WETENSCHAPPELIJKE BRON
Onderwerp: Algemeen | Publicatiedatum: 2024

Kern

In dit artikel geeft de auteur praktische handvaten om in de voor- en vroegschoolse educatie (VVE) natuur- en duurzaamheidseducatie (NDE) vorm te geven. De auteur gaat uit van “natuurbetrokkenheid” als centraal begrip en stelt een “pedagogiek van betrokkenheid” voor. Ze omschrijft vier pijlers waar deze pedagogiek op gebaseerd dient te worden: (1) In de natuur zijn: Kinderen kunnen alleen natuurbetrokken zijn als ze regelmatig in de natuur komen. (2) Waarderen van schoonheid in de natuur omdat dit betrokkenheid verhoogt. (3) Compassie en empathie ontwikkelen voor levende wezens (anders dan mensen). (4) Mindfulness waarbij kinderen zich bewust worden van hun gedrag en leren dit beter te reguleren. Dit artikel is interessant omdat de auteur zich baseert op onderzoeken uit het veld van milieu- en ontwikkelingspsychologie en daardoor kiest voor een iets afwijkende insteek ten opzichte van meer traditionele natuur- en duurzaamheidseducatie.

In dit artikel wordt een ontwikkelingsgericht pedagogisch model voor natuur- en duurzaamheidseducatie (NDE) in de voor- en vroegschoolse educatie (VVE) voorgesteld. Centraal hierin staat het stimuleren van “natuurbetrokkenheid” bij jonge kinderen. De auteur stelt een “pedagogiek van betrokkenheid” (pedagogy for connection) voor.

De auteur baseert zich op inzichten uit het veld van milieupsychologie en ontwikkelingspsychologie en stelt dat, om natuur- en duurzaamheidseducatie effectief vorm te geven, aandacht moet worden besteed aan het volgende:

  • In de natuur zijn: Kinderen kunnen alleen natuurbetrokken zijn als ze regelmatig in de natuur komen. De auteur pleit ervoor om kinderen zo veel mogelijk toegang te geven tot natuur. Zowel beheerde natuur zoals een stadspark als onbeheerde natuur zoals het bos.
  • Waarderen van schoonheid in de natuur: het waarderen en opmerken van het mooie in de natuur verhoogt betrokkenheid. Dit kan in veel vormen, van kinderen wijzen op bloemen of dieren tot het vastleggen van schoonheid door middel van kunst. Een voorbeeld van hoe dit makkelijk gedaan kan worden is elke dag met de kinderen op zoek gaan naar drie mooie dingen en dit met ze bespreken.
  • Compassie en empathie met levende wezens: Professionals kunnen kinderen helpen met het toekennen van menselijke eigenschappen aan niet-menselijke wezens. Hiermee leren ze de kinderen zich te verplaatsen in (niet menselijke) wezens. Kinderen leren dat andere levende wezens gevoelens hebben en kunnen lijden. Dit toekennen roept beschermende gevoelens op en helpt om duurzaam gedrag te ontwikkelen.
  • Mindfulness helpt kinderen bij emotionele regulatie en bij pro-sociaal gedrag. Er is geen onderzoek naar de relatie tussen mindfulness bij kinderen en natuurbetrokkenheid, maar de auteur stelt dat doordat mindfulness zorgt voor een groter bewustzijn van de omgeving en van het eigen gedrag het ook bijdraagt aan natuurbetrokkenheid.

De auteur wijst erop dat haar pedagogisch model vooral gebaseerd is op bevindingen bij onderzoek met volwassenen, en benadrukt de noodzaak van meer onderzoek met kinderen, vooral jonge kinderen.

 afbeelding bij bron

Afbeelding: schematische weergave van een “pedagogiek van betrokkenheid”

Barrable, A. (2019). Refocusing environmental education in the early years: A brief introduction to a pedagogy for connection. Education Sciences, 9(1), 61. doi:10.3390/educsci9010061