Pedagogisch coach Hon Kwan is razend enthousiast over één techniek in het bijzonder: de grafiek waarmee ze pedagogisch professionals begeleidt. En als je naar haar luistert, begrijp je al snel waarom.

Het begint met een intakegesprek, vertelt Hon Kwan Yiu van PIT kinderopvang & onderwijs (Zwijndrecht, Alblasserdam, Hendrik-Ido-Ambacht, Heerjansdam en Ridderkerk). ‘Ik help eerst om een doel vast te stellen. De professional zegt bijvoorbeeld: ik wil mezelf goed kunnen verwoorden en ik wil mijn mening durven geven zonder collega’s daarbij het idee te geven dat ik ze aanval. Stel dat we elkaar acht keer zien, dan is dat het einddoel na acht weken. Vervolgens bedenken we voor iedere week een mini-doel. En daarna laat ik de professional zelf de grafiek tekenen.’

Hoe ziet zo’n grafiek eruit? 

‘Eerst trek je twee lijnen: van boven naar beneden en van links naar rechts. De linkerkant van de grafiek staat voor de groei. De onderkant van de grafiek staat voor het aantal weken. Als je acht weken gepland hebt, zet je acht cijfers aan beide kanten. Bij het rechterpunt helemaal bovenaan, dus aan de top van de groei en bij de laatste week, zet je een figuurtje. De professional mag dit figuurtje zelf kiezen: een ster, een hartje – dat kan van alles zijn. Het figuurtje staat voor het einddoel, en daar werkt de professional naartoe.’

Wordt er dan iedere week één stap omhoog gezet? 

‘Dat ligt eraan. Ik geef steeds een specifieke opdracht mee om het mini-doel te bereiken dat we in het intakegesprek hebben bedacht. Om bij het eerder genoemde voorbeeld te blijven, van feedback geven en ontvangen, ik zou voor de eerste week kunnen zeggen: let eens goed op je collega’s. Hoe geven zij feedback aan elkaar? En dan vraag ik de week daarop hoe het ging. De professional mag zelf aangeven hoeveel stappen er zijn gemaakt. Dat kan één stap zijn, maar ook drie. Want misschien heeft de professional niet alleen op collega’s gelet, maar ook zelf al feedback gegeven.’

En jij helpt om dat te beoordelen. 

‘Ja, want als de professional zichzelf één stap geeft, en ik kan uit het verhaal opmaken dat het eigenlijk drie stappen zijn, dan geef ik dat aan: kom, je hebt zó hard je best gedaan, doe maar drie. En andersom kan ook. Misschien wil de professional drie stappen vooruit, terwijl ik denk dat één stap realistischer is. Maar ook dat gaat dan in overleg. De professional moet zelf de mate van groei leren herkennen.’

Wat nou als er überhaupt geen groei was die week? 

‘Dan zet de professional een recht streepje. Juist daarom is die grafiek zo handig. Je hebt de groei – of juist het gebrek daaraan – meteen duidelijk in beeld; geleidelijk of met pieken en dalen.’

Dus het streepje kan ook omlaag gaan? 

‘Ja, want het gaat er echt om wat de professional in die specifieke week heeft gedaan. Stel dat je in week zes feedback moet vragen, maar dat durf je niet. Dan word je misschien onzeker en stop je ook met feedback geven. Dan kun je zomaar weer bij stap één uitkomen. Maar wat nog veel belangrijker is dan die stappen, is dat de grafiek voor de coach een startpunt is om met de professional in gesprek te gaan. Er is altijd wel iets om te bespreken. De grafiek is een manier om te motiveren én om te reflecteren.’

Wat gebeurt er als de professional in de laatste week het einddoel niet heeft gehaald? 

‘Ook daarover ga je in gesprek. Is het doel misschien te hoog gegrepen? Of heb je meer tijd nodig? Dan voeg je er desnoods nog drie weken aan toe. Of je maakt het doel juist kleiner, omdat het einddoel toch niet helemaal goed was vastgesteld.’

Wat zijn de valkuilen bij gebruik van zo’n grafiek? 

‘Dat de professional de grafiek niet serieus neemt. Dat kan. De grafiek is niet voor iedereen. Dan moet er misschien een andere methode worden gevonden. Het enthousiasme moet uiteindelijk van beide kanten komen. Of de professional heeft er juist wel zin in, maar vindt zich niet in wat ik vraag. Maar ook dáárover kun je praten. De grafiek maakt duidelijk wat zich onder de oppervlakte sowieso al afspeelde. Coaches moeten in elk geval onthouden dat het leuk moet zijn. Het werkt alleen als de professional intrinsiek gemotiveerd is om het einddoel te behalen.’

Wat vinden professionals doorgaans zelf van werken met de grafiek? 

‘In het begin vinden ze het flauw. Moet ik echt die grafiek zelf tekenen, vragen ze dan. Moet ik helemaal zélf een figuurtje verzinnen? Maar vaak merken ze na ongeveer drie weken wat de grafiek zo effectief maakt. En dan vinden de meeste professionals het echt heel leuk en interessant.’