WETENSCHAPPELIJKE BRON
Onderwerp: Bewegen | Publicatiedatum: 2024

Kern

Het ontwikkelen van motorische vaardigheden is een complex proces. De metafoor die in dit artikel wordt gebruikt legt het proces van de ontwikkeling en de uitkomsten hiervan op een duidelijke manier uit. De motorische ontwikkeling wordt in deze metafoor vergeleken met het beklimmen van een berg. Hiermee wordt de cumulatieve, opeenvolgende en interactieve aard van motorische ontwikkeling benadrukt waarbij rekening wordt gehouden met de continue veranderingen in vaardigheden op basis van verschillende beperkingen gedurende het leven. Volgens de metafoor worden drie fasen van motorische ontwikkeling doorlopen voordat iemand ‘base camp’ bereikt. Op base camp is iemand vaardig in de uitvoering van fundamentele motorische vaardigheden. Dit basisniveau kan in vervolgfasen verder ontwikkeld worden naar sport-specifieke vaardigheden en mogelijk wordt voor één of enkele vaardigheden de top bereikt. De laatste fase heeft te maken met het kunnen aanpassen van vaardigheden naar aanleiding van bijvoorbeeld blessures of toenemende leeftijd.

Als baby werden we allemaal ooit uitgedaagd om een ​​speeltje te pakken of om zelfstandig door de woonkamer te lopen. Later in ons leven zijn sommigen van ons misschien bekwame tennissers, cellisten of wielrenners geworden, terwijl anderen het fijn vinden om veilig in hun auto te rijden of door de keuken te lopen zonder koffie te morsen. Of we nu Olympiërs worden of niet, in de loop van ons leven zullen onze motorische vaardigheden drastisch veranderen. Begrijpen hoe deze veranderingen plaatsvinden en wat het resultaat is van deze veranderingen, is de focus van motorische ontwikkeling. Dat wil zeggen dat motorische ontwikkeling is gedefinieerd als de veranderingen in motorisch gedrag gedurende het leven en het proces/de processen die aan deze veranderingen ten grondslag liggen.

Vanwege de complexiteit van motorische ontwikkeling kan een metafoor helpen om de processen die hiermee gepaard gaan inzichtelijk te maken.

Motorisch ontwikkelen kan ook wel vergeleken worden met het beklimmen van een berg. Het beklimmen van de berg van motorische ontwikkeling is een passende metafoor omdat het jaren duurt om te leren, het een opeenvolgend en cumulatief proces belichaamt en wordt beïnvloed door individuele vaardigheden en capaciteiten, evenals individuele verschillen in context en praktijk. Het is ook representatief voor de ultieme prestatie van motorische ontwikkeling oftewel het bereiken van de top van de berg.

 

bron 4 bewegen

 

Voor het beklimmen van de berg worden vijf fasen van motorische ontwikkeling onderscheiden. De prenatale fase wordt hierin grotendeels niet meegenomen.

  • Fase 1 heeft betrekking op reflexen en duurt van het derde trimester van de zwangerschap tot ongeveer 2 weken na de geboorte. Tijdens de reflexieve periode vallen acties in twee algemene categorieën: spontane en reflexieve bewegingen. Spontane bewegingen zijn bewegingen, zoals trappelen met de benen, met de mond bewegen of met de arm zwaaien. Reflexieve bewegingen zijn daarentegen relatief stereotiepe motorische reacties op specifieke stimuli. Deze reflexen onder andere gericht op overleven, bijvoorbeeld de zuigreflex.
  • Fase 2 bevat de ontwikkeling van gerichte bewegingen zoals reiken en grijpen. Deze fase duurt tot ongeveer 9-12 maanden en is vooral gericht op zelfstandig functioneren.
  • Fase 3 is gericht op de ontwikkeling van de fundamentele motorische vaardigheden. Uitgerust met de basis beweegpatronen van coördinatie voor manipulatie en voortbeweging, ontwikkelt het kind deze patronen tot de ’bouwstenen‘ van latere context-specifieke motorische vaardigheden. Hieronder valt de ontwikkeling van bal- en manipulatievaardigheden en vaardigheden gericht op verplaatsing. Het algemene doel van deze periode is om een ​​voldoende divers motorisch repertoire op te bouwen dat het mogelijk maakt om later aangepaste, vaardige acties te leren die flexibel kunnen worden afgestemd op verschillende en specifieke bewegingscontexten. Op dit moment is ‘base camp’ bereikt, een basisniveau van fundamentele motorisch vaardigheden.
  • In de vervolgfase, fase 4, zal een kind deze vaardigheden verder ontwikkelen en meer ervaring opdoen door ze toe te passen voor verschillende taken en in verschillen contexten. De leeftijd waarop een kind deze volgende fase bereikt hangt af van individuele factoren en vaardigheden en kan variëren van 4 tot 8 jaar. De vaardigheden bereiken een hoger niveau door oefening en ervaring en worden sport-specifiek.
  • Voor enkele sport-specifieke en/of context-specifieke vaardigheden wordt mogelijk de top van de berg bereikt, in fase 5. Dit is echter niet voor iedereen of voor alle vaardigheden weggelegd.

Tot slot bestaat er een compensatie periode. Deze periode komt op twee manieren tot stand: 1) door blessures en daarmee gepaarde veranderingen in beperkingen en 2) door veroudering en de beperkingen die daarbij horen.