WETENSCHAPPELIJKE BRON
Onderwerp: Buitenruimte | Publicatiedatum: 2025

Kern

Deze overkoepelende review richtte zich op de effectiviteit van interventies in de kinderopvang ten aanzien van beweeggedrag van kinderen van 0 tot 6 jaar. Over het geheel genomen bleek uit de meeste reviews dat interventies in de kinderopvang het beweeggedrag van kinderen verbeterden. In de evaluatie werd de impact van zes interventiestrategieën in kaart gebracht.

Deze overkoepelende review richtte zich op de effectiviteit van interventies in de kinderopvang ten aanzien van beweeggedrag van kinderen van 0 tot 6 jaar. Er werden vijf databases doorzocht om systematische reviews te identificeren die de impact evalueerden van interventies gericht op het beweeggedrag van kinderen van 0 tot 6 jaar in de kinderopvang. Eén reviewer verzamelde gegevens over de effectiviteit van de interventie en de kwaliteit van de reviews, gecontroleerd door een tweede reviewer. Uiteindelijk werden na selectie 5 systematische reviews meegenomen in het artikel. Over het geheel genomen bleek uit de meeste reviews dat interventies in de kinderopvang het beweeggedrag van kinderen verbeterden. In de evaluatie werd de impact van zes interventiestrategieën geïdentificeerd en in kaart gebracht.

De interventiestrategieën zijn:

  1. Uitdagende omgeving creëren, a) door de pedagogisch professional gecreëerd en/of geleid en b) met activiteiten gericht op de motorische ontwikkeling van kinderen. Dit kan bijvoorbeeld worden gedaan door te zorgen dat bewegen onderdeel is van de dagelijkse routines en het aanbod op de opvang. Maar ook door actieve kinderen niet te straffen, maar juist te stimuleren. Het beperken van spellen waar kinderen ‘af’ of ‘uit’ gaan is van belang voor kinderen die minder vaardig of nog wat aftastend zijn tijdens beweegactiviteiten. 
  1. Beleid, waarin afspraken zijn vastgelegd ten aanzien van het stimuleren van beweeggedrag van kinderen tijdens de opvang. In het (geschreven) beleid zou aandacht moeten zijn voor hoe bewegen wordt gestimuleerd, maar ook hoe belemmeringen ten aanzien van meer bewegen worden opgelost (denk aan het beperken van schermtijd). 
  1. Continue professionalisering van de pedagogisch professionals ten aanzien van het stimuleren van beweeggedrag van kinderen tijdens de opvang.
  1. Actieve rol van de pedagogisch professional in het stimuleren van beweeggedrag van kinderen tijdens de opvang. Dit kan bijvoorbeeld gedaan worden door het voordoen van bewegen door pedagogisch professionals. Denk aan spel opstarten in plaats van zittend op een stoel de kinderen observeren. Of lopend naar de supermarkt gaan met de kinderen.
  1. Spelmateriaal om het beweeggedrag van kinderen tijdens de opvang te stimuleren. Materiaal dat de creativiteit van kinderen stimuleert en zowel binnen als buiten gebruikt kan worden, heeft de voorkeur.
  1. Samenwerking met ouders ten aanzien van het stimuleren van beweeggedrag van kinderen tijdens en buiten de opvang.

Strategie nummer 1 (uitdagende omgeving creëren) was de enige die effectief bevonden is, maar er is meer onderzoek nodig naar effectiviteit. De interventiestrategieën 4 en 5 waren alleen effectief in samenhang met de andere strategieën, niet als losse strategie. Voor de Nederlandse kinderopvang is het belangrijk om pedagogisch medewerkers te ondersteunen om gericht beweegactiviteiten aan te bieden aan kinderen.