Jonge kinderen moeten zelfzorgvaardigheden, zoals aankleden, eten en hygiëne, leren om zelfstandig te kunnen functioneren en zich goed te voelen over zichzelf. Deze vaardigheden hangen nauw samen met de ontwikkeling van grove en fijne motoriek. Kinderen die hierin achterblijven, ondervinden vaak problemen in het dagelijks leven. Ouders en leerkrachten spelen een belangrijke rol in dit leerproces, maar lopen tegen obstakels aan zoals tijdgebrek, overbescherming of beperkte kennis. Ook culturele factoren beïnvloeden hoe en wanneer kinderen zelfstandigheid aanleren. Dit onderzoek verkent hun perspectieven en de behoefte aan ondersteuning, zoals een praktische lesmodule.
In dit kwalitatieve onderzoek zijn acht ouders en kleuterleerkrachten geïnterviewd om hun perspectieven op motorische vaardigheden en zelfzorg bij jonge kinderen te verkennen. Deelnemers werden doelgericht geselecteerd en voldeden aan vooraf vastgestelde criteria. Interviews duurden 45 tot 90 minuten en vonden online plaats. Memberchecking en peer debriefing zijn ingezet om de betrouwbaarheid van de uitkomsten te vergroten. Het onderzoek focuste zich op de thema’s ontwikkeling, zelfzorg en behoefte aan een ondersteunende module.
Deze studie onderzocht hoe ouders en leerkrachten omgaan met het aanleren van motorische vaardigheden die belangrijk zijn voor zelfredzaamheid bij kleuters. Vijf thema’s kwamen naar voren. Ten eerste bleek dat ouders vaak weinig kennis hebben over de ontwikkeling van zelfzorgvaardigheden, mede omdat de nadruk vooral ligt op schoolprestaties. Daarnaast belemmeren tijdgebrek en individuele kindfactoren, zoals temperament, het leerproces. Zowel ouders als leerkrachten gaven aan onvoldoende ideeën of methoden te hebben om deze vaardigheden effectief aan te leren. De behoefte aan duidelijke en toegankelijke begeleiding, zoals een ontwikkelde module, werd breed gedeeld. Op dit moment ontbreekt het aan gestandaardiseerde richtlijnen binnen en tussen onderwijsomgevingen, wat leidt tot wisselende kwaliteit. Ouders en leerkrachten willen beter ondersteund worden, bij voorkeur in samenwerking met professionals zoals ergotherapeuten. Het ontwikkelen van een breed gedragen, afgestemde module kan ouders en leerkrachten helpen om samen kinderen te begeleiden richting meer zelfstandigheid.