Een bobbelbaan kan je visualiseren als een ‘zachte’ hindernisbaan: bijvoorbeeld een lange mat uitgerold over verschillende materialen. Daarover klimmen, kruipen, lopen en springen kinderen. Een bewegingsbaan kent hetzelfde principe, maar dan zonder dat een lange mat is uitgerold over de materialen. Een bewegingsbaan kan bestaan uit kistjes, balken, stapstenen, touwtjes en met krijt aangebrachte elementen. Bobbelbanen en bewegingsbanen nodigen uit om op zoveel mogelijk manieren langs, over, onder of om een obstakel heen komen. De banen dragen daardoor bij aan een breed motorische ontwikkeling. In dit artikel wordt beschreven hoe je de banen of de opdracht aan de kinderen kan aanpassen, zodat ieder kind op zijn eigen niveau beter kan (leren) bewegen. Bijvoorbeeld door te variëren in hoogte, door een kind een ander kind te laten volgen, door een kind iets te laten ‘vervoeren’ over de baan (bijvoorbeeld een pittenzak) en door kinderen bijvoorbeeld als een dier over te baan te laten bewegen. Bewegingsbaantjes lenen zich ook goed voor de buitenruimte in de kinderopvang.
WETENSCHAPPELIJKE BRON
Bewegingsbanen, bobbelbanen en freerunningtracks. Van peuter tot bovenbouw vo
Onderwerp:
Buitenruimte
| Publicatiedatum:
2025