WETENSCHAPPELIJKE BRON
Onderwerp: Groepsdynamica | Publicatiedatum: 2023

Kern

De onderzoekers van dit artikel schrijven over de hechting van kinderen aan pedagogisch medewerkers op de opvang. Dit doen ze in de vorm van een meta-analyse: dat wil zeggen dat ze de resultaten van 40 verschillende onderzoeken naast elkaar hebben gelegd om te kijken welke algemene resultaten over hechting ze daaruit kunnen halen. Ze hebben dit onderzoek gedaan omdat er tot dan verschillende en soms tegenstrijdige onderzoeksresultaten bekend waren. In het huidige onderzoek vergelijken ze de hechting tussen kinderen en pedagogisch medewerkers met de hechting tussen kinderen en hun ouders. Uit de resultaten blijkt dat een veilige hechting tussen kinderen en hun pedagogisch medewerkers iets minder vaak voorkomt dan een veilige hechting tussen kinderen en hun ouders. Bovendien blijkt dat de sensitiviteit van pedagogisch medewerkers naar individuele kinderen vooral in kleine groepen in de gastouderopvang van belang was voor de hechting van kinderen aan pedagogisch medewerkers. Voor de hechting van kinderen aan pedagogisch medewerkers in de groepsopvang, was juist de groepssensitiviteit van belang.
Zowel structurele als procesmatige kwaliteitskenmerken van kinderopvang hebben een groot effect op de ontwikkeling van kinderen. Terwijl er de afgelopen jaren steeds meer onderzoek is gedaan naar kinderopvang, weten we volgens de auteurs nog steeds niet veel over de hechting tussen kinderen en hun pedagogisch medewerkers. Deze onderzoekers deden daarom een meta-analyse, waarin ze alle hechtingsonderzoek in de kinderopvang naast elkaar leggen, om beter te begrijpen of en hoe kinderen zich hechten aan pedagogisch medewerkers op de kinderopvang. 

Het onderzoek heeft 24 onderzoeksrapporten meegenomen, waarin 40 studies werden beschreven over in totaal 2867 kinderen in de gemiddelde leeftijd was 29,6 maanden. Uit de resultaten bleek dat de hechting van jonge kinderen aan hun pedagogisch medewerker samenhangt met de hechting aan hun ouders. Dat wil zeggen dat kinderen die veilig gehecht zijn aan hun ouders ook makkelijker een veilige hechting opbouwen met hun pedagogisch medewerker. Echter, een veilige hechting tussen kinderen en hun pedagogisch medewerkers kwam iets minder vaak dan een veilige hechting tussen kinderen en hun ouders. In kleinere groepen, zoals op de gastouderopvang, bleek met name de sensitiviteit van pedagogisch medewerkers naar individuele kinderen van belang voor de hechting van kinderen aan pedagogisch medewerkers. 

Uit de resultaten van de meta-analyse bleek ook dat er aanwijzingen zijn dat een veilige hechting beter tot stand komt als de pedagogische medewerkers groepsgericht handelen dan wanneer zij zich richten op individuele kinderen. Zo werd in groepsopvang de veilige hechting tussen kinderen en hun pedagogisch medewerker voorspeld door de groepssensitiviteit van de pedagogisch medewerker. Groepssensitiviteit blijkt dus een belangrijke factor te zijn voor hechting van kinderen in de kinderopvang, en dit belang wordt groter als de groep of de pedagogisch medewerker-kind ratio groter is. Zelfs als pedagogisch medewerkers heel sensitief zijn naar individuele kinderen, en dus een hoge dyadische sensitiviteit laten zien, blijkt het essentieel dat ze aandacht bieden aan de rest van de groep. 

Al met al laat dit onderzoek zien hoe belangrijk groepssensitiviteit is en hoe belangrijk het is om de groepsdynamiek verder te onderzoeken en in de praktijk alert te zijn op een positieve groepsdynamiek. Dit is een van de eerste artikelen in het kinderopvangonderzoek dat dit belang benadrukt. 
 
Ahnert, L., Pinquart, M., & Lamb, M. E. (2006). Security of children's relationships with nonparental care providers: A meta‐analysis. Child Development, 77(3), 664-679. Doi: 10.1111/j.1467-8624.2006.00896.x