Deze studie onderzoekt of niet-Westerse culturele opvoedingsideeën over kinderopvang waardevol kunnen zijn voor het kinderopvangonderzoek en de praktijk. Opvoedingsideeën uit niet-Westerse contexten benadrukken meer het belang van opgroeien in een gemeenschap en waarden over sociale interacties, zoals gehoorzaamheid, gezamenlijke normen en waarden. Met name ideeën over groepsprocessen en het belang van socialisatie in een groep worden vaak genoemd als toevoegingen op een overwegend Westers kwaliteitsraamwerk.
Groepsprocessen en groepsdynamiek in de kinderopvang kunnen volgens de onderzoekers om verschillende redenen belangrijk zijn. Ten tijde van het artikel deelden gemiddeld twee pedagogisch medewerkers namelijk de zorg over 14 kinderen. Ondanks de zorg voor een groep kinderen zijn de meest gebruikte instrumenten voor kwaliteit van de kinderopvang gebaseerd op een moeder-kind hechtingsrelatie, een relatie van één volwassene met één kind. Sensitiviteit en responsiviteit zijn daarin de pilaren van kwaliteit: Zo horen pedagogisch medewerkers sensitief en responsief te zijn richting individuele kinderen. Deze individualistische pedagogiek sluit niet aan op het groepskarakter van de kinderopvang. Juist in deze groepssetting zouden de genoemde niet-Westerse ideeën en praktijken waardevol kunnen zijn.
Groepsdynamiek is niet alleen relevant omdat de kinderen in een groep zitten. Eerder onderzoek laat zien dat onderlinge interacties tussen kinderen essentieel zijn voor de ontwikkeling van sociale vaardigheden, maar ook voor de emotionele en cognitieve ontwikkeling. Dit onderzoek verkent daarom of er verschillen zijn in het denken over groepsprocessen en het handelen op de groep tussen pedagogisch medewerkers met verschillende achtergronden.
Voor het onderzoek zijn interviews afgenomen bij pedagogisch medewerkers met verschillende culturele achtergronden (Nederlands, Marokkaans-Nederlands, Turks-Nederlands, Antilliaans-Nederlands, en Surinaams-Nederlands) die werken in de kinderopvang met kinderen van 2 tot 4 jaar oud. Wat zijn de opvoedingsideeën van deze pedagogisch medewerkers? Hoe beïnvloeden deze ideeën het handelen van de pedagogisch medewerkers? En, wat merken de kinderen van de ideeën en praktijken van de pedagogisch medewerkers?
Naast het afnemen van interviews zijn er ook vier momenten per groep geobserveerd met behulp van video observatie. Verschillende onderzoekers hebben met de video’s metingen gedaan van de mate waarin de pedagogisch medewerkers een positieve dynamiek stimuleren en de mate van coöperatief spel, spelbetrokkenheid en spelcomplexiteit.
Uit de resultaten blijkt dat tijdens de interviews met name de pedagogisch medewerkers met een Turks-Nederlandse en Marokkaans-Nederlandse achtergrond een positieve groepsdynamiek benadrukken in hun opvoedingsideeën. De pedagogisch medewerkers met een Nederlandse achtergrond benadrukken meer de individuele ontwikkeling en de pedagogisch medewerkers met een Caribisch-Nederlandse achtergrond benadrukken meer de sociocentrische waarden over sociale interacties, zoals gezamenlijke normen, waarden, en gehoorzaamheid. Uit de observaties blijkt een verband tussen het belang dat pedagogisch medewerkers hechten aan een goede groepsdynamiek en de mate waarin zij een positieve groepsdynamiek stimuleren tijdens de activiteiten: Hoe belangrijker pedagogisch medewerkers een positieve groepsdynamiek vinden, hoe meer zij groepsprocessen stimuleren. Tijdens de geobserveerde activiteiten, waren deze pedagogisch medewerkers meer bezig met de groep als geheel en met het bevorderen van coöperatief spel. Bovendien blijkt dat als pedagogisch medewerkers de groepsdynamiek belangrijk vinden en dit tijdens de activiteiten stimuleren, de kinderen meer coöperatief spel laten zien evenals meer spelbetrokkenheid en complexiteit van spel. Zo werd er bijvoorbeeld bij het bouwen van een treinbaan, geobserveerd dat kinderen langer betrokken waren bij het bouwen, uiteindelijk een uitgebreidere baan hadden gebouwd waarin ze uitgebreider doen-alsof spel lieten zien en meer en complexere taal gebruikten.
De onderzoekers sluiten het artikel af met de boodschap dat dit onderzoek een toevoeging kan zijn op bestaand onderzoek naar kwaliteit van kinderopvang, omdat in dit onderzoek is gekeken naar groepsprocessen. Bovendien lijken de mogelijkheden om een positieve groepsdynamiek te stimuleren ten goede te komen van complexer spel en meer spelbetrokkenheid van kinderen op de kinderopvang.
Groepsprocessen en groepsdynamiek in de kinderopvang kunnen volgens de onderzoekers om verschillende redenen belangrijk zijn. Ten tijde van het artikel deelden gemiddeld twee pedagogisch medewerkers namelijk de zorg over 14 kinderen. Ondanks de zorg voor een groep kinderen zijn de meest gebruikte instrumenten voor kwaliteit van de kinderopvang gebaseerd op een moeder-kind hechtingsrelatie, een relatie van één volwassene met één kind. Sensitiviteit en responsiviteit zijn daarin de pilaren van kwaliteit: Zo horen pedagogisch medewerkers sensitief en responsief te zijn richting individuele kinderen. Deze individualistische pedagogiek sluit niet aan op het groepskarakter van de kinderopvang. Juist in deze groepssetting zouden de genoemde niet-Westerse ideeën en praktijken waardevol kunnen zijn.
Groepsdynamiek is niet alleen relevant omdat de kinderen in een groep zitten. Eerder onderzoek laat zien dat onderlinge interacties tussen kinderen essentieel zijn voor de ontwikkeling van sociale vaardigheden, maar ook voor de emotionele en cognitieve ontwikkeling. Dit onderzoek verkent daarom of er verschillen zijn in het denken over groepsprocessen en het handelen op de groep tussen pedagogisch medewerkers met verschillende achtergronden.
Voor het onderzoek zijn interviews afgenomen bij pedagogisch medewerkers met verschillende culturele achtergronden (Nederlands, Marokkaans-Nederlands, Turks-Nederlands, Antilliaans-Nederlands, en Surinaams-Nederlands) die werken in de kinderopvang met kinderen van 2 tot 4 jaar oud. Wat zijn de opvoedingsideeën van deze pedagogisch medewerkers? Hoe beïnvloeden deze ideeën het handelen van de pedagogisch medewerkers? En, wat merken de kinderen van de ideeën en praktijken van de pedagogisch medewerkers?
Naast het afnemen van interviews zijn er ook vier momenten per groep geobserveerd met behulp van video observatie. Verschillende onderzoekers hebben met de video’s metingen gedaan van de mate waarin de pedagogisch medewerkers een positieve dynamiek stimuleren en de mate van coöperatief spel, spelbetrokkenheid en spelcomplexiteit.
Uit de resultaten blijkt dat tijdens de interviews met name de pedagogisch medewerkers met een Turks-Nederlandse en Marokkaans-Nederlandse achtergrond een positieve groepsdynamiek benadrukken in hun opvoedingsideeën. De pedagogisch medewerkers met een Nederlandse achtergrond benadrukken meer de individuele ontwikkeling en de pedagogisch medewerkers met een Caribisch-Nederlandse achtergrond benadrukken meer de sociocentrische waarden over sociale interacties, zoals gezamenlijke normen, waarden, en gehoorzaamheid. Uit de observaties blijkt een verband tussen het belang dat pedagogisch medewerkers hechten aan een goede groepsdynamiek en de mate waarin zij een positieve groepsdynamiek stimuleren tijdens de activiteiten: Hoe belangrijker pedagogisch medewerkers een positieve groepsdynamiek vinden, hoe meer zij groepsprocessen stimuleren. Tijdens de geobserveerde activiteiten, waren deze pedagogisch medewerkers meer bezig met de groep als geheel en met het bevorderen van coöperatief spel. Bovendien blijkt dat als pedagogisch medewerkers de groepsdynamiek belangrijk vinden en dit tijdens de activiteiten stimuleren, de kinderen meer coöperatief spel laten zien evenals meer spelbetrokkenheid en complexiteit van spel. Zo werd er bijvoorbeeld bij het bouwen van een treinbaan, geobserveerd dat kinderen langer betrokken waren bij het bouwen, uiteindelijk een uitgebreidere baan hadden gebouwd waarin ze uitgebreider doen-alsof spel lieten zien en meer en complexere taal gebruikten.
De onderzoekers sluiten het artikel af met de boodschap dat dit onderzoek een toevoeging kan zijn op bestaand onderzoek naar kwaliteit van kinderopvang, omdat in dit onderzoek is gekeken naar groepsprocessen. Bovendien lijken de mogelijkheden om een positieve groepsdynamiek te stimuleren ten goede te komen van complexer spel en meer spelbetrokkenheid van kinderen op de kinderopvang.
van Schaik, S. D., Leseman, P. P., & Huijbregts, S. K. (2014). Cultural diversity in teachers’ group-centered beliefs and practices in early childcare. Early Childhood Research Quarterly, 29(3), 369-377. Doi: 10.1016/j.ecresq.2014.04.007