Veel ouders (en kinderen) ervaren de overgang van de voorschoolse voorziening (vaak de kinderopvang) naar de basisschool als een grote stap. Om de overgang soepel te laten verlopen kiezen wij ervoor om de pedagogisch medewerker(s) al voor de wenperiode op bezoek te laten komen met een kind. Zo kan het kind alvast kennis maken, de groep zien, de leerkracht zien en hier en daar al kennis maken met sommige klasgenoten. Een groot verschil tussen de kinderopvang en de basisschool is het aantal kinderen en professionals op de groep. Omdat er op de kinderopvang veel minder kinderen per professional zijn, is het daar mogelijk om veel in kleine groepen te werken. Een leerkracht op de basisschool staat vaak alleen op de groep met ook nog eens veel meer kinderen. Om ook bij de kleuters in kleinere groepen te kunnen werken, werken we in circuitvorm.
Circuit bij de kleuters: activiteiten in kleine groepen
We werken met alle kleutergroepen zoveel mogelijk in circuit vorm, in kleine kringen. Praktisch gezien betekent dit dat wij kinderen in kleine groepen laten werken. Het kan zijn dat een groepje zelfstandig werkt, maar ook dat een groep begeleiding nodig heeft van de leerkracht of dat een groep meegaat met bijvoorbeeld een onderwijsassistent of stagiaire. De plaats van deze (doelgerichte) activiteiten kan verschillen. Zo wordt er met enige regelmaat gebruik gemaakt van het (binnen)plein of de lokalen om bewegen te stimuleren. Het kan ook plaatsvinden in een huishoek of een themahoek. De leerkrachten organiseren de dag zo, dat er voldoende ruimte is voor beweging. Gedurende de dag worden (doelgerichte) activiteiten afgewisseld met vrij spel, begeleid spel en geleid spel.
Het effect van de kleine groepen: meer actieve deelname, interactie en een hogere betrokkenheid
De kinderen kunnen in kleine groepen actief deelnemen. Ze komen bijvoorbeeld vaker aan het woord dan tijdens een grote groepsactiviteit. We zien dan ook een hogere betrokkenheid bij deze kleine groepsactiviteiten. We zien dat dit een positieve invloed heeft op de taalontwikkeling. Ook voor de kinderen met een VVE indicatie is het positief om meer te kunnen praten. Ouders merken ook dat kinderen hierdoor thuis meer beginnen te praten. De interactie met klasgenoten speelt hier ook een belangrijke rol bij. Door in circuitvorm te werken, verkleinen we de overstap van de voorschoolse voorziening naar de basisschool.
De aanleiding om te starten met het werken in een circuit met kleine groepen en het zoeken naar de juiste vorm
De aanleiding om op deze manier te gaan werken is de toename van de instroom van kinderen met een VVE indicatie en kinderen met een ondersteuningsvraag. In het begin was het wel eens lastig om de juiste vorm te vinden. Het is een gegeven dat het jonge kind een korte spanningsboog heeft. Daarom is gekozen voor kortdurende interacties en (doelgerichte) activiteiten waarbij we altijd aansluiten bij het niveau (de bandbreedte) van een kind. Waar wenselijk kunnen we differentiëren in aanbod om de kinderen zo een volgende stap in de leerlijn te laten maken. Kinderen zijn flexibel en ook door het herhalen van lesstof merken we dat ze de lesstof beter kunnen onthouden. We werken veel handelend, wat ook de ontwikkeling stimuleert. Het voordeel is ook dat je als leerkracht meer zicht hebt op het handelen van het individuele kind (en daarbij ook de ontwikkeling). Het inzetten van extra handen kan waardevol zijn, omdat je zo zorgt voor meer interactie tussen kinderen. Een valkuil kan zijn dat je als leerkracht teveel organiseert waardoor je de balans verliest. We houden in de planning altijd rekening met een goede balans tussen vrij spel, begeleid spel en geleid spel maar ook tussen geplande doelgerichte activiteiten en vrije keuze en daarnaast hebben de kinderen ook voldoende ruimte voor motorische activiteiten en beweging op het schoolplein.