WETENSCHAPPELIJKE BRON
Onderwerp: Bewegen | Publicatiedatum: 2024

Kern

Bewegen moet meer aandacht krijgen bij kinderdagverblijven (KDV’s) en op de buitenschoolse opvang (BSO). Dit blijkt uit een verkennend onderzoek onder professionals van KDV’s en BSO’s in Nederland. Uit een vragenlijst blijkt iets meer dan de helft van de KDV- en BSO-vestigingen een visie op bewegen te hebben opgenomen in hun beleidsplan. Deze visie is vaak terug te zien in het beweegaanbod, dat bestaat uit zowel vrij spel als georganiseerde activiteiten en vindt meestal buiten plaats. Professionals vinden het huidige beweegaanbod vaak niet voldoende. Dit komt volgens hen onder andere door een gebrek aan bekwaamheid en enthousiasme onder collega’s. Het is daarom belangrijk om professionals beter te informeren, bij te scholen en te enthousiasmeren over het belang van bewegen bij kinderen. Naast een gebrek aan kennis en vaardigheden noemen professionals ook personeelstekort en gebrek aan ruimte als belangrijke redenen voor onvoldoende beweegaanbod.

In 2022 is er een verkennend onderzoek uitgevoerd onder professionals van kinderdagverblijven (KDV’s) en buitenschoolse opvang (BSO’s). Gezien het aantal kinderen dat een aanzienlijk deel van hun tijd in deze settingen doorbrengt en de toenemende zorgen over het beweeggedrag van kinderen, was het doel van dit onderzoek om inzicht te krijgen in de mate waarin er binnen de kinderopvang aandacht is voor voldoende bewegen en meer bewegen.

De beweegmonitor kinderopvang 2022 heeft de aanwezigheid van beleid op het gebied van bewegen, het huidige beweegaanbod en de (ervaren) kwaliteit van het beweegaanbod in kaart gebracht met een vragenlijst onder professionals van KDV- en BSO-vestigingen.

Wat weten we over het thema bewegen op de kinderopvang?

Uit het onderzoek blijkt dat ongeveer zes op de tien KDV- en BSO-vestigingen een visie op het beweegaanbod in hun beleidsplan hebben opgenomen. Dit zijn vooral de grote KDV-vestigingen. De kleine/middelgrote vestigingen hebben minder vaak een visie op het beweegaanbod. Bij BSO-vestigingen zijn het vooral de vestigingen in een dorp, ten opzichte van een stad, die een visie op het beweegaanbod in het beleidsplan hebben opgenomen.

Ongeveer twee derde van de respondenten van KDV-vestigingen is bekend met het beweegadvies 0 tot 4 jaar dat de Gezondheidsraad in 2022 gepubliceerd heeft. Van deze groep geeft echter een derde aan niet bekend te zijn met de inhoud. Bij BSO-vestigingen geeft bijna 80% aan bekend te zijn met de beweegrichtlijnen voor kinderen vanaf 4 jaar.

Hoewel er op de meeste KDV- en BSO-vestigingen dagelijks een beweegaanbod is, geven vier op de tien respondenten van KDV-vestigingen en vijf op de tien respondenten van BSO-vestigingen aan dat ze het aanbod ‘te weinig’ vinden. Bij KDV-vestigingen wordt onvoldoende ruimte als een van de belemmeringen gezien om kinderen meer te laten bewegen. Dit is opvallend aangezien de meeste respondenten aangeven dat hun vestiging zowel een binnen- als buitenruimte heeft en er voldoende en gevarieerd materiaal aanwezig is. Naast onvoldoende ruimte wordt ook te weinig tijd genoemd als een belemmering om bewegen te stimuleren. Dit wordt voornamelijk ervaren door respondenten die werkzaam zijn op een groot KDV (>33 kinderen per dag). Professionals van BSO-vestigingen benoemen vooral te weinig personeel, te weinig bekwaamheid en te weinig enthousiasme bij collega’s.

Aanbevelingen

Op basis van dit onderzoek worden een aantal aanbevelingen gedaan. Ten eerste is het belangrijk om het thema bewegen in het beleid van de kinderopvang te integreren. Daarnaast wordt verspreiding en implementatie van het beweegadvies voor 0 tot 4 jaar en de beweegrichtlijnen van 4 tot 12 jaar binnen de kinderopvang aangeraden.

Een andere belangrijke stap om kinderen meer te laten bewegen op de kinderopvang is het wegnemen van de handelingsverlegenheid van professionals door ze te informeren, bij te scholen en te enthousiasmeren. Om belemmeringen als een tekort aan personeel en/of ruimte weg te nemen, worden samenwerkingen met bijvoorbeeld lokale partners aangeraden. Dit kan leiden tot een toename in zowel de hoeveelheid als de kwaliteit van het beweegaanbod.