Het aantal zorgkinderen in de reguliere Nederlandse kinderopvang is gestegen en ook hun problematiek lijkt ernstiger te zijn. In deze studie onderzocht Ruben Fukkink de relatie tussen zorgkinderen en probleemgedrag op de groep als voorspeller van het welbevinden en gevoelens van burn-out van pedagogisch professionals in samenhang met de veronderstelde ondersteunende rol van het team en de bredere organisatie en andere factoren. Het onderzoek bestond uit twee delen: een kwantitatieve vragenlijststudie onder pedagogisch professionals, gevolgd door een kwalitatieve analyse van focusgroepen met professionals.
Aantal zorgkinderen: 1 op de 5 met aanzienlijke spreiding tussen groepen
Uit het vragenlijstonderzoek bleek dat volgens de pedagogisch professionals bij Samenwerkende Kinderopvang gemiddeld één op de vijf kinderen een extra zorgbehoefte heeft. Daarin bestaat wel aanzienlijke spreiding: op sommige groepen zijn er geen kinderen met een extra zorgbehoefte, op andere groepen gaat het om meer dan de helft van de kinderen volgens de professionals. Het betreft een heterogene groep kinderen met verschillende problematiek en verschillend gedrag op de groep.
Steun vanuit het team en de organisatie zorgen voor verlichting van de ervaren werkdruk en handelingsverlegenheid
Uit de resultaten bleek dat het aantal kinderen met een extra zorgbehoefte op de groep een directe voorspeller was van de ervaren werkdruk op de groep en een als moeilijk ervaren omgang met probleemgedrag. Deze twee risicofactoren voorspelden vervolgens gevoelens van burn-out. De als moeilijk ervaren omgang met probleemgedrag voorspelde ook een lager welbevinden op het werk. Uit nadere analyses bleek dat niet het aantal zorgkinderen of de mate waarin men probleemgedrag op de groep herkent, de primaire voorspellers van gevoelens van stress en burn-out of een afname van het welbevinden op het werk lijken, maar wel de beleving van deze zorgkinderen door individuele professionals. Steun vanuit team en de organisatie biedt hierbij verlichting van de ervaren werkdruk en handelingsverlegenheid bij het werken met zorgkinderen.
Bronnen van steun voor de professionals
Hulp bij het werken op de eigen groep met steun van de directe collega’s en de eigen coach zijn voor veel professionals de eerste bronnen van steun die zij noemen bij de omgang met zorgkinderen. De professionals geven ook aan iets minder werkdruk te willen hebben en meer 1-op-1 tijd met de zorgkinderen. Professionals zoeken steun in eerste instantie dus in de directe omgeving: bij het kind, het dagelijkse werk op de groep, en bij de eigen collega’s en de coach. Steun vanuit het team en de organisatie verminderen gevoelens van belasting en handelingsverlegenheid en kan zo worden ingezet voordat het welbevinden op het werk sterk vermindert en/of emotionele uitputting optreedt.
Door het ingewikkelde samenspel van factoren blijkt dat het belangrijk is om verder te kijken dan naar alleen het aantal zorgkinderen op de groep. De beleving van de professionals is minstens zo belangrijk en de ervaren steun speelt daarin een sleutelrol.
