WETENSCHAPPELIJKE BRON
Onderwerp: Zelfredzaamheid | Publicatiedatum: 2025

Kern

Dit onderzoek richtte zich op de relatie tussen motorische vaardigheden en zelfzorggedrag bij Turkse kleuters van 60–72 maanden. Er werd een positief verband vastgesteld: hoe sterker de motoriek, hoe beter kinderen in staat zijn tot zelfzorg, zoals aankleden, eten en hygiëne. Kinderen die voltijds kleuteronderwijs volgden, scoorden hoger op motoriek, terwijl deeltijdleerlingen beter presteerden op zelfzorg, mogelijk dankzij meer ouderlijke ondersteuning thuis. Vooral op het gebied van toiletgebruik en hygiëne bleek de correlatie met motorische vaardigheden het sterkst. De bevindingen onderstrepen het belang van een gecombineerde aanpak: zowel kleuteronderwijs als betrokkenheid van ouders dragen bij aan de ontwikkeling van zelfstandigheid.

Jonge kinderen ondergaan een enorme fysieke, cognitieve en sociale ontwikkeling. Zowel motorische als zelfzorgvaardigheden – zoals aankleden, eten en hygiëne – vormen de basis voor zelfstandigheid en latere schoolprestaties. Motorische tekorten kunnen dagelijkse handelingen belemmeren. Hoewel eerder onderzoek de relatie tussen motoriek en zelfzorgvaardigheden onderzocht bij kinderen met beperkingen, ontbreekt vergelijkbaar onderzoek bij gezonde kleuters in Turkije. Deze studie onderzoekt daarom hoe motorische vaardigheden samenhangen met zelfzorggedrag bij kleuters in de kleuterklas, met aandacht voor schooltijd, motoriek en sub-domeinen van zelfzorg. Daarvoor werd er gekeken naar de volgende drie vragen:

(1) Zijn er verschillen in de scores van kinderen op motorische vaardigheden op basis van hun schoolaanwezigheid (halve of hele dagen onderwijs)?

(2) Zijn er verschillen in de scores van kinderen op zelfzorgvaardigheden op basis van hun schoolaanwezigheid (halve of hele dagen onderwijs)?

(3) Is er een relatie tussen de motorische vaardigheden van kinderen, zelfzorgvaardigheden en de subschalen?

Het onderzoek vond plaats in twee grote kleuterscholen in Turkije, met 126 kinderen (60–72 maanden) uit verschillende sociaaleconomische achtergronden. Kinderen volgden een halve dag onderwijs (deeltijd) of een hele dag onderwijs (voltijd). Gegevens werden verzameld via ouderformulieren en observaties van leraren. Motorische vaardigheden werden gemeten met de Lincoln Oseretsky Motor Development Test en de zelfzorgvaardigheden met de Self-Care Skills Scale. De tests werden op speelse wijze individueel afgenomen en in het totaal duurden de observaties een maand.

Kinderen die voltijd naar de kleuterschool gingen, hadden significant betere motorische vaardigheden (1), terwijl deeltijd leerlingen betere zelfzorgvaardigheden lieten zien (2). Dit verschil wordt toegeschreven aan ouderlijke betrokkenheid, vooral van moeders. Daarnaast werd er een positief verband gevonden tussen motorische en zelfzorgvaardigheden, vooral op het gebied van toilet/hygiëne (3). Minder sterke, maar significante, verbanden werden ook gevonden met eten, aankleden en netheid. De resultaten onderstrepen dat zowel schoolse als thuissituaties bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen. Kleuteronderwijs ondersteunt motoriek, terwijl ouders cruciaal zijn voor het aanleren van dagelijkse zelfzorgvaardigheden. De bevindingen zijn ook in lijn met eerdere literatuur die het belang van motorische ontwikkeling voor zelfredzaamheid bij jonge kinderen benadrukt.

Kernwoorden