Aan het Amerikaanse onderzoek van Liu en collega’s deden 137 kinderen uit groep 3 mee die vijf dagen per week naar de buitenschoolse opvang (bso) gingen. In groep 3 vulden de professionals in de bso, de leerkrachten op school en moeders een vragenlijst in over hun relatie met deze kinderen. In groep 4 rapporteerden de leerkrachten over het functioneren van kinderen op school. Voor zover wij weten, is dit het enige onderzoek dat kijkt naar langere termijn effecten van dyadische relaties met professionals in de bso.
Kinderen die een conflictueuze relatie met professionals in de bso hadden, vertoonden een jaar later meer externaliserend probleemgedrag (gedrag dat storend is voor de omgeving, zoals agressie en hyperactiviteit) en minder sociale zelfcontrole (omgaan met conflicten met andere kinderen, peer pressure, plagen etc.). Meer conflict met leerkrachten zorgde voor minder betrokkenheid en een minder goede werkhouding. De moeder-kindrelatie hing niet samen met het schools functioneren van kinderen.
Conclusie: Opvallend is dat conflict met professionals in de bso zorgde voor meer externaliserend probleemgedrag en minder sociale zelfcontrole een jaar later, terwijl dit niet het geval was voor de relatie met leerkrachten en moeders. Professional-kindrelaties in de bso lijken dus ook van belang voor de gedragsmatige en sociale ontwikkeling op school. Meer onderzoek is nodig om erachter te komen of dit ook geldt voor de Nederlandse bso.
