Eerst waren lage tafels gebruikelijk, toen hoge tafels en inmiddels maakt iedere kinderopvangorganisatie een eigen keuze. Wat is verstandig? Laura Hoogcarspel van Hero kindercentra heeft hier ideeën over.

‘Het is geen rocket science,’ zegt Laura Hoogcarspel, inhoudelijk manager pedagogiek en VVE bij Hero kindercentra in Haarlem en Spaarndam; ze heeft het over hun nieuwste aanwinst. ‘Het is eigenlijk gewoon een tafel met een opstaand randje, dus een soort tafel en bak ineen. Wij noemen het de staande speeltafel. Door dat randje valt het speelgoed er niet steeds vanaf. Dat is fijn voor zowel de pm’ers als de kinderen.’

Laura werkt mee aan de herinrichting van de verschillende locaties van Hero kindercentra. Hierbij wordt goed nagedacht over de juiste tafels. Over de staande speeltafel is ze heel enthousiast. ‘Voor kinderen is het handig omdat ze niet de hele tijd hun spullen kwijtraken. En omdat ze staand spelen, hebben ze een heel actieve houding. Dat is positief. Het schijnt ook beter te zijn voor de hersenen, die makkelijker verbindingen aanleggen als je in beweging bent. Dus eigenlijk kunnen de kinderen op deze manier beter leren.’

Zijn er nog meer voordelen?

‘In de kinderopvang willen we vaak dat kinderen aan de hoge tafel gaan zitten. Omdat we daar nu eenmaal puzzelen of eten. Maar als je gebruikmaakt van een statafel – of lage tafels, waar kinderen zelf met een stoeltje aan kunnen zitten – dan kunnen ze ook zelf besluiten om weer weg te gaan. Dat is opnieuw een reden waardoor ze meer in beweging zijn, maar het stimuleert tegelijkertijd zelfredzaamheid en autonomie. Ze zijn minder afhankelijk van de pm’er, die ze anders steeds moet helpen om van de hoge tafel te gaan.’

Kun je de nadelen van een hoge tafel toelichten?

‘De hoge tafel gaat vaak gepaard met een bank, en dan zitten alle kinderen op een rijtje. Als het middelste kind weg wil, moeten alle andere kinderen ook opstaan. Soms kruipen ze onder tafel om weg te komen, dat is nog best goed voor hun motoriek. Maar vaak lost de pm’er het op door het kind eruit te tillen, en dat is ergonomisch niet fijn. Dat blijft een heikel punt, ook bij ons. En bij zo’n hoge tafel gaan kinderen over het algemeen eerder zitten dan bij een lage tafel of een statafel.’

Maar een lage tafel lijkt me ergonomisch ook niet al te best.

‘Er is altijd een spanningsveld, dat klopt. Want bij een hoge tafel kunnen pm’ers juist weer op een normale stoel zitten als ze met de kinderen bezig zijn. Bij een lage tafel zitten ze vaak op een klein stoeltje, en daar komen ze alleen met veel gekreun en gesteun weer vanaf – bij wijze van spreken dan. Maar die lage tafel zorgt dus wel voor een actievere houding bij de kinderen. Daarom gaan wij er nu een beetje tussenin zitten.’

Hoe ziet dat eruit in de praktijk?

‘Wij hebben gekozen voor een combinatie. Het is een soort mindset: kinderen zelf dingen laten doen als dat mogelijk is. Zeker bij peutergroepen, zij kunnen zelf al hun brood smeren. Die laten we daarom bij voorkeur aan de lage tafels eten. De pm’er houdt contact met ze en helpt als dat nodig blijkt, maar in principe redden ze het op eigen houtje. De jongere kinderen mogen dan aan de hoge tafel, want die hebben vaker hulp nodig. Door deze aanpak hebben we minder hoge tafels nodig, en dat scheelt ook nog eens ruimte. Die dingen zijn supergroot, en dat gaat vaak ten koste van mogelijke speelplekken.’

En jullie moedigen het dus aan als kinderen staan.

‘Sommige kinderen vinden het heerlijk om te staan. Zelfs als er een stoel is. We zijn automatisch geneigd ze te vertellen dat ze moeten gaan zitten, maar waarom eigenlijk? Misschien omdat we het als volwassenen fijn vinden om te zitten. Al is het natuurlijk niet voor niets dat ook op kantoren stabureaus steeds normaler worden. Zitten is het nieuwe roken, hoor je weleens, slecht voor de gezondheid. En dat begint al op jonge leeftijd. Waarom moet je per se zitten als je aan het kleuren bent? Dat kan ook staand. Dus kun je het beste kiezen voor een combinatie van hoge en lage tafels.’

Wat vinden pm’ers hiervan?

‘Voor veel pm’ers is die combinatie nog best wennen. Maar al snel komen ze erachter dat er veel te winnen valt. Die zelfstandigheid vooral. Dat kinderen de mogelijkheid hebben om zelf te beslissen. Dat maakt een groot verschil.’