Op jonge leeftijd bestaan er al grote verschillen tussen kinderen wat betreft hun taalvaardigheid, zoals de omvang van hun woordenschat. Deze verschillen worden in belangrijke mate bepaald door taalomgeving thuis. Het opleidingsniveau van ouders bepaalt in sterke mate de kwaliteit van die taalomgeving en daarmee de ontwikkeling van taal en geletterdheid van kinderen. Kinderen van lager opgeleide ouders zijn vaak in het nadeel ten opzichte van leeftijdsgenoten met hoger opgeleide ouders. Onderzoek toont aan dat het verbinden van de rol van professionals op (voor)school en ouders thuis kan bijdragen aan een rijkere taalomgeving voor kinderen. In praktijk zien we die verbinding tussen taalonderwijs en de taalomgeving thuis echter nog weinig terug. Veel professionals vinden het samenwerken met ouders lastig, zeker met ouders die andere achtergronden hebben en andere talen spreken dan zij gewend zijn en missen kennis over het doelgericht omgaan met verschillende ouders. Dit proefschrift zoekt naar een antwoord op de vraag hoe professionals de taalontwikkeling van jonge kinderen kunnen bevorderen in nauwe verbinding met de thuisomgeving.
Om het onderzoek optimaal te laten aansluiten bij de praktijk is gekozen voor een ontwerpstudie, waarbij gebruik gemaakt wordt van kennis uit empirisch onderzoek en kennis die ontstaat door het ontwikkelen en testen met professionals en ouders. Literatuurstudie leverde kennis op over hoe laagopgeleide ouders ondersteund kunnen worden om de taalontwikkeling van hun kind te stimuleren. ‘Praat- en spel’ activiteiten blijken het meest effect te hebben, mits deze activiteiten
aansluiten op de routines en kennis van de laagopgeleide ouders en vooral als kinderen actief betrokken worden bij de uitvoering. Het onderzoek leverde een stappenplan op dat aansluit bij de praktijk van professionals en hun bestaande contactmomenten met ouders.
Figuur 1: Programma Thuis in Taal met zeven stappen
De eerste stap helpt professionals de taalomgeving thuis goed te verkennen om vanuit die kennis stapsgewijs relaties op te bouwen, passende ouder-kind activiteiten in de klas te bieden en ouders strategieën aan te rijken om de taal van kinderen uit te breiden. Dit gebeurt in drie fasen: het realiseren van partnerschapsrelaties, implementeren van interventie activiteiten en het stimuleren van de taalontwikkeling. Aanvullende professionaliseringsactiviteiten ondersteunen professionals om de benodigde competenties hiervoor te ontwikkelen, zoals vormen van coaching en leerkringen waarin reflectie centraal staat. Deze activiteiten en het stappenplan vormen samen een programma met de naam ‘Thuis in Taal’.
Het programma Thuis in Taal werd geïmplementeerd in zeven basisscholen en voor en na de implementatie onderzocht. Op basis van de resultaten concluderen we dat de stappen van het programma Thuis in Taal bijdragen aan succesvolle partnerschappen tussen professionals en laagopgeleide ouders om de taalontwikkeling van kinderen te stimuleren. Vanuit het perspectief van professionals laten de resultaten zien dat zij gecoacht kunnen worden om met het programma te werken en dat zij deze aanpak als een toevoeging ervaren van hun werk. Vanuit het perspectief van ouders laten de resultaten een toename zien van deelname tijdens ouder-kind activiteiten op (voor)school, hun interactie met hun kind tijdens deze ouder-kind activiteiten en het aantal taalactiviteiten thuis. De laagstopgeleide ouders profiteerden het meest. De professionals zagen dat deze aandacht van ouders de kinderen blij maakte en meer open voor contact en gesprek. Een reden waarom professionals de aanpak ook na het onderzoek wilden doorzetten.
De studies die we presenteerden tonen hoopvolle resultaten. Het volgen van de zeven stappen van het programma Thuis in Taal blijkt te kunnen bijdragen aan succesvolle partnerschappen tussen professionals en (laagopgeleide) ouders om de taalontwikkeling van kinderen te stimuleren. Dit vraagt een omslag in de praktijk. De theoretische principes die hier worden besproken blijken ook in andere contexten bruikbaar om die verandering te realiseren. Nieuwe ervaringen in de praktijk van een kinderopvangorganisatie en tientallen basisscholen in Rotterdam en elders in het land laten zien dat de stappen van het programma Thuis in Taal bijdragen aan het verbinden van school/opvang en thuis en het ondersteunen van de ouder-kind interactie. Bovenal leidt het tot enthousiasme over het samenwerken aan de ontwikkeling van kinderen en juist dit plezier is een groot goed. Een voorwaarde is steeds dat er langdurig ruimte wordt gemaakt voor de benodigde reflectie en ontwikkeling van professionals in hun praktijk, door vallen en opstaan en leren van elkaar. Er blijkt geen snelle oplossing te zijn om deze omslag te realiseren, maar wel één van lange adem.
Dit veranderingsproces vraagt inzet op verschillende niveaus. Van professionals vraagt dit bereidheid om een visie te ontwikkelen die de belangrijke rol van ouders in de taalontwikkeling van hun jonge
kind erkent en de wil op zoek te gaan naar de passende vorm om die gelijkwaardigheid in de samenwerking te realiseren. Dit betekent het loslaten van een visie die nadruk legt op de positie van (voor)school en die de rol van ouders vooral in het licht plaatst van het uitvoeren van het onderwijs van het kind. Om juist de laagopgeleide ouders van leerlingen te bereiken, kan maatwerk behulpzaam zijn. Dat kan door prioriteit te geven aan het verkennen van de taalomgeving thuis. Die kennis levert aanknopingspunten op om passende ouder-kind activiteiten aan te bieden die plezier opleveren tussen kind en ouder.
Van het management vraagt deze omslag in het werken met ouders dat zij de benodigde visieontwikkeling van professionals ondersteunen en zorgen voor verankering daarvan in het beleid. Ook kunnen zij zorgen voor de benodigde faciliteiten voor professionals, zoals extra uren voor professionalisering en ondersteuning bij het werken met ouders. Die versterking kunnen zij bieden door professionals te laten ondersteunen bij het werken met ouders, zoals door de inzet van een medewerker ouderbetrokkenheid, VVE-coach of schoolmaatschappelijk werker. Maar ook kunnen zij versterking zoeken met organisaties buiten de school, zoals de Bibliotheek of VoorleesExpress. Hierbij wordt steeds de focus van de professional gevolgd, die werkt volgens de zeven stappen.
Een belangrijke rol is ook weggelegd voor opleidingen, waar aankomende professionals al kunnen worden toegerust met de kennis over de rol van ouders in de taalontwikkeling van jonge kinderen en het bieden van educatie aan kinderen in nauwe samenwerking met ouders. Beleidsmakers kunnen deze ontwikkelingen helpen faciliteren door beleid te maken waarmee de omslag naar partnerschapsrelaties en de relatie met de taalomgeving thuis langdurig wordt gefaciliteerd en gestimuleerd. Hierbij is het steeds van belang om kennisgericht te werken en te zorgen dat zowel de groep leerlingen met laagopgeleide ouders als de professionals die hen begeleiden de aandacht krijgen die zij verdienen, met passende werkwijzen die toegesneden zijn op hun specifieke situatie en behoeften. Zo openen we een nieuwe deur om te werken aan meer gelijke kansen voor jonge kinderen.
Van der Pluijm, M. (2020). At Home in Language. Design and evaluation of a partnership program for teachers with lower-educated parents in support of their young children’s language development (proefschrift). Ridderprint.