
Werkdefinitie
Een betekenisvolle dagelijkse overdracht bestaat uit een gelijkwaardig en wederkerig gesprek tussen de pedagogisch professional en de opvoeder. In dit gesprek wordt informatie uitgewisseld over het welzijn, de belevingswereld en/of de ontwikkeling van het kind, waardoor beide partijen beter kunnen inspelen op de behoeften van het kind en de afstemming tussen thuis en opvang zo optimaal mogelijk is.
De momenten bij het brengen en halen van kinderen lijken klein, maar zijn van grote waarde. Een goede overdracht laat zien wat een kind heeft meegemaakt, hoe het zich voelde en wat het heeft geleerd. Zo versterk je het contact met opvoeders én maak je zichtbaar wat jouw pedagogisch werk betekent voor het kind. Betekenisvolle overdracht is dus meer dan een leuk praatje – het is een krachtig onderdeel van je professionele handelen.
In deze kennisbasis richten we ons met name op de kinderdagopvang, maar verschillende inzichten en tools zijn ook inzetbaar in de BSO.
De dagelijkse overdracht: wat doen we nu?
De dagelijkse overdrachtsmomenten bij halen en brengen zijn kort; ze duren vaak slechts een of enkele minuten. Tijdens dit korte moment delen pedagogisch professionals en opvoeders informatie over de ervaring, de ontwikkeling en de behoeften van kinderen. De optelsom van al deze korte momenten bij elkaar bieden de opvoeders en pedagogisch professionals een waardevolle inkijk in het leven van het kind. De overdracht vormt als het ware de brug tussen twee belangrijke leefwerelden van het kind. Dit gesprek kan worden aangevuld met informatie in schriftjes of een Ouder-app.
Uit zowel Nederlandse cijfers als internationaal onderzoek blijkt dat de kwaliteit en invulling van de overdracht erg varieert. Op sommige locaties worden niet alle opvoeders (en kinderen) individueel begroet, terwijl op andere locaties juist een uitgebreide uitwisseling plaatsvindt.
Opvallend genoeg gaat slechts de helft van het gesprek bij de overdracht over inhoudelijke zaken met betrekking tot het kind, de betrokken volwassenen of thuis. De andere helft van het gesprek werd gevuld met begroeten en uitingen van beleefdheid.
TIP: Spreek niet alleen de kinderen maar ook de opvoeders aan bij hun voornaam, in plaats van “moeder/vader van”. Dit is een simpele manier om het contact met de opvoeders laagdrempeliger en persoonlijker te maken.
Waarom is de dagelijkse overdracht zo belangrijk?
De verbinding tussen de verschillende leefwerelden van kinderen, in dit geval tussen de pedagogisch professional en opvoeder, is cruciaal voor de ontwikkeling van kinderen (zie ook: dossier samenwerken met ouders). Zoals opvoeders onderling samenwerken, het zogenaamde samen opvoeden, ofwel “co-parenting”, werken ook de pedagogisch professionals en opvoeders samen, in het zogenaamde samen zorgen, ofwel “co-caring”.
De kwaliteit van het samen zorgen kan worden uitgedrukt in de volgende dimensies:
- De mate waarin de pedagogisch professional en de opvoeder(s) elkaar ondersteunen versus ondermijnen.
- De mate waarin de pedagogisch professional en de opvoeder(s) overeenstemming vinden over de zorg voor het kind.
Als het samen zorgen goed verloopt, draagt dit bij aan de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen in het algemeen en voor kinderen uit een lager sociaaleconomisch milieu of met een migratieachtergrond in het bijzonder. Maar samen zorgen draagt ook bij aan de kwaliteit van de relatie tussen opvoeder en kind en tussen pedagogisch professional en kind. Als pedagogisch professionals en opvoeders beter en vaker communiceren, verhoogt dit namelijk de sensitiviteit van beide partijen. Als er meer informatie wordt gedeeld vanuit de thuissituatie is de pedagogisch professional gedurende de opvangdag sensitiever naar het kind, en biedt zij meer ondersteuning en stimulatie in het contact met het kind. Maar hetzelfde werkt ook andersom: als er meer wordt gedeeld vanuit de kinderdagopvang, zijn de opvoeders thuis meer ondersteunend, hebben ze meer respect voor de autonomie van het kind in spel en stimuleren ze het kind meer op cognitief gebied.
De dagelijkse overdracht is het moment dat je alle opvoeders kunt spreken. Tijdens een betekenisvolle overdracht…
- Creëer je een welkome sfeer voor opvoeders en het kind door hen persoonlijk te groeten en oogcontact te maken.
- Ontwikkel je een vertrouwensrelatie en positieve verstandhouding met opvoeders. Dat maakt het makkelijker om op een later moment eventuele problemen of zorgen aan te kaarten.
- Laat je zien hoe jij met het kind omgaat, wat de opvoeder meer vertrouwen kan geven om het kind met een gerust hart bij jou achter te laten.
TIP: Begroet elk kind en elke opvoeder bewust bij binnenkomst en zeg hen gedag bij vertrek.
Wat is het doel van een betekenisvolle dagelijkse overdracht?
Er zijn verschillende doelen die je kunt bereiken met een betekenisvolle dagelijkse overdracht, zowel door de specifieke kennis die je deelt als de manier waarop je het gesprek vormgeeft.
Consistentie tussen de omgevingen
Door in de dagelijkse overdracht informatie met elkaar te delen, ontstaat er meer duidelijkheid en structuur voor het kind. Door kennis te delen, kun je meer continuïteit creëren in de routines thuis en in de opvang. Het wordt makkelijker om het gedrag en de gevoelens van het kind op eenzelfde manier te benaderen op de opvang en thuis. En opvoeders en pedagogisch professionals kunnen meer eenduidige regels hanteren over welk gedrag wel of niet passend of gewenst is.
Bouwen aan de relatie
De dagelijkse overdracht kan zorgen voor een meer positieve verstandhouding tussen pedagogisch professional en opvoeder en kan bijdragen aan het opbouwen van een vertrouwensrelatie. Als opvoeders zich gesteund voelen door de pedagogisch professional, zullen ze meer bereid zijn om informatie te delen en informatie te vragen. Zo is de kans ook groter dat opvoeders gedrag of adviezen overnemen die een pedagogisch professional geeft, omdat ze hen zien als een deskundig en vertrouwd persoon.
Elkaar versterken als opvoeders
Als de pedagogisch professional en opvoeder samen de brug slaan tussen de opvang en thuis, door ondersteunend en actief met elkaar te communiceren over de ervaringen van het kind, is dit verrijkend voor zowel de opvang als de thuisomgeving. Juist door kennis te krijgen over het gedrag en de ervaringen van het kind in de andere omgeving, wordt het makkelijker om aan te sluiten bij de behoeften van het kind en betekenis te geven aan diens gedrag en ervaringen. De mate waarin opvoeders en pedagogisch professionals kunnen afstemmen op wat er in het kind omgaat, wat zijn gedachten, gevoelens, behoeften en intenties zijn, is een belangrijke voorwaarde voor sensitiviteit, zowel thuis als in de opvang.
Hoe maak je de dagelijkse overdracht betekenisvoller?
De vorm van het gesprek
Hoewel de inhoud vaak op de voorgrond staat, is de vorm van het gesprek minstens zo belangrijk. Vanuit de inzichten van het theoretisch model over samen zorgen en modellen van persoonsgerichte gespreksvoering weten we dat een aantal zaken erg belangrijk zijn.
Ten eerste, is ondersteuning en bevestiging belangrijk. Laat in het contact met de opvoeder je waardering blijken, bijvoorbeeld door actief te luisteren en door vragen te stellen om de opvoeder beter te begrijpen, en geef indien gepast een compliment of een positieve bekrachtiging.
Ten tweede, is het belangrijk dat je empathisch bent naar de opvoeder, bijvoorbeeld door de gevoelens en gedachten van opvoeders in eigen woorden samen te vatten.
Een laatste belangrijke voorwaarde is dat je oprecht bent in het contact met de opvoeder; wat je denkt, wat je doet en wat je zegt moet met elkaar kloppen. Alleen dan komt je ondersteuning en empathie goed over. Wees je dus bewust van de boodschap die je uitdraagt, zowel woordelijk als in toon of in lichaamstaal. Signalen waarmee je laat zien dat je de opvoeder wantrouwt, of twijfelt aan diens competentie als opvoeder, kunnen voelen als een vorm van ondermijning, wat afbreuk kan doen aan de relatie met de opvoeder.
De inhoud van het gesprek
Zowel opvoeders als pedagogisch professionals vinden het delen van informatie tijdens de overdracht erg belangrijk. Als pedagogisch professional is het goed om na te denken welke vorm van communicatie het beste past bij de informatie die je wilt delen: slaap- of voedingsschema’s passen beter in een dagboekje of een Ouder-app, terwijl informatie over hoe het kind zich voelde gedurende de dag beter tot zijn recht komt in een mondeling gesprek. De overdracht is een kans om belangrijke signalen over het kind te bespreken. Aanhoudende zorgen lenen zich soms beter voor een apart en langer gesprek, of een naderend ontwikkelgesprek.
Er zijn verschillende keuzes voor inhoud van het gesprek, afhankelijk van het moment:
Bij het wegbrengen
In de ochtend zijn de overdrachtsmomenten een bron van informatie voor pedagogisch professionals over de ervaringen of het gedrag van het kind thuis en over uitzonderlijke omstandigheden (bv. ziekte, of een vakantie). Door gerichte vragen te stellen en door te vragen, vorm je een goed beeld en kun je deze informatie gebruiken om zelf beter in te kunnen spelen op de behoeften van het kind gedurende de dag.
Bij het ophalen
Aan het einde van de dag kunnen pedagogisch professionals kennis delen over de sociale interacties op de groep, de activiteiten die het kind heeft ondernomen, wanneer het kind een moeilijke dag heeft gehad, een nieuwe vaardigheid die het kind heeft geleerd, of delen wat het kind die dag trots, enthousiast, boos, verdrietig of gefrustreerd maakte. Door deze informatie te delen, helpt de pedagogisch professional de opvoeder om beter aan te sluiten op wat het kind nodig heeft op dat moment.
Wat is er nodig?
Het is belangrijk dat pedagogisch professionals voldoende ondersteuning en coaching krijgen in het voeren van deze overdrachtsgesprekken. Met name voor dit soort korte en complexe interacties en voor interacties met opvoeders van diverse achtergronden (zowel cultureel, qua taal, als sociaaleconomisch), is er nog te weinig ruimte en aandacht in opleidingen voor pedagogisch professionals.
Ook is het belangrijk om aandacht te besteden aan het belang van een betekenisvolle overdracht. Hoewel er binnen en buiten de opleiding aandacht is voor het aanleren van bijvoorbeeld gesprekstechnieken voor gesprekken met opvoeders, blijft de vraag WAAROM deze technieken en deze gesprekken zo belangrijk zijn vaak onbesproken. Uit het feit dat de kwaliteit van de overdracht nauwelijks samenhangt met de kwaliteit van de zorg de rest van de dag blijkt al dat de pedagogisch professionals zich misschien niet volledig bewust zijn van of te weinig handvatten hebben in het succesvol en effectief benutten van deze overdrachtsmomenten.
Uitdagingen en mogelijke oplossingen
De overdrachten vinden plaats aan de randen van de dag, waar juist de bezetting van de pedagogisch professionals lager is. Dit zorgt voor belangrijke uitdagingen. Is er voldoende tijd en aandacht voor een overdracht aan elke opvoeder? En hoe ga je ermee om als er voor de overdracht geen vaste pedagogisch professional van de groep aanwezig is, of alleen een pedagogisch professional die het kind maar een klein deel van de dag heeft kunnen zien? Om een betekenisvolle overdracht dan toch mogelijk te maken, is het belangrijk dat er voldoende bezetting is voor een kort 1-op-1 gesprek met elke opvoeder en is er goede afstemming nodig tussen pedagogisch professionals onderling om de informatie goed over te kunnen brengen.
TIP: Bespreek in je team hoe collega’s onderling informatie kunnen delen om een betekenisvolle overdracht mogelijk te maken, ook door een pedagogisch professional die het kind weinig of slechts een deel van de dag heeft gezien.
Er lijkt een disbalans te bestaan tussen de behoeften van pedagogisch professionals en van opvoeders. Het ophaalmoment is voor opvoeders vaker een moment waarop zij de rust en de behoefte hebben voor contact met de pedagogisch professional, terwijl het begin van de dag voor pedagogisch professionals juist een belangrijk moment is om informatie te krijgen van opvoeders. Een duidelijkere toelichting waarom zowel het brengen als het halen belangrijke momenten zijn voor het kind zelf, maar ook voor zowel opvoeders als pedagogisch professionals om hun rol goed te kunnen vervullen, kan wellicht bijdragen aan het creëren van ruimte voor een betekenisvolle overdracht.
TIP: Bespreek bij de intake met ouders de wederzijdse verwachtingen met betrekking tot de overdracht. Leg uit waarom de overdracht van belang is voor beide partijen en bespreek hoe jullie samen kunnen bijdragen aan een betekenisvolle overdracht.
In de setting van de BSO, waar groepen groter zijn en oudere kinderen soms zelfstandig naar huis gaan, zijn creatieve oplossingen nodig om een betekenisvolle overdracht mogelijk te maken. Er kan dan bijvoorbeeld gewerkt worden met een roulatiesysteem, waarbij er voor elk kind met enige regelmaat een betekenisvolle overdracht wordt gegeven, in plaats van dagelijks. Betrek bij deze oudere doelgroep het kind ook in het gesprek van de overdracht; praat met opvoeder en kind over de dag in plaats van met de opvoeder over het kind.