Dat de motorische vaardigheden van kleuters een belangrijke sleutel vormen in hun beweeggedrag, daar is niet iedereen zich bewust van. Als kinderen voldoende en gevarieerd bewegen, ontwikkelen zij een goede basis aan motorische vaardigheden en hebben daardoor meer plezier in bewegen. Want als het lukt, is het leuk en omdat het leuk is gaan kleuters vaker bewegen, wat een positief effect heeft op de lichamelijke gezondheid, maar ook op de andere ontwikkelingsgebieden van kleuters. Het omgekeerde gebeurt ook: als kleuters niet goed leren bewegen en dus te weinig succeservaringen opdoen, doet dat ook wat met hun zelfvertrouwen. Goede motorische vaardigheden zijn dus heel belangrijk voor kleuters: voor het zelfvertrouwen, voor de cognitieve ontwikkeling, voor de sociaal-emotionele ontwikkeling en voor de spraak- en taalontwikkeling. Bewegen ondersteunt de taalontwikkeling: kleuters die bij het praten veel gebaren maken, krijgen gemakkelijker grip op de woorden. Kinderliedjes, zoals hoofd-schouder-knie-en-teen en bewegingsversjes waarin woorden aan bewegingen gekoppeld worden, helpen in de taalontwikkeling.
Ook kan bewegen de cognitieve ontwikkeling van kinderen stimuleren. Bijvoorbeeld in een bewegingsbaantje, waarin kinderen springen, balanceren, kruipen en lopen. Daarin moeten kleuters afstanden inschatten met springen en moeten ze zich ruimtelijk oriënteren. Bovendien oefenen ze tegelijkertijd begrippen als erin, erdoor, erop, erover, eronder, voor, achter, naast, etc.
In het artikel worden tips geven hoe je jonge kinderen zoveel mogelijk gevarieerd kan laten bewegen, bijvoorbeeld door altijd meerdere motorische vaardigheden te laten oefenen en door aan te sluiten bij de belevingswereld van jonge kinderen.