Spel speelt een belangrijke rol in de sociale en cognitieve ontwikkeling van kinderen. In dit onderzoek werd nagegaan of de kwaliteit van het spel samenhang met het soort spelmateriaal. Tevens werd onderzocht of er een verschil is tussen meisjes en jongens als het gaat om de wijze waarop spelmateriaal wordt gebruikt.
Er werd onderzocht hoe kinderen van 3 en 4 jaar in kinderdagverblijven negen verschillende spelmaterialen gebruikten. Het ging daarbij om speelgoed dat door pedagogisch professionals en ouders beoordeeld was als ontwikkelingsstimulerend. Spelmaterialen bestonden uit constructiematerialen zoals Duplo- en houten blokken, maatbekers, houten mensfiguurtjes, klei met vormpjes, emmers en zandvormen en een houten treinset. In totaal 60 kinderen van drie en vier jaar oud werden tijdens vrij spel gefilmd terwijl ze met dit speelgoed speelden. In totaal werden 828 filmsegmenten van steeds 2 minuten geanalyseerd. Daarbij werd de kwaliteit van het spel gemeten (1 = laag, 5 = hoog). Kwaliteit van spel omvatte 8 items: bestuderen en onderzoeken, problemen oplossen, vragen stellen of exploreren, spelen zonder afgeleid te worden, creatief bezig zijn, fantasiespel, samenwerken met leeftijdgenootjes en zelfstandig bezig zijn zonder hulp. Ook werd gekeken naar de frequentie van het gebruik van het spelmateriaal, en werden gegevens per kind verzameld (sekse, leeftijd, sociaaleconomische en culturele achtergrond).
De uitkomsten laten zien dat twee types spelmateriaal, Duplo-blokken en een set eenvoudige, stapelbare en eenvormige mensfiguurtjes het hoogst scoorden als het ging om kwaliteit van spel. Deze materialen hebben vergelijkbare kenmerken: het zijn materialen die op heel verschillende manieren gebruikt kunnen worden en meerdere betekenissen kunnen hebben. Het zijn beide open-eind materialen waarmee je kunt bouwen, stapelen, sorteren en fantaseren.
Dat wil niet zeggen dat deze materialen ook altijd het meest favoriet waren bij de kinderen. De mensfiguurtjes werden bijvoorbeeld relatief weinig (maar dus wel heel gevarieerd) door kinderen gebruikt. Terwijl een set kleivormpjes met klei, met minder spelkwaliteit, relatief vaak werden gebruikt.
De onderzoekers adviseren pedagogisch medewerkers op basis van deze bevindingen om niet alleen te kijken naar waarmee kinderen graag spelen, maar vooral ook te observeren wat kinderen met het spelmateriaal doen. Komen de verschillende items die de kwaliteit van spel bepalen voldoende aan de orde? Worden kinderen getriggerd om problemen op te lossen, te exploreren, met elkaar te overleggen, taal te gebruiken?
Uit het onderzoek bleek ook dat meisjes en jongens verschilden, niet alleen in hun voorkeur voor een bepaald type speelgoed, maar ook in de kwaliteit van hun spel. Soms lokte bepaald speelgoed een hogere kwaliteit van spel uit bij meisjes dan bij jongens, of andersom. Onderzoekers raden pedagogisch medewerkers aan om ook hier aandacht aan te besteden, zodat er een goede balans ontstaat tussen speelgoed dat voor jongens en meisjes uitdagend en aantrekkelijk is.
Tot slot bleek dat ‘nieuwheid’ een grote rol speelt bij de keuze voor speelgoed: als het speelgoed nieuw in de groep kwam, was het populair. Maar bepaalde spelmaterialen, zoals de Duplo en de houten trein bleven ook na verloop van tijd hun aantrekkingskracht houden en behielden een hoge kwaliteit van spel.
De belangrijkste conclusie van dit onderzoek is dat pedagogisch medewerkers bij de keuze van spelmateriaal steeds moeten blijven observeren, reflecteren en aandacht hebben voor de individuele behoeften van het kind. Daarbij blijkt het ook belangrijk om regelmatig nieuwe materialen te introduceren, of materialen te rouleren tussen verschillende groepen, om kinderen tot spel te stimuleren.
Trawick-Smith, J., Wolff, J., Koschel, M., & Vallarelli, J. (2015). Effects of toys on the play quality of preschool children: Influence of gender, ethnicity, and socioeconomic status. Early childhood education journal, 43, 249-256.