Als ouder en/of professional krijg je van alle kanten adviezen over beweging en ontwikkeling van kinderen. Adviezen die elkaar soms ook nog eens tegen lijken te spreken.
Hoe ga je daarmee om?
Onderzoeker Sanne Veldman en pedagogisch coach Nathalie Eenkhoorn willen je in dit interview een beetje geruststellen.
Sanne is onderzoeker bij het Mulier Instituut, een onafhankelijke organisatie voor studies naar sport en beweging. ‘We richten ons vooral op beleid,’ vertelt Sanne, ‘dus het bevorderen van beweging in de samenleving. Mijn expertise is het jonge kind, van nul tot zes jaar oud. Daarnaast zit ik in het ontwikkelteam bewegen van het Expertisecentrum Kinderopvang, en in die hoedanigheid heb ik veel contact met Nathalie.’
Nathalie is pedagogisch coach en beleidsmedewerker bij Helden Opvang, een kinderopvangorganisatie met meerdere locaties in Midden-Nederland. Ook is ze Pikler-pedagoog in opleiding.
Wat doet het ontwikkelteam bewegen precies?
Sanne: ‘We bieden informatie, praktijkvoorbeelden, tools. Zo hebben we ons bijvoorbeeld gebogen over het belang van bewegen bij baby’s van nul tot één jaar, en wat je kunt doen om dat te stimuleren. Heel grof gesteld is het belangrijkste beweegadvies: hoe meer beweging, hoe beter.
Nathalie: ‘Toch willen we ouders en professionals niet onzeker maken. De druk ligt al ontzettend hoog. Doe ik het wel goed, vragen mensen zich af. Wij zijn er niet om deze druk op te voeren. Wel kunnen we achtergrondinformatie bieden om mensen gerust te stellen.
Waarom is het belangrijk dat ook baby’s bewegen?
Sanne: ‘Op jonge leeftijd leg je de basis voor een leven lang bewegen. Hoe meer jonge kinderen bewegen, hoe beter ze hun motorische vaardigheden ontwikkelen. Wie als kind actief is, zal ook later in het leven actiever zijn. En andersom: kinderen die weinig bewegen, zullen ook als volwassenen waarschijnlijk weinig bewegen. Beweging is goed voor zowel je fysieke als mentale gezondheid. Kinderen die veel bewegen, zitten lekkerder in hun vel.’
Als je zegt dat je jong moet beginnen, hoe jong bedoel je dan?
Sanne: ‘Echt als baby.’
Nathalie: ‘Ja, dat is ook onderdeel van de visie van de Hongaarse kinderarts Emmi Pikler. Je kunt een baby bijvoorbeeld op zijn rug leggen, op een harde ondergrond. Zodat hij zijn eigen lichaam goed voelt en daardoor zelf tot beweging kan komen. Zo traint hij bijvoorbeeld zijn nekspieren door rond te kijken. Allemaal op zijn eigen tempo.
Toch is onder meer het advies van bijvoorbeeld de GGZ en consultatiebureaus dat je baby’s op hun buik moet leggen.
Sanne: ‘Dat is ook hartstikke goed! Ook dat is een manier om een baby te stimuleren. Alleen is het advies dat je dit korte momenten doet. Meerdere keren per dag, maar korte momenten. Het hoeft dus echt niet een halfuur lang. En zoals Nathalie aangeeft is ook op de rug leggen op een harde ondergrond waardevol, dit kan elkaar aanvullen. In beide gevallen gaat het erom dat je de baby zelf tot beweging laat komen.’
Zijn we geneigd baby’s en kinderen te onderschatten
Sanne: ‘Ja, ik denk dat volwassenen snel het gevoel hebben dat ze een kind moeten helpen. Terwijl het dus veel zelf al kan. Daarnaast zie je veel gebruik van wippertjes of een lekker kussen om de baby in te leggen. Dat is best een beetje zonde, want daardoor mist de baby vrijheid om zelf te oefenen.’
Je zegt het heel voorzichtig.
Sanne: ‘Ja, dat doe ik bewust, weet je waarom? Ouders willen het beste voor hun kind en voelen hierdoor veel druk. Wij willen daar geen druk aan toevoegen, wij willen juist druk wegnemen. Je hoeft niet steeds in te grijpen, dat willen we graag duidelijk maken.’
Nathalie: ‘Er is ook een verschil tussen ingrijpen en aandacht geven, dat is ook wel belangrijk om te zeggen. Het is altijd goed om aandacht te hebben, zeker tijdens verzorgingsmomenten; verschonen, voeden, de fles geven. Of wanneer je je baby op de arm hebt, echt die interactie. Maar ook wanneer je een baby vrij neerlegt, kun je er aandacht voor hebben. Je geeft hem daarnaast alleen de vrijheid om zelf te bewegen.’
Sanne: ‘En voel je vooral niet schuldig als je een keer de afwas moet doen. Kinderen kunnen zich goed zelf vermaken en het is ontzettend belangrijk dat ze dit leren. Juist ook bij baby’s is het belangrijk om de ruimte te bieden waarin ze zichzelf kunnen ontdekken, door die vrijheid om te bewegen. En zo geef jezelf ook wat rust.
Dus eigenlijk is jullie tip vooral: laat kinderen zelf bepalen waar ze klaar voor zijn.
Nathalie: ‘Soms wordt een kind al in een zitje gezet, terwijl het zelf nog niet kan zitten. Dan is het kind daar eigenlijk nog niet klaar voor, waardoor je er beter nog even mee kunt wachten. Dat sluit ook aan op de draagcultuur van tegenwoordig, met de populariteit van de draagzak. Weer zeg ik erbij: het hoeft niet altijd. Dat mensen het gevoel hebben dat ze een baby de hele dag bij zich moeten dragen, is onnodig. Bij de kinderopvang is daar ook helemaal geen mogelijkheid voor, dus het is goed als baby’s thuis al op hun rug op de grond worden neergelegd, en dat ze leren om zichzelf te vermaken. Het gaat om vertrouwen in het kind, waardoor het kind vertrouwen in zichzelf krijgt.’
Sanne: ‘Ja, geef het kind de ruimte en daarmee het vertrouwen om te ontdekken. Als ouder creëer je de omstandigheden, maar de uitvoering is aan het kind.’