Het team vroeg zich af hoe ze dit moment meer konden betrekken bij het pedagogisch proces. Het is immers (meestal) het eerste contact van die dag. Hoe willen we dat dit verloopt en welke kansen liggen hier nog?
Inchecken
Dat heeft geleid tot een bewuste invulling van dit moment, waarbij ieder kind persoonlijk wordt begroet.
De pedagogisch medewerker zorgt ervoor dat hij laag, op ooghoogte van het kind zit zodat ze elkaar letterlijk even goed kunnen aankijken.
Daarnaast is er na een begroeting voor elk kind even een “incheckvraag”. En dan niet “hoe was het op school?” of “lekker weekend gehad?”. De pedagogisch medewerker zorgt ervoor dat hij verrassende vragen stelt. “Wat is jouw lievelingsknuffel”, “Kun je de wind zien” of “Welke kleur is het vandaag”.
Bij de Top BSO (8+) wordt ook wel gebruik gemaakt van “De vraag van de dag”. Dan krijgt iedereen dus dezelfde vraag. Ook geen standaardvraag trouwens, maar een vraag met humor en meestal ook de noodzaak om even door te denken.
De professional verzint de vragen zelf. Aan de reactie van de kinderen is veel af te lezen; zijn ze enthousiast, blijven ze even staan, of gaan ze juist gauw naar binnen? Wat zie je aan hun gezicht en houding? Vaak kun je daar veel meer uithalen dan het antwoord op de standaardvraag als “hoe was het vandaag?”
Resultaat
- Dit korte moment van “inchecken” draagt bij aan de positieve relatie tussen professional en kind.
- De pedagogisch professional doet oprecht moeite voor het kind door steeds weer een bijzondere vraag te bedenken. Hiermee laat hij zien “ik vind jou belangrijk”.
- De pedagogisch professional creëert door gebruik te maken van humor en verrassing een fijne sfeer.
- De professional leert het kind beter kennen, op een ander niveau.
- De pedagogisch medewerkers merken dat de kinderen er echt naar uitkijken. Er is een gevoel van saamhorigheid; “dit hoort bij ons”. Ze mogen ook zelf suggesties doen voor vragen.
Vakantiedagen
In de vakantie wordt het inchecken op een andere manier gedaan. Immers; soms zijn alle kinderen er al als de professional start. Toch loopt hij dan even ieder kind langs om ze te groeten. Op 2 januari werden bijvoorbeeld van ieder alle vingers geteld.
Op de Top BSO (8+) is er voor het fruitmoment even een check of iedereen er is. In plaats van de standaardlijst waarin iedereen op alfabetische volgorde van de voornaam staat beginnen ze dan ook wel eens bij de Z of sorteer ze op achternaam of leeftijd. En ook dan wordt er weleens een spelletje van gemaakt. Het kind moet dan bijvoorbeeld antwoorden met een dier, kleur of automerk. Leuk als er 30 kinderen zijn; ze moeten allemaal iets anders antwoorden!
Kindvolgend
Het gebeurt ook weleens dat een kind geen zin heeft om de vraag te beantwoorden. Dan hoeft het ook niet. De professional volgt het kind en behoudt hiermee het gevoel van veiligheid en vertrouwen. Maar ook dan is er even een persoonlijk contactmoment geweest en weet het kind dat de pedagogisch medewerker er voor hem is.
Afbeeldingen en foto’s
Op de foto:
De vraag van de dag was: Wat is je lievelingsdier?
Daarna mochten ze als hun favoriete dier richting de groep lopen, kruipen, sluipen, springen.
