wat is de beste verhouding tussen flexibele begeleiding en keuzevrijheid voor het kind om leerprocessen te bevorderen? Kinderopvangmedewerkers geven aan meer ondersteuning te willen in begeleiding van spel. In plaats van exacte richtlijnen daarvoor, lijkt het belangrijker dat professionals leren inspelen op de individuele behoeften van elk kind. Het is daarbij waardevol kinderen te laten leren op manieren die hen persoonlijk aanspreken en aansluiten op hun eigen ervaringen met spelen.