WETENSCHAPPELIJKE BRON
Onderwerp: Goede start | Publicatiedatum: 2025

Kern

Deze review brengt in kaart wat bekend is over de overgang van kinderen jonger dan drie jaar van thuis naar kinderopvang (ECEC). Uit 20 internationale studies die verschenen zijn in de periode 2013–2024 blijkt dat deze transitie een gevoelige periode is, waarin stress bij jonge kinderen vaak toeneemt. Factoren die een soepele start bevorderen zijn hechte relaties met ouders en pedagogisch professionals, kleine en stabiele groepen en een voorbereidende wenperiode. Ook ouderbetrokkenheid en samenwerking tussen ouders en professionals zijn belangrijk. Ondanks de groeiende aandacht voor het belang van een goede start is er nog relatief weinig onderzoek uitgevoerd naar deze periode. Zo bestaan er nog veel kennishiaten, bijvoorbeeld over hoe een goede start eruitziet voor jonge baby’s (

Deze scoping review bundelt 20 peer-reviewed studies (2013–2024) die zich richten op de overgang van kinderen jonger dan drie jaar van thuis naar kinderopvang. De studies verschillen sterk in opzet, methodologie en focus. Sommige onderzoeken meten het fysiologische hormoon cortisol, andere richten zich op gedrag van het kind, hechting of de rol van ouders en pedagogisch professionals. Er zijn zowel longitudinale studies als kleinschalige kwalitatieve observaties of interviews uitgevoerd, met grote variatie in leeftijd en culturele contexten. 

Door deze diversiteit ontstaat een breed, maar versnipperd beeld. Veel studies laten echter wel zien dat de overgang voor veel jonge kinderen stressvol kan zijn. Factoren die vervolgens worden benoemd die stress zouden kunnen verminderen zijn: 

  • Hechting en relaties: Een veilige hechting met ouders én sensitieve interacties met ouders en pedagogisch professionals ondersteunen de aanpassing aan de kinderopvang.  
  • Wenfase en ouderbetrokkenheid: Geleidelijke wenperiodes met actieve ouderparticipatie leiden tot minder stress bij het kind en waarschijnlijk ook tot betere samenwerking tussen de ouder en pedagogisch professional. 
  • Professionele sensitiviteit: Pedagogisch professionals spelen een sleutelrol; hun vermogen om signalen van kinderen én ouders te lezen en ouders actief te betrekken is doorslaggevend. Een “caring triangle” (ouder–kind–professional) zou wederzijds vertrouwen bevorderen. 
  • Groepssamenstelling: Kleine groepen en grote leeftijdsverschillen zouden de overgang versoepelen; later lijken grotere groepen met kleine leeftijdsverschillen juist bij te dragen aan het maken van contact met leeftijdsgenoten.   

Ondanks de groeiende aandacht voor het belang van een goede start in de kinderopvang is er nog relatief weinig onderzoek uitgevoerd naar deze periode. Zo bestaan er nog veel kennishiaten, bijvoorbeeld over hoe een goede start eruitziet voor jonge baby’s (<12 maanden) en over de ervaringen van subgroepen, zoals kinderen van migranten of met een beperking. Ook wordt gepleit voor onderzoek waarin de ‘stem’ van jonge kinderen beter wordt meegenomen, bijvoorbeeld via observaties.  

Het kan echter worden geconcludeerd dat een succesvolle overgang naar de kinderopvang vraagt om een combinatie van sensitieve zorg van pedagogisch professionals, ouderbetrokkenheid en structurele randvoorwaarden (groepsgrootte, wenmodellen). Het belang van individuele verschillen (temperament, thuissituatie) maakt maatwerk essentieel. 


Bron: Revilla, Y., Alvestad, M., Urban, M., & Moser, T. (2025). Transition to childcare: A systematic scoping review of research on children under three years old transitioning from home to early childhood education and care (ECEC). Education Sciences, 15(5), 589. https://doi.org/10.3390/educsci15050589