Voorspelbaarheid
Een ander belangrijk element is voorspelbaarheid. Een vast dagritme, met momenten die duidelijk gemarkeerd worden, helpt hierbij. Om aan te geven dat het eten straks gaat beginnen, presenteert de professional bijvoorbeeld een slabbetje in het blikveld van het kind. Ook kan de professional met de handen een vragend gebaar maken. Vervolgens wacht de professional een reactie van het kind af. Dit biedt ruimte voor samenwerking. Het kind leert zijn eigen behoeften kennen en krijgt controle over zijn impulsen.
Nog een voorbeeld: kinderen die hiertoe in staat zijn, wordt gevraagd om tijdens de luierwissel te gaan staan. Zo hebben zij een actieve rol in het verzorgingsmoment. De professional gaat met het kind een dialoog aan, nodigt uit tot beurtwissel – in woord en gebaar – en samenwerking. Hierdoor gaat het kind zich tijdens deze alledaagse verzorgingsmomenten een gelijkwaardige partner voelen. Wij zien alle interactie tussen professional en kind als een gezamenlijke dans met een vaste choreografie. Het kind weet waar het aan toe is, want het gaat altijd op dezelfde manier.
Het kind bepaalt mee
Respect voor het kind betekent ook dat kinderen zelf kunnen meebeslissen. Dat is voor professionals weleens wennen. Bijvoorbeeld bij de maaltijd wordt vaak gedacht: het bord moet leeg, de korstjes moeten op. Maar wij zeggen: als een kind aangeeft voldoende te hebben gehad, dan kun je dat ook respecteren. Geen hapje méér dan het kind zelf wil.
Een ander voorbeeld is dat kinderen bij ons niet uit plastic bekers drinken, maar uit Picardie-glazen. Het kind kan zien wat erin zit, ook wanneer het schuin wordt gehouden. Het glas heeft een zwaarder gewicht dan een plastic beker, waardoor bij het kind meer bewustwording ontstaat. De glazen hebben een gewelfde rand die prettig tegen de lippen aanligt. Met het aanbieden van een echt glas, een metalen lepel en een porseleinen schaal of bord, stralen we vertrouwen uit in het competente kind.
Lichaam leren kennen
Wij vinden het belangrijk dat het kind zijn eigen lichaam leert kennen en gebruiken. Ook hiervoor kiezen wij de juiste materialen. Bijvoorbeeld bij een baby in de box. Normaal gesproken zijn boxkleden vrij dik, soms tot wel vijf centimeter of meer. De baby zakt daarin weg en komt hierdoor in een min of meer gefixeerde positie. Wij kiezen bewust voor heel dunne kleedjes, waardoor het kind de harde ondergrond voelt en feedback krijgt van zijn eigen lichaam. Ook zien we dat het kind bijvoorbeeld met zijn hielen op de ondergrond gaat drukken, of met de heup of elleboog. Of het kind maakt een hoek van 90 graden door zijn benen in de lucht te houden en draait zich vanzelf op de zijkant. Het lichaam zit heel economisch in elkaar. Het maakt gebruik van de zwaartekracht. Het zit in ons DNA om zelfstandig, via verschillende overgangsposities, van horizontaal en liggend naar verticaal en rechtop te gaan.
Door het rekken, strekken en roteren binnen deze overgangsposities, het draaien en doorrollen, wordt het kind soepel en behendig. De motorische ontwikkeling gaat, althans bij een gezonde ontwikkeling, vanzelf en wordt niet verstoord door volwassenen. De kinderen zijn bij ons voortdurend bezig om in een nieuwe positie weer hun balans te vinden. Ook staan op alle groepen verschillende klim- en klautermaterialen ontwikkeld door Emmi Pikler, passend bij de desbetreffende leeftijd.
Samenwerking met ouders
Er is bij ons veel aandacht voor de verbinding met thuis. Dat begint al bij het eerste bezoek van de ouders. Tijdens de rondleiding leggen we uit hoe we werken, de ouders worden meegenomen in de visie van Pikler. Vaak is de moeder dan nog zwanger, en als de baby geworden wordt, gaat de professional van de babygroep op kraamvisite. Die informeert naar de zwangerschap. Zo wordt al heel vroeg een vertrouwde omgeving gecreëerd waar het kind later de vruchten van plukt. We onderhouden ook contact met de ouders over wat het kind fijn vindt; welke knuffel, welke manier van liggen. Onze kinderopvang kent een heel zorgvuldig opgebouwd wenbeleid.
We zijn ook reëel naar de ouders. Het is groepsopvang, geen individuele opvang. We kunnen de ouders geruststellen dat onze professionals oog hebben voor de behoefte van hun kind. Wij gaan uit van een competent kindbeeld. Als de professional voldoende aandacht geeft, als het kind zich emotioneel kan opladen, dan gaan wij ervan uit dat kinderen ook met de moeilijke momenten om kunnen gaan. Hier proberen wij ouders in mee te nemen. Daarbij komen we altijd weer terug op dat ene begrip: respect voor het competente kind.
Praktijkvoorbeeld: Kinderopvang Duimelot in Zenderen.