Onderzoeken

Op deze pagina staat een overzicht van wetenschappelijk in Nederland uitgevoerd onderzoek naar 'pedagogische kwaliteit' vanaf 2000 en van nieuw naar oud.

Actief fundament

Doel:

Actief Fundament richt zich op het ontwikkelen van een passende aanpak op een integraal kindcentrum (IKC) gericht op beweegstimulering en motorische ontwikkeling voor kinderen van 2 tot 7 jaar. Het doel is het beweeggedrag, de motorische vaardigheden en het sociaal-emotioneel welbevinden van kinderen te verbeteren. In dit meerjarige onderzoek realiseren we een passende aanpak waarin we inspelen op de ervaren barrières.

De centrale onderzoeksvraag in dit project is: ‘Hoe kan een IKC zo goed mogelijk worden uitgerust teneinde de kwaliteit en kwantiteit van het beweeggedrag van 2 tot 7 jarige kinderen in Nederland te verbeteren?’

Organisatie: Fontys Sport en Bewegen is projectleider van dit project. Partners in het project zijn Mulier Instituut, Universiteit Maastricht, Hogeschool van Amsterdam, Zuyd Hogeschool, Kenniscentrum Sport en Bewegen en Van Gelder in Beweging.
Looptijd: Januari 2024 - december 2027
Financier: SIA

Beweegmonitor Kinderopvang

Doel:

Doel van dit onderzoek is om kerngegevens over het thema bewegen op kinderdagverblijven, de gastouderopvang en buitenschoolse opvang in kaart te brengen via herhaalde metingen: de beweegmonitor kinderopvang. Deze monitor zal in de genoemde settingen ingaan op het beleid, beweegaanbod en behoeften van professionals om bewegen te stimuleren bij kinderen. Het monitoren van het thema bewegen op de kinderopvang geeft een goed beeld van de ontwikkelingen op het gebied van beleid en praktijk.

Organisatie: Het Mulier instituut is projectleider van dit project. Dit project wordt uitgevoerd in samenwerking met VWS, SZW, RIVM, Gezonde Kinderopvang, Branchevereniging Kinderopvang (BK), Branchevereniging Maatschappelijke Kinderopvang (BMK), Beroepsvereniging Pedagogisch Professionals Kinderopvang (PPINK), Brancheorganisatie voor gastouders (NYCA), Expertisecentrum Kinderopvang, Beweegalliantie en de Universiteit Utrecht.
Looptijd: 2025-2029
Financier: Ministerie van VWS

Plusvoorzieningen in de kinderopvang

Doel:

In Amsterdam zijn een aantal jaren geleden, naast de reguliere kinderopvang en voorscholen, extra opvangvoorzieningen opgezet voor jonge kinderen met een grotere ondersteuningsbehoefte. Deze voorzieningen bestaan uit plusgroepen voor jonge kinderen die baat hebben bij kleinere groepen, en uit plusplusgroepen voor jonge kinderen met een specifieke zorgbehoefte. De plusplusgroepen hebben een tijdelijke opzet en zijn bedoeld voor kinderen die op een wachtlijst staan voor specialistische jeugdhulp. In opdracht van de gemeente Amsterdam is onderzocht of deze plusvoorzieningen een goed antwoord zijn op de zorgvraag van de kinderen. De onderzoeksresultaten hebben richting gegeven aan de verdere doorontwikkeling van het gemeentelijk plusaanbod. De bestaande plusvoorzieningen worden afgebouwd dan wel omgebouwd tot zogenoemde hybride groepen. Ook komt er meer aandacht voor de thuissituatie en ondersteuning van ouders, door in te zetten op versterking van de samenwerking tussen de kinderopvang en andere organisaties in de wijk of buurt, zoals bijvoorbeeld de buurtteams.

Organisatie: Kohnstamm Instituut, Onderzoek en Statistiek gemeente Amsterdam, Stichting Alexander
Looptijd: Januari-mei 2024
Financier: Gemeente Amsterdam

Wandel woensdag & Fiets vrijdag

Doel:

Wandel-woensdag en Fiets-vrijdag heeft als hoofddoel het bevorderen van actieve mobiliteit, zoals lopen, fietsen of steppen, van en naar de kinderopvang. Subdoelen zijn het verhogen van de sociale interactie tussen ouders en kinderen, het verbeteren van de fysieke gezondheid en motorische vaardigheden van kinderen en het versterken van het bewustzijn van verkeersveiligheid en milieuvriendelijkheid.

Organisatie: Dit project is een samenwerking tussen Beweegalliantie, Mulier Instituut, BYCS en de Brancheorganisatie kinderopvang
Looptijd: 2024-onbekend
Financier: Dit project is een samenwerking tussen Beweegalliantie, Mulier Instituut, BYCS en de Brancheorganisatie kinderopvang

Validating Self-Assessment Measures for Quality of Center-Based Childcare: A Meta-Analysis

Doel:

Een groeiend aantal belanghebbenden vertrouwt op zelfevaluatie om de kwaliteit van kinderopvang (dagopvang, peuteropvang en buitenschoolse opvang) te beoordelen en te verbeteren, maar de betrouwbaarheid en validiteit ervan zijn nog onzeker. Door zelfevaluatie kunnen professionals in de kinderopvang zich bewust worden van hun eigen sterke en zwakke punten, en hun behoeften voor verbetering identificeren (Isoré, 2009). Zelfevaluatie kan ook een voortdurende dialoog over de kwaliteit van kinderopvang stimuleren tussen aanbieders van kinderopvang, onderzoekers, beleidsmakers en inspectie. Omdat er voordelen lijken te zijn aan zelfevaluatie, is er behoefte aan een duidelijk beeld van de kwaliteit van zelfevaluatie-instrumenten. Voor deze studie onderzochten we de betrouwbaarheid, convergente validiteit en voorspellende validiteit van zelfevaluatiemaatregelen in de kinderopvangcontext.

De bevindingen van de huidige meta-analyse zijn een aanvulling op onderzoek in de Verenigde Staten dat ook hogere scores op zelfevaluatie resultaten rapporteerde voor groepen met hogere scores op gevalideerde metingen voor de kwaliteit van de kinderopvang. Wat betreft de predictieve validiteit van zelfbeoordelingsinstrumenten komen de huidige bevindingen overeen met een eerdere meta-analyse, die ook vergelijkbare kleine verbanden aantoonde tussen wetenschappelijke metingen wat betreft de kwaliteit van kinderopvang en de ontwikkeling van kinderen. Zelfevaluatie metingen kunnen een waardevolle aanvulling zijn op wetenschappelijke kwaliteitsbeoordelingen als deze zelfevaluatie-instrumenten voldoende betrouwbaarheid en validiteit vertonen. Door de kinderopvangpraktijk te voorzien van gevalideerde zelfevaluatie-instrumenten zullen kinderopvangaanbieders hun eigen perspectief kunnen inbrengen in de voortdurende dialoog over pedagogische kwaliteit met onderzoekers, ouders, beleidsmakers en inspectie. Hoewel het gebruik van zelfevaluatie-instrumenten veelbelovend lijkt, is er meer onderzoek nodig naar de potentiële bias van zelfevaluaties.

Organisatie: Expertisecentrum Kinderopvang
Looptijd: 2024
Financier: Expertisecentrum Kinderopvang

ProMotion

Doel:

ProMotion richt zich op het stimuleren van bewegen binnen de kinderopvang via de integratie van het thema bewegen binnen opleidingen. Het gaat hierbij om opleidingen die professionals opleiden tot professional in de kinderopvang.

Om dit doel te bereiken doorlopen we de volgende stappen:

  • het identificeren van ingrediënten die in de opleiding van professionals werkzaam in de kinderopvang essentieel zijn om professionals in staat te stellen om kinderen te stimuleren om op een kwalitatief goede manier en voldoende te laten bewegen;
  • het ontwikkelen van modules voor opleiding en bijscholing, op basis van de geïdentificeerde ingrediënten, om professionals te ondersteunen bij het stimuleren van kwalitatief goed en voldoende bewegen;
  • het monitoren van de ontwikkelingen op het gebied van bewegen binnen de kinderopvang.
Organisatie: Het Mulier instituut is projectleider van dit project. Partners in het project zijn HAN University of Applied Sciences, Fontys Sport en Bewegen en Universiteit Maastricht.
Looptijd: September 2023 tot en met december 2025
Financier: Ministerie van VWS

Voorspellers van sociale ongelijkheid - van de voor- en vroegschoolse periode tot in het voortgezet onderwijs

Doel:

Binnen het pre-COOL cohortonderzoek zijn kinderen vanaf tweejarige leeftijd gevolgd en zijn gegevens verzameld over gezinsfactoren, factoren in de cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling en enkele schoolkenmerken. Van 2686 kinderen is onderzocht in hoeverre de genoemde factoren samenhangen met sociale ongelijkheid in de ontwikkeling van de schoolloopbaan tot 15-jarige leeftijd. Wat betreft vroeg ingrijpen blijkt uit het onderzoek dat de beste kansen liggen op het gebied van de executieve functies en kennis van de wereld. 

Executieve functies (aandacht, werkgeheugen en ‘inhibitie’), die al op driejarige leeftijd werden gemeten, blijken namelijk een sterke voorspeller te zijn van sociale ongelijkheid. Het onderzoek laat ook zien dat burgerschapskennis sterk met sociale ongelijkheid samenhangt. We beschouwen dat in dit onderzoek als indicator voor algemene kennis (kennis van de wereld). Hieruit blijkt het belang van het compenseren voor een lagere algemene kennis bij kinderen met een ongunstige sociaaleconomische achtergrond.

Organisatie: Kohnstamm Instituut
Looptijd: juni 2023-januari 2024
Financier: NRO/ministerie van OCW

De weg naar meer en beter bewegen in de kinderopvang

Doel:

Uit de literatuur blijkt dat (bij)scholing van pedagogisch professionals gericht op kennis en vaardigheden om kinderen te stimuleren meer te bewegen, een positief effect kan hebben op hoeveel jonge kinderen bewegen (Mehtälä et al., 2014; Lum et al., 2022). Het is niet bekend in hoeverre het thema bewegen momenteel in de opleiding tot (gespecialiseerd) pedagogisch medewerker aan bod komt.

Het doel van dit onderzoek is het thema bewegen in het beleid en het curriculum van de opleiding tot (gespecialiseerd) pedagogisch medewerker in kaart te brengen. Daarnaast willen we de wensen en behoeften van opleidingen rondom het thema bewegen ophalen.

Organisatie: Mulier Instituut
Looptijd: 2023, gepubliceerd in 2024
Financier: Ministerie van VWS

Door het oog van de professional

Doel:

Bewegen is vaak geen onderdeel van de visie van de kinderopvang, en pedagogisch professionals ervaren een gebrek aan tijd, ruimte, kennis en vaardigheden om kinderen te stimuleren (meer) te bewegen. Onderzoek toont aan dat scholing van pedagogisch professionals over bewegen belangrijk is. Het doel van dit onderzoek is om inzicht te krijgen in de (scholings)behoeften van professionals in de kinderopvang (zowel het kinderdagverblijf als de gastouder) om kinderen te kunnen stimuleren (meer) te bewegen. Dit inzicht draagt bij aan de ontwikkeling van beleid en professionalisering die aansluiten bij de behoeften van professionals. Inzetten op beleid en professionalisering heeft als uiteindelijk doel: structurele beweegstimulering in de kinderopvang via duurzame integratie, om zo een gezonde groei en ontwikkeling van jonge kinderen te bevorderen.

Organisatie: Mulier Instituut
Looptijd: 2023, gepubliceerd in 2024
Financier: Ministerie van VWS

Naar een inclusievere BSO voor kinderen met extra ondersteuning

Doel:

Dit onderzoek onderzoekt welke factoren een rol spelen in het creëren van een inclusieve omgeving voor kinderen met een extra ondersteuningsbehoefte in de reguliere buitenschoolse opvang (BSO). Het richt zich op de ervaringen van ouders en pedagogisch medewerkers en kijkt naar zowel belemmerende als bevorderende aspecten binnen de BSO zelf die direct invloed hebben op het individuele kind. Door middel van interviews wordt onderzocht hoe BSO’s momenteel invulling geven aan een inclusieve omgeving voor kinderen met een extra ondersteuningsbehoefte en welke mogelijkheden de betrokkenen zien om de opvang inclusiever te maken voor alle kinderen.

Dit project maakt deel uit van een vijfjarig promotietraject aan de Rijksuniversiteit Groningen van promovendus Britt Brekhof, gericht op het bevorderen van inclusieve buitenschoolse opvang.

Organisatie: Rijksuniversiteit Groningen en Universiteit van Amsterdam
Looptijd: 2023-2028
Financier: Rijksuniversiteit Groningen en Universiteit van Amsterdam

Meer en vaker beroepskrachten in opleiding op de groep

Doel:

Het Expertisecentrum Kinderopvang deed in opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid onderzoek naar de verruimde inzetbaarheid van beroepskrachten in opleiding. Sinds 1 januari 2022 mag namelijk maximaal de helft van het aantal in te zetten beroepskrachten op een kindercentrum bestaan uit beroepskrachten in opleiding (daarvoor was dat maximaal een derde van het aantal in te zetten beroepskrachten). Deze tijdelijke maatregel geldt tot 1 juli 2024. Het onderzoek richtte zich op de gevolgen van deze maatregel voor de pedagogische kwaliteit en de werkdruk van de collega’s die op de groep samenwerken met een beroepskracht in opleiding.

Organisatie: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Looptijd: 2023
Financier: Expertisecentrum Kinderopvang

Pilot beweegmonitor

Doel:

De kinderopvang biedt kansen om de hoeveelheid beweging van kinderen op verschillende manieren te stimuleren. Op dit moment hebben we geen zicht op hoe en in welke mate bewegen op de kinderopvang in Nederland gestimuleerd wordt. Het doel van dit onderzoek is om via deze beweegmonitor inzicht te krijgen in de mate waarin aandacht is voor voldoende bewegen/meer bewegen op de kinderopvang.

In dit onderzoek brengen we de volgende onderdelen in kaart: 1) de aanwezigheid van beleid op het gebied van bewegen; 2) het huidige beweegaanbod; 3) de (ervaren) kwaliteit van het beweegaanbod.

Op basis van deze inzichten identificeren we kansen voor het stimuleren van bewegen op de kinderopvang.

Organisatie: Mulier Instituut
Looptijd: 2022, gepubliceerd in 2023
Financier: Ministerie van VWS

Kennissynthese: hoe kunnen we kinderen en gezinnen in kwetsbare omstandigheden tijdig signaleren en hen zo goed mogelijk ondersteunen door het effectief versterken van beschermende factoren?

Doel:

Een aanzienlijk aantal kinderen groeit op in potentieel kwetsbare omstandigheden (bijvoorbeeld door armoede of financiële problemen, ouders met psychische problemen of een licht verstandelijke beperking). Deze kinderen lopen een verhoogd risico op fysieke, psychische, sociale en/of schoolproblemen. In deze gezinnen is vaak ook sprake van andere problemen of risicofactoren, zoals een beperkt sociaal netwerk of beperkte opvoedvaardigheden, die een optimale ontwikkeling van kinderen verder kunnen beperken. Door kwetsbare kinderen en gezinnen tijdig te signaleren en te ondersteunen, kan voorkomen worden dat problemen ontstaan of dat er een opeenstapeling van problemen plaatsvindt, die in een later stadium veel lastiger te behandelen zijn. Bepaalde individuele, sociale en maatschappelijke factoren zoals een goede ouder-kindrelatie of een sterk sociaal netwerk, werken beschermend in de ontwikkeling van kinderen. Dit project beoogt inzichtelijk te maken hoe kwetsbare kinderen en gezinnen tijdig gesignaleerd kunnen worden en hoe beschermende factoren effectief kunnen worden versterkt om hen te ondersteunen.

Organisatie: Kenniscentrum Kinder-en Jeugdpsychiatrie
Looptijd: 2021-2025
Financier: ZonMw, programma Wat werkt voor de jeugd

Samenwerken aan preventie en normalisatie rond het jonge kind

Doel:

In dit project staat het versterken van het gewone leven voor ouders met jonge kinderen centraal. Voor ouders is het belangrijk dat ondersteuning kunnen krijgen als dat nodig is. In dit project organiseren de onderzoekers in drie wijken in Zwolle leergemeenschappen waarin ouders samen met beroepskrachten leren hoe hun gewone leven versterkt kan worden. Beroepskrachten van kinderopvang, school, consultatiebureau, huisartsenpraktijk, sociaal wijkteam en alle betrokken hulpverleners participeren in de leergemeenschappen. Het doel is dat ouders weten waar ze terecht kunnen voor ondersteuning en dat ouders en beroepskrachten het eens zijn over wat goede oplossingen zijn: wanneer wordt het gewone leven echt versterkt? Het streven is om overeenstemming te bereiken over belangrijke uitgangspunten rond opvoeding en ontwikkeling van jonge kinderen, zodat ouders goede handvatten krijgen om hun kind te begeleiden in zijn ontwikkeling, en dat de professionals die hen daarbij ondersteunen op één lijn zitten.

Organisatie: Hogeschool Viaa
Looptijd: 2020-2022
Financier: ZonMw, programma Wat werkt voor de jeugd

Grip op pedagogische kwaliteit in de kinderopvang

Doel:

Kinderopvang is een belangrijk middel om het welbevinden en de betrokkenheid van kinderen te verhogen en hun ontwikkeling te stimuleren. Een belangrijke voorwaarde is de geboden pedagogische kwaliteit. Kinderopvanghouders zijn verantwoordelijk voor het bieden van goede pedagogische kwaliteit. Het is echter lastig om als kinderopvanghouder zelf een gedegen inschatting te kunnen maken of de geboden pedagogische kwaliteit voldoet aan de eisen, terwijl uit onderzoek blijkt dat kinderen baat hebben bij kinderopvang van goede kwaliteit. Middels dit onderzoek willen we pedagogisch medewerkers, managers, pedagogisch coaches/beleidsmedewerkers en de kinderopvangsector een betrouwbaar en valide zelfevaluatie-instrument in handen geven om de eigen pedagogisch kwaliteit te kunnen optimaliseren.

Organisatie: Universiteit Leiden
Looptijd: 2019-2025
Financier: KindeRdam stelt tijd beschikbaar voor de onderzoeker

Kwaliteit van taal, spel en denken. Naar een plg-benadering voor adaptieve ondersteuning bij het daadwerkelijk toepassen van interactievaardigheden voor taal, spel en denken.

Doel:

Het doel van dit project is om een adaptieve werkwijze te ontwikkelen die pedagogisch medewerkers in de kinderopvang (beter) toerust voor het stimuleren van de taal-, spel- en denkontwikkeling van kinderen door middel van goede interacties. Bij twee kinderopvangorganisaties wordt een ontwerponderzoek uitgevoerd waarin een professionaliseringstraject wordt ontwikkeld. Dit professionaliseringstraject is gebaseerd op de leerwensen van de deelnemende pedagogisch medewerkers en de 10 kernelementen voor taaldenken in spel. Het traject bestaat uit groepsbijeenkomsten, individuele coaching, het gebruik van eigen videomateriaal en collegiale uitwisseling. Producten van het onderzoek zijn een onderzoeksrapport, een handleiding voor de praktijk, een online train-de-trainer-cursus en de website http://www.taal-in-spel.nl/.

 

Organisatie: Kohnstamm Instituut
Looptijd: 2018-2021
Financier: ZonMw, programma Kwaliteit Kinderopvang

Versterken van de kwaliteit Groene Kinderdagopvang door doelgericht gebruik van de natuur als pedagogische ruimte

Doel:

Steeds meer kinderen groeien op in een omgeving met een tekort aan natuur. Dit heeft geleid tot investeringen in Groene Kinderopvang. Door Groene Kinderopvang kunnen kinderen vanaf zeer jonge leeftijd regelmatig direct zintuiglijk contact met natuur maken en daardoor een band met natuur opbouwen. Momenteel stagneert de Groene Kinderopvang omdat er weinig kennis beschikbaar is over het pedagogisch gebruik van de groene buitenruimte. In dit onderzoek staat een professionaliseringstraject centraal. In dat traject leren pedagogisch medewerkers de groene buitenruimte zo te gebruiken dat dit het welzijn van kinderen (0-4 jaar) en hun persoonlijke competenties bevordert en daarmee de kwaliteit van de opvang vergroot. Na afloop van het traject wordt de effectiviteit in kaart gebracht met een evaluatieonderzoek onder 24 kinderdagopvanglocaties. In dit onderzoek wordt het welzijn van kinderen op de locaties die het professionaliseringstraject hebben doorlopen vergeleken met het welzijn van kinderen op locaties die niet zo’n traject hebben doorlopen.

Organisatie: Hogeschool Leiden
Looptijd: 2018-2022
Financier: ZonMw, programma Kwaliteit Kinderopvang

Alert4you, professionalisering van medewerkers in de kinderopvang. Een verklarend onderzoek naar de werkzame factoren bij pedagogisch medewerkers.

Doel:

Dit project richt zich op professionalisering van pedagogisch medewerkers in de kinderopvang door Alert4you. Alert4you is een vorm van samenwerking waarbij jeugdhulpspecialisten zorgen voor kennisoverdracht naar en coaching op de werkplek van pedagogisch medewerkers. Deze structurele samenwerking tussen pedagogisch medewerkers en jeugdhulpspecialisten moet zorgen voor vroegtijdige en betere signalering van kinderen die extra begeleiding nodig hebben. Het doel hiervan is om te voorkomen dat deze kinderen onnodig verwezen worden naar gespecialiseerde jeugdhulpvoorzieningen. In dit onderzoek worden de veronderstelde werkzame factoren en de noodzakelijk geachte competenties bij de professionals (pedagogisch medewerkers en jeugdhulpspecialisten) in kaart gebracht en verklaard. Het onderzoek richt zich op drie (middel)grote gemeenten, waaronder Amsterdam.

Organisatie: Kohnstamm Instituut
Looptijd: 2018-2020
Financier: ZonMw, programma Kwaliteit Kinderopvang

Effecten van kinderopvang: profiteren kinderen in verschillende mate?

Doel:

Dit onderzoek moet voor de Nederlandse situatie licht werpen op mogelijke positieve en negatieve uitkomsten van kinderopvanggebruik, samenhangend met kenmerken van de kinderen en de opvangsituatie. Het doel van dit project is om inzicht te vergroten in de kind- en omgevingsfactoren die bijdragen aan de sociaal-emotionele en cognitieve ontwikkeling van kinderen (0-4 jaar). Ook wordt onderzocht of een groep ‘gevoelige’ kinderen (moeilijk temperament, verhoogde gevoeligheid voor invloeden vanuit de omgeving) profiteert van een relatief hoge pedagogische kwaliteit. Er worden drie deelstudies uitgevoerd. Ten eerste een (inter)nationaal literatuuronderzoek naar moderatoren en differentiële effecten van kinderopvang op de ontwikkeling van kinderen (0-4 jaar). Ten tweede zogenaamde secundaire analyses van bestaande NCKO-data. Tot slot een longitudinale studie van kinderen van 2 tot en met 4 jaar (t/m het begin van groep 1) in kinderdagverblijven en gastouderopvang.

Organisatie: Universiteit van Amsterdam
Looptijd: 2018-2021
Financier: ZonMw, programma Kwaliteit Kinderopvang

Kei in Karakter in de Kinderopvang: een onderzoek naar de deugdenaanpak in de kinderopvang

Doel:

Veel peuters doen een groot deel van hun ervaringen op binnen de kinderopvang. In dit project krijgen pedagogisch medewerkers vanuit een ‘deugdenaanpak’ concrete tools in handen, die helpen om positieve eigenschappen (deugden) in de dagelijkse praktijk te herkennen, te vormen en te stimuleren en hiermee bij te dragen aan karaktervorming. Deugden zijn universele positieve eigenschappen (zoals eerlijkheid, behulpzaamheid of vriendelijkheid), de bouwstenen van ons karakter en in aanleg bij iedereen aanwezig (Wilce, 2014). Met aandacht voor de positieve eigenschappen van kinderen en pedagogisch medewerkers, wordt gestreefd om een bijdrage te leveren aan zowel het welzijn en de persoonlijke ontwikkeling van kinderen van 2-4 jaar in de kinderopvang als ook aan de professionalisering van pedagogisch medewerkers.

Door middel van vragenlijsten, observaties en focusgroepen wordt de haalbaarheid en effectiviteit van de deugdenaanpak in de kinderopvang geëvalueerd.

Organisatie: Tilburg University
Looptijd: 2018-2019
Financier: ZonMw, programma Kwaliteit Kinderopvang

Professionaliseren op spelbegeleiding door dialogische gesprekken

Doel:

Voor pedagogisch medewerkers in de kinderopvang is de begeleiding van spel complex, terwijl spel belangrijk is voor de ontwikkeling van jonge kinderen. Uit onderzoek is bekend dat dialogische gesprekken, waarin open vragen worden gesteld en kinderen veel ruimte krijgen om zelf ideeën te verwoorden, een grote bijdrage leveren aan de taal- en denkontwikkeling van kinderen. In dit project wordt de effectiviteit van professionaliseringstrajecten gericht op het voeren van dialogische gesprekken tijdens spelbegeleiding onderzocht. Daarbij ligt de focus op twee vormen van professionalisering: een trainingsvariant en een netwerkvariant. Beide varianten bestaan uit een combinatie van groepsbijeenkomsten en coaching on the job.

De verwachting is dat de professionalisering positieve effecten heeft op de kwaliteit van het spel en de taal- en sociale ontwikkeling van de kinderen.

 

Organisatie: Vrije Universiteit Amsterdam
Looptijd: 2018-2021
Financier: ZonMw, programma Kwaliteit Kinderopvang

Een veilige basis: Een effectstudie naar VIPP-Babyopvang

Doel:
Omdat de start in de kinderopvang voor zowel baby’s als ouders stressvol kan zijn, wordt in deze interventie-studie onderzocht of de overgang van thuis naar kinderopvang soepeler kan verlopen. Voor dit doel wordt in het verlengde van de bewezen effectieve ‘Video-feedback Intervention to promote Positive Parenting’ (VIPP) een module babyopvang ontwikkeld. Deze module is gericht op het bevorderen van sensitief opvoeden van pedagogisch medewerkers en het verhogen van het welbevinden en het reduceren van stress van baby’s. De module wordt getoetst in een gerandomiseerde onderzoeksopzet met controlegroep. In de steekproef, die bestaat uit 100 baby’s (3 tot 6 maanden), worden zowel pedagogisch medewerkers als ouders betrokken.
Organisatie: Universiteit Leiden
Looptijd: 2018-2022
Financier: ZonMw, programma Kwaliteit Kinderopvang

Leiden: Motivatie als motor voor professionalisering

Doel:

Het doel van de interventie in innovatiecentrum Leiden is om de motivatie van pedagogisch medewerkers te verhogen, specifiek de motivatie om te professionaliseren. De verwachting is dat dit leidt tot een verbeterd professioneel handelen op de groep en uiteindelijk tot een verhoging van de kwaliteit van de geboden vve. De kern van de interventie bestaat uit herhaalde ‘motivatie-interviews’ die leidinggevenden met pedagogisch medewerkers voeren. De onderzoeksvraag die centraal staat is of de innovatieve maatregelen die in Leiden genomen zijn een positief effect op de kwaliteit van de vve hebben.

https://www.sardes.nl/pathtoimg.php?id=4003&image=eindrapport-innovatiecentra-voor-en-vroegschoolse-educatie.pdf

Organisatie: KBA Nijmegen
Looptijd: 2017-2021
Financier: NRO, onderzoeksprogramma Innovatiecentra vve

Heerlen: Reflectief practicum

Doel:

In innovatiecentrum Heerlen voeren pedagogisch medewerkers en leerkrachten bij elkaar audits uit. Het doel hiervan is om hun relatie te versterken en het handelen en aanbod op elkaar af te stemmen. Hiermee kan de samenwerking en de doorgaande lijn tussen peuteropvang en basisschool versterkt worden. De onderzoeksvraag is of de innovatieve maatregelen die in Heerlen genomen zijn een positief effect hebben op de aansluiting van de voorschool en vroegschool en op de kwaliteit van de vve.

https://www.sardes.nl/pathtoimg.php?id=4003&image=eindrapport-innovatiecentra-voor-en-vroegschoolse-educatie.pdf

Organisatie: KBA Nijmegen
Looptijd: 2017-2021
Financier: NRO, onderzoeksprogramma Innovatiecentra vve