Praktijkvoorbeeld
Onderwerp: Pedagogische kwaliteit | Publicatiedatum: November 2022

Kern

De pedagogisch medewerkers en kinderen van de Cheeta’s, een oudste BSO-groep, gingen op zoek naar de identiteit van de groep: Wat maakt een Cheeta een Cheeta? De verhelderde groepsidentiteit maakt het voor kinderen makkelijker om door te stromen naar deze groep. Dit voorbeeld beschrijft het proces dat deze groep heeft doorlopen om te komen tot de groepsidentiteit.

Waarom op zoek naar een groepsidentiteit?

Wij hadden verschillende aanleidingen om op zoek te gaan naar de groepsidentiteit van onze groep. Ten eerste vroegen we ons af wat het voor kinderen betekent om onderdeel te zijn van onze groep. Maar ook hoorden we kinderen van de jongste groepen praten over het ‘walhalla’ van de oudste groep. Er bleek veel nieuwsgierigheid te zijn. ‘Wat gebeurt daar achter die deur?’, ‘Als je oudste bent dan mag je op de Switch en Wii’, ‘Als je daar zit dan moet je een zelfstandigheidsverklaring hebben’. Ook bleek dat ouders vaak niet wisten dat er meer zelfstandigheid van de kinderen wordt verwacht bij het doorstromen naar de oudste groep.

Het begin: een brief voor nieuwe Cheeta’s en hun ouders

Wij hebben een brief ‘Help ik word een Cheeta’ gemaakt waarin we duidelijk maken wat er van de kinderen wordt verwacht zodra ze doorstromen naar de oudste groep. In deze brief nemen we ouders en kinderen mee in het reilen en zeilen bij de Cheeta’s. Met deze brief kunnen ouders en kinderen zich samen voorbereiden op de overstap. We vragen of de ouders deze brief thuis samen met hun kind willen lezen, om ook daar het gesprek op gang te brengen. De pedagogisch medewerkers nemen de brief door met het kind op de groep. En voor de overstap komt een kind alvast wennen en de sfeer proeven bij de Cheeta’s.

Toen we begonnen met de brief voor doorstromende kinderen, kregen we positieve reacties van ouders. Aan het begin van het nieuwe schooljaar hebben ook de ouders van al geplaatste Cheeta’s de brief ontvangen om zo weer eenheid te creëren. Ouders waarderen de toegankelijke schrijfstijl en dat we daarmee de kinderen serieus nemen. Op onze beurt kunnen we ouders trots vertellen dat de kinderen de groepsafspraken en daarmee identiteit van de groep zelf hebben vormgegeven.

Het vervolg: in gesprek met de Cheeta’s

Naar aanleiding van de brief is met de kinderen van de Cheeta-groep gebrainstormd over de groepsafspraken en over wat het betekent om een Cheeta te zijn. De groepsafspraken beschrijven als het ware de normen van hoe we met elkaar omgaan. Kinderen met elkaar, kinderen met pedagogisch medewerkers, pedagogisch medewerkers met elkaar, maar ook met ouders. Dit gesprek hebben we op meerdere momenten, manieren en dagen met elkaar gevoerd.

Het begon met een groot vel papier waarop steekwoorden stonden. Een van de pedagogisch medewerkers zat hiermee bij binnenkomst van de kinderen aan tafel. Bij binnenkomst kijken alle kinderen even op deze tafel en vaak schuift een aantal nieuwsgierige kinderen aan. Dit is een eerste opening voor het gesprek. Als wij na een minuut of 15 verplaatsen naar de ruimte waar wij de dagstart en het eetmoment doen, neemt de pedagogisch medewerker het vel papier mee. En vraagt de kinderen of ze gezien hebben wat er aan tafel gebeurde. Uit het groepje kinderen dat was aangeschoven aan tafel, is altijd wel iemand die er over wil vertellen aan de andere kinderen. Zodoende gaat de pedagogisch professional dus van een kleine groep geïnteresseerde kinderen naar de grote groep waarin we samen bespreken wat het betekent om Cheeta te zijn en waarin we kinderen uitdagen om na te denken over deze vraag. De pedagogisch professional vraagt of alle kinderen later op enig moment willen aanschuiven om hun mening te geven over wat er op papier staat; klopt het en is het volledig?

PV Diana foto 2

Voor de pedagogisch professional is het belangrijk om op te letten of alle kinderen zich op enig moment melden. Als er iemand mist, benadert de pedagogisch professional dit kind individueel. Het gaat dus van de kleine groep naar de grote groep en weer terug naar de kleine groep en eventueel zelfs individueel. We smeren dit proces uit over de hele week, omdat de kinderen verspreid over de week komen. Daarom is het ook heel belangrijk om hier als team achter te staan; alleen krijg je dit niet voor elkaar. Al is het maar omdat de meeste pedagogisch professionals niet alle dagen werken.

De kinderen moesten er wel aan wennen om op deze manier over de groepsafspraken in gesprek te gaan. ’Grote mensen bepalen toch alles‘ riepen de kinderen bijvoorbeeld. Dit geeft weer stof tot gesprek. Door het stellen van veel open vragen ontdekken we waarom de kinderen dit denken. Dit geeft ons als pedagogisch professionals weer zicht op hoe kinderen denken en hoe dit soms meespeelt in hun gedrag. Wij gebruiken trouwens bewust het woord groepsafspraken en niet groepsregels, omdat we uit ervaring weten dat onze kinderen een allergie hebben voor het woord ‘regels’. In het woord ‘afspraken’ zit vanzelf al meer een gevoel van wederzijdse instemming.

De groepsafspraken in beeld: een poster

Na de brainstorm is een poster gemaakt met de belangrijkste punten. De poster hangt op de groepsdeur, daar komen de kinderen binnen als ze vanuit school naar ons toe komen. Als er een conflict is of als de kinderen gedrag vertonen dat niet overeenkomt met onze groepsafspraken, dan verwijzen de pedagogisch medewerkers naar de poster: ‘Zullen we even kijken wat wij ook alweer met elkaar hebben opgeschreven?’. We bespreken jaarlijks met de kinderen of de poster nog klopt. Zo maak je niet alleen inzichtelijk of zichtbaar maar is het ook echt iets van de kinderen zelf. De kinderen vinden het leuk om mee te denken over de groepsafspraken en wat het betekent om onderdeel van die specifieke groep te zijn.

Cheeta

Groepsidentiteit in de praktijk

Door onze afspraken en groepsidentiteit vragen we de kinderen tijdens de dagstart bijvoorbeeld ‘Goedemiddag Cheeta’s mag ik even jullie aandacht om iets te vertellen?’. We doen daarbij een beroep op de groepsafspraak die we samen hebben gemaakt: ‘Met elkaar luisteren naar de dagstart’. En door de kinderen aan te spreken als Cheeta’s versterken we de groepsidentiteit. Ook het persoonlijk begroeten en ‘inchecken’ met de kinderen is hier onderdeel van. Wij als pedagogisch medewerkers zijn ook Cheeta’s en dus onderdeel van de groep. Een simpel contact met een boks of elkaar even aankijken en de naam persoonlijk noemen is al een bevestiging van ‘Ik zie jou’.

De omgeving: Ruimte, inrichting en materialen

De groepsruimte is van de kinderen. Dit is hun plek die onderdeel is van het groepsgevoel en de groepsidentiteit. We zorgen dat ieder kind zichzelf kan herkennen in de ruimte, door foto's of persoonlijke spullen. We zorgen ook voor een plaats waar kinderen hun kunst- of bouwwerk veilig kunnen bewaren. En natuurlijk hebben we een verjaardagskalender waar de verjaardagen van alle kinderen opstaan.

Programma en activiteitenaanbod

Tijdens de ‘Gouden Weken’, zoals ze in het onderwijs de eerste vier weken van het nieuwe schooljaar noemen, hebben we bijzondere aandacht voor het bevorderen van de onderlinge verhoudingen en groepsdynamiek. Deze periode is bij uitstek geschikt voor het bespreken van de groepsafspraken en groepsidentiteit. Dat kan, afhankelijk van de leeftijd van de kinderen, op verschillende manieren. Wij hebben goede ervaringen met het visualiseren met behulp van een mindmap. De kinderen mogen op de mindmap schrijven of tekenen wat ze willen en denken. De pedagogisch medewerker helpt soms met het verwoorden en opschrijven. Met de mindmap maak je de ideeën visueel. Het hoeft niet meteen te lukken, soms leggen we de mindmap even weg en pakken hem er op een later moment weer bij. De geschreven woorden of tekeningen helpen de kinderen om te herkennen wat zij hadden bedacht en hier kunnen ze dan weer op voortborduren. Het is een levend document en echt van de kinderen zelf.

Tips

  • Denk aan het opnieuw met de kinderen in gesprek gaan over de groepsafspraken als deze door omstandigheden veranderen.
  • Denk aan het tijdig meegeven van de brieven.
  • Zorg dat je aan het begin van ieder nieuw schooljaar de groepsafspraken met de kinderen onder de loep neemt en daarbij ruimte geeft voor de mening en het gevoel van de kinderen.