In dit artikel wordt verslag gedaan van de effecten van een interventie gericht op het gebruik van een reeks responsieve praktijken, afgeleid van hechtings- en sociaal-culturele theorieën, en een uitgebreid curriculum. Er is gekeken naar effecten op 1) het handelen van pedagogisch medewerkers, 2) sociale, emotionele en gedragsmatige kinduitkomsten, en 3) de pedagogisch medewerker-kind relatie. De interventie had als doel om een omgeving die creëren die jonge kinderen een gevoel van organisatie en structuur biedt in combinatie met mogelijkheden om keuzes te maken en responsieve interacties aan te gaan. Deze aspecten ondersteunen de ontwikkeling van sociaal gedrag (samenwerking en zelfregulering) en voorkomen dat kinderen angstig worden door een gebrek aan voorspelbare routines.
Vijfenzestig kinderopvanglocaties voor 2-3-jarige kinderen uit lage sociaal economische status(SES)-gezinnen werden willekeurig verdeeld over 3 groepen: 1) locaties met de gebruikelijke praktijk waarin niets veranderde (de controlegroep), 2) locaties waar met de interventie werd gewerkt, het Responsieve Jonge Kind Curriculum (RECC) en 3) locaties waar naast RECC ook expliciete sociaal-emotionele groepsactiviteiten werden uitgevoerd (RECC+).
Observaties toonden dat pedagogisch medewerkers van de RECC- en RECC+-groepen in vergelijking met de controlegroep, beter in staat waren om kinderen te helpen bij het beheersen van hun gedrag en om routines en een dagschema te hanteren. Wat betreft sensitiviteit en positieve gedragsondersteuning waren er geen verschillen tussen pedagogisch medewerkers uit de verschillende groepen.
Verder bleek dat kinderen in de interventiegroepen een betere sociale en emotionele ontwikkeling doormaakten dan kinderen in de controlegroep. Hoewel verwacht werd dat kinderen de grootste winst in sociale en emotionele vaardigheden zouden vertonen als ze in RECC+-groep zaten, verschilden de interventiegroepen in slechts twee gevallen van elkaar. Ten eerste vertoonden kinderen in de RECC+-groep een grotere afname van angst dan kinderen in de RECC-groep en controleconditie. De extra tijd die de RECC+ pedagogisch medewerker elke dag doorbracht met praten en lezen over emoties, kan de kinderen in staat hebben gesteld zich comfortabeler en meer ontspannen te voelen in de groepsomgeving. Een alternatieve verklaring is dat pedagogisch medewerkers zich meer bewust zijn geworden van de gemoedstoestand van de kinderen door de aanvullende sociaal-emotionele activiteiten. Ten tweede bleken kinderen in de RECC-groep minder boosheid en agressie te tonen dan in de RECC+- of de controlegroep. Het is onduidelijk waarom.
Wat betreft de pedagogisch medewerker-kind relaties was er grotere winst voor kinderen in beide interventiegroepen vergeleken met de controlegroep: nabijheid nam toe en er was een afname van conflicten. Deze effecten zijn belangrijk: een goede pedagogisch medewerker-kind relatie laat kinderen later op school profiteren van leermogelijkheden en stellen kinderen in staat om ook op de kleuterschool nauwe relaties met leerkrachten te onderhouden.
De resultaten van deze studie tonen aan dat de responsiviteit van pedagogisch medewerkers doorwerkt op de emotionele ontwikkeling van peuters.
Landry, S.H., Zucker,T.A., Taylor, H.B., Swank, P.R., Williams,J.M., Assel, M., Crawford, A., Huang; W.. Clancy-Menchetti, J., Lonigan,C.J., Phillips, B.M., Eisenberg, N., Spinrad; T.L, de Villiers, J., de Villiers, P., Barnes, M., Starkey, P., Klein, A., & the School Readiness Research Consortium (2014). Enhancing early child care quality and learning for toddlers at risk: The responsive early childhood program. Developmental Psychology, 50(2), 526–541.
DOI: 10.1037/a0033494