WETENSCHAPPELIJKE BRON
Onderwerp: Algemeen | Publicatiedatum: 2024

Kern

In deze Amerikaanse studie is onderzocht in hoeverre er een doorgaande lijn is in wijze van instructie van preschool (onze groep 1 maar in de VS nog buiten het basisonderwijs) naar groep 5 (in de VS: 3rd grade). Er werd gelet op verschillende aspecten van de instructiewijze zoals de groepsomvang, de tijdsbesteding wat betreft schoolse inhouden en de vorm van instructie. Met behulp van geavanceerde observaties en analyses werd de praktijk in 179 groepen in kaart gebracht. Met name de vorm van instructie in groep 1 (preschool) was heel verschillend van die van de hogere groepen, ook van de volgende groep, groep 2 (Kindergarten). De vorm van instructie in groep 2 sloot wel goed aan bij die van de hogere groepen. Zoals in Nederland een breuk tussen opvang en kleuteronderwijs wordt ervaren, zo lijkt de breuk in de VS vooral tussen groep 1 (preschool) en groep 2 (Kindergarten) te liggen.

Ook in de VS is er sprake van een split system, namelijk los van het basisonderwijs de zogenaamde preschool. De vraag die centraal staat in dit onderzoek is in hoeverre er een doorgaande lijn is in instructiewijze van preschool (onze groep 1) naar groep 5 (in de VS: 3rd grade). Er werd gelet op 1) de manier waarop professionals de kinderen groeperen, 2) de verdeling in tijd over schoolse inhouden en 3) de vorm van instructie. Groepering verwijst naar de groepsomvang bij activiteiten waaraan het kind deelnam: bijvoorbeeld hele groep, kleine groep, dyade (twee kinderen) of individueel. Schoolse inhouden gaat over de vakken of vaardigheden waaraan een activiteit bijdraagt (zoals taal en geletterdheid, rekenen maar ook creatieve vakken, en vrij spel). Vorm van instructie betreft de wijze waarop instructie geboden wordt door de professional zoals directe instructie, discussie, voorlezen, schrijfactiviteit of restcategorie. 

Een snapshot-observatiesysteem (C.SNAP) werd gebruikt. Daarbij werden per cyclus van 20 minuten vier willekeurige kinderen vijf keer gedurende 30 seconden gevolgd. Na afloop van die 30 seconden werden steeds een aantal aspecten geregistreerd. Met een combinatie van variabele- en persoon-gecentreerde analyses werd de praktijk in 179 groepen met in totaal 1095 kinderen in kaart gebracht aan de hand van 14.290 intervallen. Op basis daarvan konden profielen, combinaties van kenmerken, onderscheiden worden. 

Vier profielen

Uit het onderzoek bleek dat de instructiewijze in vier profielen kon worden weergegeven: 

  1. In het individuele taal- en geletterdheidsprofiel (11% van de groepen) lag de nadruk op intensieve taal- en geletterdheidsinstructie en individueel lees- en schrijfwerk voor de kinderen. 
  1. In het hele groep - taal- en geletterdheidsprofiel (50%) werd een combinatie van groeperingen gebruikt: hele groep, individueel en kleine groepen en lag de nadruk op schoolse inhouden inclusief rekenen. 
  1. Het hele groep - discussie profiel (6%) werd gekenmerkt door hele groepsactiviteiten met een balans in taal/geletterdheid en rekenen en een balans tussen directe instructie en discussie. 
  1. Het schoolse inhoud - light profiel (33%) werd vooral in preschool (onze groep 1) en ook nog enigszins in Kindergarten (onze groep 2) gevonden. Dit profiel werd gekenmerkt door zowel de methoden directe instructie als vrij spel en niet-instructionele methoden (restcategorie). Er was nauwelijks discussie en er waren ook geen schrijfactiviteiten.

Samenhang tussen de profielen en de interactiekwaliteit

Vervolgens werd nagegaan in hoeverre de profielen samenhingen met de kwaliteit van de interacties met de professional. De instructionele of educatieve kwaliteit (op een 7-puntsschaal) was het laagst in het eerste (individuele taal- en geletterdheidsprofiel en in het vierde (schoolse inhoud-light) profiel . 

Samenhang tussen de profielen en de ontwikkeling van kinderen

Tot slot werd voor de verschillende profielen de groei in taal en rekenen vergeleken tussen herfst en voorjaar (na correctie voor eerdere prestaties en achtergrondkenmerken van de kinderen). Alle profielen toonden meer groei dan het schoolse inhoud - light profiel in taal en rekenen. Op het gebied van taakoriëntatie scoorden de kinderen in het hele groep - discussie profiel het best.

Conclusie: met name verschillen tussen groep 1 en de hogere groepen

De auteurs concluderen dat met name de instructie in de preschool (onze groep 1) verschilde van die van hogere groepen, ook van die van de Kindergarten (onze groep 2). De manier van instructie in groep 2 sloot wel goed aan bij die van groep 3, 4 en 5. Anders dan in Nederland lijkt de breuk in de Verenigde Staten tussen voor- en vroegschool vooral tussen groep 1 en groep 2 (Kindergarten) te liggen.

De auteurs concluderen dat blootstelling aan taal- en geletterdheids- en rekeninhouden in groep1 achterblijft ten opzichte van de latere jaren terwijl vrij spel en spelen in hoeken ruim aanwezig zijn in groep 1 maar nauwelijks weinig bijdragen aan de groei in taal- en rekenvaardigheden. Het vierde profiel is ook vaak in Nederlandse kleuteronderwijs te vinden. Uit dit onderzoek in de VS en het Nederlandse Pre-COOL-onderzoek blijkt dat de educatieve kwaliteit in de kleutergroepen voor verbetering vatbaar is. Het tweede en het derde profiel bieden wat betreft de ontwikkelingsgroei van kleuters en de aansluiting bij onderwijs in groep 3 tot en met 5 een beter alternatief.