WETENSCHAPPELIJKE BRON
Onderwerp: Bewegen | Publicatiedatum: 2024

Kern

De kinderopvang is, naast thuis, een belangrijke locatie voor kinderen. Voor het bevorderen van het beweeggedrag en beperken van zitgedrag is het waardevol om te weten welke factoren invloed hebben op het beweeg- en zitgedrag van kinderen in de kinderopvang. Uit de wetenschappelijke literatuur blijkt persoonskenmerken van het kind en fysieke omgevingsfactoren het meeste onderzocht zijn. De factoren met het sterkste wetenschappelijke bewijs voor associaties met bewegen waren geslacht en leeftijd van het kind, grove motorische vaardigheden van het kind, het aanbieden van actieve mogelijkheden voor bewegen en kenmerken van de buitenomgeving (grootte, gebruik en aanwezigheid). De enige factor van invloed op het zitgedrag met sterk bewijs voor een associatie was de aanwezigheid van een buitenomgeving. Op basis van de wetenschappelijke literatuur lijkt de fysieke omgeving van een kinderopvanglocatie een belangrijk aanknopingspunt om bewegen te stimuleren bij kinderen en het zitgedrag te verminderen of beperken.

Tegenwoordig brengen kinderen veel tijd door op de kinderopvang. Deze omgeving biedt daarmee kansen om bewegen bij kinderen te stimuleren. Voor het ontwikkelen van gepaste interventies en het maken van de juiste aanpassingen om bewegen te kunnen stimuleren op kinderdagverblijven, is het belangrijk om te weten welke factoren van invloed zijn op het beweeggedrag van jonge kinderen gedurende hun tijd op kinderdagverblijven.

Doel en methoden

Dit onderzoek heeft op een systematische manier het wetenschappelijk bewijs voor factoren van invloed op het beweeg- en zitgedrag van jonge kinderen gedurende hun tijd op kinderdagverblijven samengevat.

Om dit doel te bereiken werden acht databases met (internationale) wetenschappelijke literatuur systematisch doorzocht voor relevante studies. De uitkomstmaten zijn vervolgens ingedeeld en gepresenteerd aan de hand van het sociaal-ecologisch model. Op basis van 27 studies werden 66 factoren geïdentificeerd. De meest onderzochte factoren waren persoonskenmerken van het kind en fysieke omgevingsfactoren.

Welke factoren hebben invloed op het beweeggedrag van kinderen?

Het sterkste wetenschappelijke bewijs werd gevonden voor de factoren geslacht (jongens bewegen meer) en leeftijd (oudere kinderen bewegen meer) van het kind, grove motorische vaardigheden (vaardige kinderen bewegen meer) van het kind, het aanbieden van actieve mogelijkheden voor bewegen en kenmerken van de buitenomgeving (meer ruimte, vaker gebruik maken van de ruimte en aanwezigheid van een buitenruimte). Op basis van de resultaten kon er geen uitspraak gedaan worden wat betreft factoren gerelateerd aan professionals zoals gedrag, opleiding en kwalificaties of aanwezigheid. De enige factor van invloed op het zitgedrag met sterk bewijs voor een associatie was de aanwezigheid van een buitenomgeving (bij aanwezigheid van een buitenruimte zaten kinderen minder). Op basis van de wetenschappelijke literatuur lijkt de fysieke omgeving van een kinderopvanglocatie een belangrijk aanknopingspunt om bewegen te stimuleren bij kinderen en het zitgedrag te verminderen of beperken.

Ondanks het ontbreken van definitief wetenschappelijk bewijs voor de invloed van bepaalde factoren op het beweeg- en zitgedrag van kinderen wordt de cruciale rol van professionals benoemd. Zij kunnen het verschil maken betreft beweeg- en zitgedrag door het aanbieden en faciliteren van mogelijkheden om te bewegen voor kinderen.