Samenwerken aan  
pedagogische kwaliteit

Ik doe mee!

 

 

Wij zijn er voor

pedagogisch coaches pedagogisch professionals bestuurders gastouders studenten ouders

 

Op de peuterspeelgroepen van Scala hebben wij er bewust voor gekozen om laagdrempelig een relatie op te bouwen met ouders. We leren elkaar kennen bij formele en informele momenten. Als ouders hun peuter bij ons aanmelden begint dit al met het intakegesprek waar we de wederzijdse verwachtingen naar elkaar uitspreken. Dit intakegesprek vindt plaats op de peuterspeelgroep met de mentor van de peuter, bij voorkeur is naast de ouder(s) ook de peuter zelf aanwezig. Dit geeft de pedagogisch medewerker zicht op ouder kind interactie maar laat ook de peuter zien dat ouder en pedagogisch medewerker een relatie opbouwen. Daarnaast kan de ouder zien hoe pedagogisch medewerker en peuter op elkaar reageren. Ook hebben we afspraken gemaakt over de frequentie van formele gesprekken zoals de gesprekken over de ontwikkeling van de peuter en het overdrachtsgesprek. 

Deze laatste doen we op enkele locaties nu in de vorm van een 3-gesprek: Voorheen vonden drie gesprekken plaats: 1. het overdrachtsgesprek met pedagogisch medewerker/mentor en de ouders 2. de (warme) overdracht met de basisschool (pedagogisch medewerker en leerkracht groep 1/Intern begeleider) en 3. het gesprek dat de basisschool heeft met de nieuwe ouders. In het 3- gesprek clusteren we deze drie gesprekken: de pedagogisch medewerker/mentor, de ouders en de leerkracht/intern begeleider hebben samen een 3-gesprek. Op deze manier is de ouder precies op de hoogte welke informatie wordt overgedragen aan school. Ook geeft dit ouders de gelegenheid om vanuit hun perspectief toelichting te geven. 

Ook kiezen wij er bewust voor om de ouders bij de voornaam te noemen en niet meer aan te spreken als “de moeder of vader van”. In gesprekken met de ouders hebben wij een open en nieuwsgierige houding. We zenden niet maar proberen aan te haken bij de wensen en behoeftes van ouders. Is dit niet mogelijk dan gaan we samen op zoek hoe we, in het belang van de peuter, kunnen aansluiten bij elkaar. 

Gesprekken beginnen bij ons altijd vanuit oprechte nieuwsgierigheid. Hoe gaat het thuis, wat gaat goed en waar liggen nog vragen en/of problemen. Waar hebben de peuter en de ouders behoefte aan? Hierbij gaan we opzoek naar “haakjes”; wat herkennen we hiervan op de groep en hoe gaan wij als pedagogisch medewerkers daarmee om. Hebben we misschien tips en adviezen voor ouders of kunnen we ouders helpen met de weg te vinden naar de juiste hulpverlening. Door op deze manier het gesprek aan te gaan ervaren de pedagogisch medewerkers dat de bereidheid om adviezen aan te nemen bij ouders veel groter is. Ze geven immers zelf aan welke behoefte ze hebben en krijgen dit niet vanuit ons opgelegd. Pedagogisch medewerkers gaan ontspannen de gesprekken in en hoeven hiervoor veel minder voor te bereiden. Zij kennen de peuter en zij kennen de ouder en vertrouwen hier veel meer op.

Elke ochtend hebben wij op een onze locatie een spelinloop. Dit is een vast onderdeel van ons programma. Ouders kunnen tussen 8.30 en 8.45 uur een kwartier samen met de peuter een spelletje doen. Dit geeft de pedagogisch medewerkers de mogelijkheid om ouder-kind interacties te observeren maar ook om voorbeeldgedrag te laten zien. Ook geeft dit ouders en pedagogisch medewerkers meer tijd om de overdracht ’s ochtend invulling te geven. 

De overdrachtsmomenten (brengen en halen), andere informele contactmomenten (zowel fysiek als digitaal) en de formele contactmomenten vormen op deze manier een mooie aanvulling op elkaar. Ouders en pedagogisch medewerker leren elkaar kennen en bouwen aan een gelijkwaardige relatie. Doordat de pedagogisch medewerker de ouder kent, kan zij makkelijker inspelen op de behoeften van ouders. Ook maakt dit het bespreken van meer gevoelige onderwerpen makkelijker zodat je eerder tot de kern kunt komen en wederzijds begrip ontstaat.