Praktijkvoorbeeld
Onderwerp: BSO | Publicatiedatum: April 2021

Kern

In de visie van Huis de B hebben kinderen hebben hun eigen leven na schooltijd: hun vrije tijd. Ze zijn niet verplicht om aan allerlei activiteiten deel te nemen of om bij te spijkeren aan school. We hoeven kinderen geen prestatiegerichte hobby’s aan te bieden en kinderen hoeven ook niet expliciet aan talentonwikkeling te doen. Nee, als je kinderen zelf laat kiezen wat zij doen in hun vrije tijd, dan gaan ze spelen. Spelen is wat kinderen doen als grote mensen stoppen met hen te vertellen wat ze móeten doen. Spelen is niet iets voor erbij, even een kwartiertje tijdens het speelkwartier. Integendeel. Spelen is dé kernactiviteit in het leven van een kind, vanuit het perspectief van een kind.
Kernwoorden

Meer ruimte voor spelen 

De VN maakt zich grote zorgen over de ruimte voor spelen in het leven van kinderen. Door allerlei maatschappelijke tendensen komt spelen ernstig in het gedrang, zoals: kleine gezinnen, beschermende ouders, een veiligheids- en risicomijdende samenleving, druk verkeer, weinig (wilde) natuur, prestatiedruk, schermtijd, commercieel speelgoed. Er is in veel kinderlevens bijna geen tijd en ruimte die niet gestuurd, bepaald en ingericht is door volwassenen. Op onze bso proberen we dit wel maximaal te realiseren! Kinderen komen bij ons om te spelen met andere kinderen. Zowel buiten als binnen kunnen zij met vrienden hun eigen tijd indelen en doen wat zij belangrijk vinden.

Bronnen:
VN Kinderrechtenverdrag, General Comment nr 17: Over het recht op vrijetijdsbesteding.
Werk maken van spelen – oproep voor speelbeleid, Froukje Hajer

Huis de B, Groningen

Huis de B is een organisatie voor buitenschoolse opvang, peuteropvang en wijkactiviteiten. Het grootste deel van ons aanbod betreft de buitenschoolse opvang met 200 kindplaatsen. Alles draait er bij ons om dat kinderen buiten school vrije tijd hebben en daarin zelf kunnen kiezen wat zij willen doen. Als professionals zorgen wij ervoor dat de kinderen ervaren dat het écht hún vrije tijd is.

Huis de B is gevestigd in een vrijstaand gebouw naast een schoolgebouw in een oude stadswijk. 80% van alle kinderen van de school zijn bij de bso geplaatst. 90% van de kinderen van de bso komen van de naast gelegen school, de andere 10% van twee andere scholen in de stad.

Het team van Huis de B is circa 20 fte. Bij de Huis de B werken ongeveer evenveel mannen als vrouwen; het aandeel medewerkers met een sportachtergrond of creatieve inslag is groot. Vrij- en risicovol spelen is gebaat bij fysieke en creatieve stimulansen. Het is fijn als medewerkers hier van nature affiniteit mee hebben.

Ruimte en inrichting

Wij hebben een eigen gebouw dat ruim is. Het is ruim 1300 m2, dit is op drukke dagen 6m2 per kind, bijna het dubbele van de norm. Er zijn meerdere ateliers. De inrichting van het gebouw is niet netjes, rustig en overzichtelijk, maar juist avontuurlijk en enigszins chaotisch. De meubels en materialen zijn vaak goedkoop, gekregen en gemakkelijk vervangbaar. De inrichting wisselt regelmatig. Er is een grote zolder waar veel spullen en materialen opgeslagen liggen die voor allerlei initiatieven gebruikt kunnen worden. Denk aan: waterbakken; zeil; piepschuim; balken; pallets; kratten; autobanden; doeken; themabakken; wisselspeelgoed; bamboestokken; tenten; visgerei. Het hele gebouw ademt uit dat het gebruikt mag worden en er niet zuinig mee omgegaan hoeft te worden. Tegelijkertijd proberen we een sfeer van huiselijkheid te creëren.

De buitenruimte bestaat uit een omsloten peutertuin die aansluit aan het gebouw. De bso-kinderen delen met school en speeltuinvereniging een openbaar gebied in de wijk. Er is een vijver, een basketbalveldje, een voetbalgebied, klimbomen en een aantal speeltoestellen. Er staan geen hekken omheen. De oudste kinderen mogen zonder toezicht naar buiten. Dagelijks hebben we de beschikking over de gymzaal die naast de school staat. Daar wordt veel gebruik van gemaakt. Ook in ons eigen gebouw hebben we een klimwand en een grote speelzaal met een zwaaizak, voetbaldoeltjes, dikke matten. Kortom, we beschikken over heel veel ruimte waar vrij gespeeld kan worden.

Een belangrijk onderdeel van vrij spelen is dat het aanwezige spelmateriaal een hoge speelwaarde heeft. Speelwaarde is de hoeveelheid spel die je uit iets kunt halen. Een bal is alleen een bal als we zeggen dat het een bal is. Het kan ook een vreemde planeet zijn of een zwangerschapsbuik. Loose parts (losse delen) is spelmateriaal met een hoge speelwaarde. Het zijn blokken, takken, wc-rolletjes, kartonnen dozen, lego, lappen en ga zo maar door. Vaak kosteloos, afval- en restmateriaal. We zouden ook graag een container met grof afvalmateriaal willen hebben waarmee gespeeld kan worden, maar dit hebben we helaas nog niet. Een rijke en gevarieerde omgeving biedt een potentieel van eindeloze combinaties en leidt tot een hoge betrokkenheid bij de kinderen.

Speelwaarde 
“Gezien de relatie tussen losse delen en speelwaarde, is een speelomgeving eerder gevuld met losse delen dan met speelgoed.” Play Environments: a questionnaires of Quality, B Hughes, 1996 

Programma en aanbod

Kinderen worden van nature aangetrokken tot nieuwe prikkels. Wij bieden regelmatig nieuwe en spannende dingen. Steeds hetzelfde is saai! Als de tafels en stoelen ineens anders staan, als er ineens allemaal grote kartonnen dozen in de ruimte staan, als de vloer een zeepbaan is, als de medewerkers ineens een heel vreemde taal spreken, noem maar op... dan blijft de bso uitdagend. Nieuwe materialen, nieuwe inrichting, fantasievolle prikkels dagen kinderen uit en zetten aan tot spelen en ontdekken.

Onze ateliers zijn alleen open als er een volwassene bij is. Die zet bijvoorbeeld materialen klaar, maar dit is nooit dwingend. Een kind kiest altijd zelf wat hij in een atelier wil gaan doen. We prikkelen een kind tot iets nieuws, maar als een kind de andere kant op kijkt, is dat de richting die je volgt als medewerker.

We richten ons ook op risicovol spel waarbij hoogte, snelheid, gevaarlijke materialen, gevaarlijke plekken, duwen en trekken en uit het zicht van volwassenen spelen belangrijke aspecten zijn. We hebben klimtouwen om het gebouw te beklimmen. Regelmatig worden er fikkies gestookt en wordt er eten gemaakt op kampvuurtjes. Ook wordt er veel gehamerd en gespijkerd. Stoeien en vechten stoppen we niet zonder meer; eerst beoordelen we of het spel is of dat er echt een gevaarlijke situatie ontstaat. Hoe ouder de kinderen zijn, hoe meer ze in en om het gebouw hun eigen gang mogen gaan en zaken onderling moeten oplossen.

Professionals

Als professional bij Huis de B weten we dat jij je beweegt in de vrije tijd van kinderen. Daarom worden we getraind als vrijetijdspedagoog. De kerngedachte hierachter is dat je rol het omgekeerde van normaal is. Normaal is dat kinderen leven in ruimte en tijd die bepaald wordt door grote mensen. Als vrijetijdspedagoog moet je beseffen dat jij de ruimte en tijd geschikt maakt voor kinderen. En dat je als groot mens eigenlijk niet thuishoort in hun speelruimte. Want voor je het weet ben jij de hoofdrolspeler en bepaal jij het vrije spel van het kind. En dat was nu juist niet de bedoeling!

Alle medewerkers van Huis de B zijn en worden intern opgeleid om te werken met de aanpak van PARS Playwork, ontwikkeld door Shelly Newstead (Verenigd Koninkrijk). Medewerkers leren hierbij om bewust te handelen in situaties van vrij spel van kinderen. Volgens deze visie zijn er drie redenen om in te grijpen in het spel van de kinderen. Dit is: 1) als een kind hulp en steun zoekt, 2) als de veiligheid in gevaar komt en 3) in verband met praktische zaken. Medewerkers leren hiermee werken aan de hand van de zogenaamde zelfbeheersingsdriehoek.

Daarnaast leren ze veel over speelmogelijkheden, technieken om een oordeel te vormen zonder in te grijpen, het maken van een risico-afweging, typen interventies, speelwaarde, loose parts en speeltypen. We combineren dit met kennis over risicovol spel en het kunnen beoordelen van welbevinden en betrokkenheid.

Samenwerking met ouders

Vanuit het tegengaan van het vergrotemenselijken van het leven van kinderen, houden we ouders liever zoveel mogelijk buiten de deur. Ouders zijn vaak heel bang dat hun kind iets overkomt als het in hun ogen iets engs doet. En dan kunnen ze er beter even niet bij zijn. Het betekent wel dat ouders vertrouwen moeten hebben in onze visie en aanpak. Een goede, persoonlijke relatie tussen mentoren en ouders is heel belangrijk. Elk kind heeft bij ons een vaste mentor, gerelateerd aan de BKR (1:8, 1:10, 1:12), we noemen dit een tafelgroep. Met zo’n kleine tafelgroep per dag heeft de mentor een goed beeld van de kinderen: wat zij doen en hoe het ze vergaat. Zo kan er elke dag ook steeds een goede overdracht plaats vinden.

Alle ouders hebben een persoonlijk intake- en kennismakingsgesprek waarbij we uitleggen wat onze visie is. Maar vaak is deze al bekend bij ouders, het is namelijk vaak een reden om voor Huis de B te kiezen. Het gevolg daarvan is dat kinderen vaak tot het einde van de basisschool bij ons blijven komen.

Ouders merken aan hun kind hoe graag het naar Huis de B gaat en voelen zich vrij om met ons over hun kind te praten, ook als er problemen zijn. We zijn laagdrempelig en ouders merken dat onze medewerkers echt oog voor hun kind hebben.

Tegenover ouders, maar ook tegenover andere professionals zoals de leerkrachten van de naastgelegen school, zijn wij de beschermers van de vrije tijd en het vrije spelen. De bewustwording in het team van onze visie en onze aanpak rond vrij- en risicovol spel maakt dat medewerkers hier trots op kunnen zijn en ervoor durven en kunnen gaan staan.

 

Fotografie: Huis de B

Kernwoorden