WETENSCHAPPELIJKE BRON
Onderwerp: | Publicatiedatum: 2020

Kern

In dit artikel wordt ingegaan op ervaringen die kinderen uit lage inkomensklassen opdoen in een voorschoolse setting. Op basis van de tijdsbesteding waren twee routineprofielen te onderscheiden: een vrije-keuze patroon waarbij kinderen een groot deel van de dag doorbrengen in zelfgekozen activiteitensettings met weinig professional-gestuurde activiteiten, en een gestructureerd-gebalanceerd patroon waarbij de activiteiten van de kinderen gelijk verdeeld waren over zelfgekozen activiteiten en door de professionalgeïnitieerde kleine en hele groepsactiviteiten. Deze routines waren niet gerelateerd aan de proceskwaliteit. Kinderen in de gestructureerde-gebalanceerde groepen kregen meer mogelijkheden tot taal-, geletterdheid- en rekenactiviteiten, hadden vaker kleine groepsactiviteiten en hadden betere taalscores. Kinderen in de vrije-keuze groepen hadden meer gelegenheid tot grove motoriek en fantasiespel.

In dit artikel wordt ingegaan op dagelijkse ervaringen die kinderen uit lage inkomensklassen opdoen in een voorschoolse setting als voorbereiding op het onderwijs. De vraag is hoe dagelijkse ervaringen die kinderen in een voorschoolse setting opdoen en hoe de structuur aan activiteiten (professional-gestuurd of kind-geïnitieerd; kleine of grote groepen) bijdraagt aan hun ‘school readiness’. School readiness verwijst naar ontluikende geletterdheid en gecijferdheid, naar taal- en denkontwikkeling en zelfregulatievaardigheden (op stoel blijven zitten, luisteren naar instructie) die bijdragen aan een goede start in het onderwijs. Tijdsbestedingsonderzoek kan bruikbare informatie opleveren, die vervolgens gerelateerd kan worden aan structurele (zoals beroepskracht-kind ratio of opleidingseisen) en proceskwaliteitskenmerken (zoals emotionele en educatieve ondersteuning). Zo laat onderzoek zien dat tijd gespendeerd in hele groepsactiviteiten negatief samenhangt met proceskwaliteit. Er zijn aanwijzingen dat te veel nadruk op vrij spel ten koste gaat van mogelijkheden om te leren van hele en kleine groepsactiviteiten. Tegelijkertijd zijn er ook aanwijzingen dat veel nadruk op professional gestuurde instructieactiviteiten ten koste gaat van betrokkenheid en motivatie van kinderen. Onderzoek naar de wijze waarop tijd besteed wordt in verschillende soorten activiteiten kan zicht bieden op wat een optimale dagelijkse routine is.

In dit onderzoek stonden drie vragen centraal: 1. Hoe kunnen voorschoolse programma’s gekenmerkt worden in termen van tijdsbestedingspatronen in diverse activiteitensettings? 2. In welke mate verschillen settingen met verschillende activiteitspatronen in structurele of proceskwaliteit? 3. Verschillen de ontwikkelingsuitkomsten van kinderen in verschillende activiteitspatronen, na correctie voor verschillen in structurele of proceskwaliteit? De 206 kinderen waren voornamelijk afkomstig uit lage inkomensgezinnen en verdeeld over 125 groepen in verschillende soorten opvang (publiek-privaat en gastgezinnen) met verschillende programma’s.

Op basis van de tijdsbesteding waren twee routineprofielen te onderscheiden: een vrije-keuze patroon waarbij kinderen een groot deel van de dag doorbrengen in zelfgekozen activiteitensettings (61% van de tijd vrij spel en 36% buiten spelen) met weinig professional-gestuurde activiteiten, en een gestructureerd-gebalanceerd patroon waarbij de activiteiten van de kinderen gelijk verdeeld waren over zelfgekozen activiteiten (vrij spel 32%) en door de professionals geïnitieerde kleine en hele groepsactiviteiten (samen ook 32%). Ook in dit laatste patroon is er nog veel ruimte voor vrij spel. Het gestructureerde-gebalanceerde patroon werd vooral in de publieke opvang met voorschoolse programma’s gevonden terwijl in private opvang en gastgezinnen het vrije-keuze patroon overheerste. Na controle voor structurele verschillen (type opvang en programma) waren deze routines waren niet gerelateerd aan de proceskwaliteit. 

Kinderen in de gestructureerde-gebalanceerde groepen kregen meer mogelijkheden tot taal-, geletterdheid- en rekenactiviteiten, en ook meer creatieve activiteiten. Zij hadden vaker kleine groepsactiviteiten, kregen meer scaffolding maar niet meer instructie dan kinderen in het vrije-keuze patroon.  De kinderen in gestructureerd-gebalanceerde groepen hadden betere taalscores maar er was geen verschil in reken- of sociale uitkomsten. Kinderen in de vrije-keuze groepen hadden meer gelegenheid tot grove motoriek en fantasiespel. 

Het gestructureerde-gebalanceerde tijdsbestedingsmodel bleek positieve taalresultaten op te leveren voor kinderen uit lage inkomensgroepen. Het verschil in leerkracht-gestuurde activiteiten tussen de twee patronen is iets meer dan een uur per dag en het verschil in kleine groepsactiviteiten 22 minuten per dag. Dit onderzoek onderstreept het belang om opvang te bekijken vanuit de dagelijkse ervaringen die kinderen opdoen. Het is belangrijk dat professionalsnadenken hoe zij dagelijkse routines structureren, ook met het oog op voorbereiding op het onderwijs.