WETENSCHAPPELIJKE BRON
Onderwerp: Samenwerking met ouders | Publicatiedatum: 2022

Kern

Voor veel ouders kan het bieden van een stimulerende gezinssituatie aan hun kinderen een uitdaging zijn. Deze ouders zijn gebaat bij een vorm van ondersteuning. Gezinsgerichte begeleiding, een samenwerking waarbij de overtuigingen van gezinsleden het startpunt zijn en het gezin een belangrijke stem heeft in de begeleiding, wordt steeds meer erkend als een effectieve manier van ondersteuning. Dunst en collega’s hebben bestaand onderzoek op een rij gezet met de vraag in hoeverre gezinsgerichte interventies daadwerkelijk effecten laten zien op het gedrag en functioneren van ouders, kinderen en het gezin. De resultaten bevestigen de kracht van gezinsgerichte begeleiding. Wanneer de ondersteuning beter aansluit bij de situatie en behoeften van het gezin, blijken ouders meer tevreden en vaardiger in het ondersteunen van de ontwikkeling van het kind. Deze resultaten kunnen professionals in de kinderopvang inspireren om hun samenwerking met ouders verder te verdiepen en het gezin centraal te stellen.

Dunst en collega’s spreken van ‘gezinsgericht interveniëren’, oftewel het begeleiden van gezinnen op een manier die de waarden en beslissingen van gezinnen erkent en waardeert en die het authentieke functioneren van het gezin versterkt. Deze aanpak, waarbij het gezin sterk wordt betrokken en met de gezinsleden wordt samengewerkt, wordt vanuit wetenschap en praktijk steeds meer gezien als een effectieve manier van werken met kinderen en gezinnen. Critici zijn van mening dat er weinig bewijs is voor het effect van dergelijke gezinsgerichte interventies. Daarom hebben Dunst en collega’s al het onderzoek op dit terrein op een rij gezet en een meta-analyse uitgevoerd om te onderzoeken welke invloed gezinsgerichte interventies hebben op het gedrag en functioneren van ouders, kinderen en het gezin. 
 
De onderzoekers onderscheiden twee typen begeleiding: relationele en participerende begeleiding. Relationele begeleiding wordt gekenmerkt door uitvoering vanuit gevoelens van empathie en compassie en door actief luisteren door de professional. Professionals hebben positieve overtuigingen over de krachten en vaardigheden van het gezin en brengen die overtuigingen over in hun werkwijze. Participerende begeleiding wordt gekenmerkt door een geïndividualiseerde aanpak die aansluit bij de uitdagingen en prioriteiten van het gezin. Gezinnen worden actief betrokken bij het bepalen van doelen en het maken van weloverwogen keuzes om die doelen te bereiken. Beide typen begeleiding komen volgens de onderzoekers terug in gezinsgerichte interventies. Hoewel de meeste begeleiders relationele begeleiding blijken toe te passen.

De hypothese van de onderzoekers is dat een gezinsgerichte interventie invloed zal hebben op overtuigingen van de gezinsleden en op het gedrag en functioneren van ouder, kind en gezin. De verwachting is verder dat de gezinsgerichte interventie de meeste invloed heeft als de doelen direct gerelateerd zijn aan de rol van de hulpverlener of de uitvoering van het programma, zoals het stimuleren van vaardigheden bij ouders. 

De onderzoekers hebben 83 onderzoeksrapporten van 47 studies uit zeven verschillende landen (voornamelijk uit de Verenigde Staten) op een rij gezet, met in totaal ruim 11.000 participanten. Er zijn gezinnen betrokken met kinderen van 0 tot 13 jaar. Voornamelijk moeders (89%) deden mee aan de onderzoeken. De interventieprogramma’s en disciplines lopen sterk uiteen. De resultaten laten zien, in lijn met de hypothese, dat een gezinsgerichte interventie invloedrijk is. Er is meer invloed gevonden voor tevredenheid over het interventieprogramma dan voor persoonlijk welzijn en welzijn van het gezin. Hoe gezinsgerichter de interventie is, hoe meer tevreden de participanten blijken te zijn met de begeleider en hoe positiever hun overtuigingen zijn. Daarnaast blijkt dat relationele hulpverlening voor meer algemene tevredenheid van de gezinsleden zorgt dan participerende hulpverlening. Tegelijkertijd heeft participerende begeleiding een grotere positieve invloed op het gedrag en functioneren van het kind, vaardigheden van de ouder, gezinswelzijn, controle over de gezinssituatie en tevredenheid met het programma. Participerende begeleiding blijkt bovendien van invloed op hoe de gezinsleden het positieve gedrag van het kind beoordelen.  
 
De resultaten laten volgens de onderzoekers overtuigend zien dat gezinsgerichte ondersteuning een effectieve manier is om te werken met kinderen en ouders. Deze vorm van interveniëren kan bijdragen aan de waardering van ouders van het gedrag en vaardigheden van hun kind en kan het gedrag van ouder en kind positief beïnvloeden. Dit geldt vooral wanneer begeleiders gebruik maken van een participerende vorm van ondersteuning. De onderzoekers vermoeden dat dit te maken heeft met het gevoel van ‘empowerment’ dat ouders ervaren, waardoor zij meer geneigd zijn ontwikkelingsmogelijkheden voor hun kind te creëren. De onderzoekers bevelen daarom aan meer aandacht te hebben voor participerende begeleiding. 

Pedagogisch medewerkers in de kinderopvang doen er daarom goed aan om in hun samenwerking met ouders principes toe te passen van relationele én participerende begeleiding. Dat betekent dat zij met ouders werken vanuit empathie en compassie en dat zij positieve overtuigingen over de krachten en vaardigheden van ouders laten spreken in hun werkwijze. Ieder gezin vraagt een geïndividualiseerde aanpak die aansluit bij de uitdagingen en prioriteiten van het gezin. 

 Dunst, C., Trivette, C. & Hamby, D. (2007). Meta-analysis of family-centred helpgiving practices research. Mental Retardation and developmental disabilities, 13, 370-378.