Bij kinderopvang Ska in Amersfoort hebben ze iets bijzonders: de jonge kind-specialist. Deze specialist vormt een brug tussen de pedagogisch medewerker en de pedagogisch coach, waardoor beiden hun werk veel makkelijker en effectiever kunnen uitoefenen. Ilse Diepeveen van Ska legt uit. 
 
Ilse is zelf pedagogisch coach bij Ska, en werkt in deze rol nauw samen met de jonge kind-specialisten. Zij kan goed uitleggen wat deze specialisten voor de kinderopvang – dus ook voor andere organisaties in Nederland – kunnen betekenen. 
 
‘De jonge kind-specialisten hebben echt een aparte functie,’ vertelt Ilse. ‘Zij vormen samen met de coördinator van de locatie het kernteam. Specialisten werken mee op de groep, maar daar zijn ze een aantal uren in de week – afhankelijk van de locatiegrootte – van vrijgesteld. Deze tijd kunnen ze bijvoorbeeld gebruiken om collega’s te coachen, om mee te kijken met zorgkinderen, om teamvergaderingen voor te bereiden of om gesprekken te voeren met de pedagogisch coaches. De specialist is verantwoordelijk voor de pedagogiek op locatie – zo moet je het zien.’ 
 
Hoe is dat voor jou als coach? 
‘Ontzettend handig. De specialist is een aanspreekpunt. Als coach werk je met meerdere locaties. Dan kom je eens in de zoveel tijd even langs, maar zodra je er niet meer bent, wordt je advies in de waan van de dag nog weleens vergeten. De specialist lost dit probleem op. Die is vier dagen per week aanwezig en blijft met de pm’er samenwerken om het pedagogisch beleid in de praktijk te brengen.’ 
 
Hoe is deze functie ontstaan? 
‘Wij hadden al jonge kind-specialisten nog vóórdat de pedagogisch coach wettelijk verplicht werd. We vonden het toen ook al belangrijk om de pedagogische kwaliteit op de werkvloer te waarborgen. En toen de coaches kwamen, hebben we de specialisten gehouden; die combinatie leek ons perfect. Een fijne bijkomstigheid was dat pedagogisch medewerkers nog steeds de mogelijkheid hadden om relatief makkelijk door te stromen. Voor de coach bestaan wettelijke hbo-verplichtingen, voor de specialist niet.’ 
 
Werkt de specialist echt in opdracht van de coach, of ook uit eigen beweging? 
‘Het is een wisselwerking. De specialist vertaalt pedagogisch beleid naar de werkvloer, maar geeft er ook zeker een eigen invulling aan. Gelukkig maar. Er moet heel goed gekeken worden wat een specifieke locatie nodig heeft. Wat dan vervolgens weer kan worden besproken met de coach. Maar soms komt het ook vanuit de pedagogisch medewerker. Die vraagt om de expertise van de specialist. En als zij er dan samen niet uit komen, wordt alsnog de coach om advies gevraagd.’ 
 
Wat vinden je collega’s van dit systeem? 
‘Over het algemeen heel prettig. Het is echt fijn om op alle locaties iemand te hebben die het team goed kent, die de ouders en kinderen kent, die op ieder moment weet wat er nodig is. Voor pedagogisch medewerkers is het lekker dat er een aanspreekpunt is. En ook ouders zijn er blij mee. Als zij een vraag hebben, gaan ze natuurlijk eerst naar de mentor van hun kind, maar ze kunnen ook altijd bij de specialist terecht.’ 
 
Kan iedere pedagogisch medewerker specialist worden? 
‘Ja, de mogelijkheden zijn er. In de kinderopvang is dat een luxe. Normaal gesproken kan een medewerker bij ons hooguit manager worden en dan stopt het alweer. En om coach te worden moet je dus hbo hebben gedaan. De specialist zit daartussenin. Die wordt ook één schaal hoger ingedeeld dan de pedagogisch medewerker. Het biedt meer uitdaging. Daarnaast is het een goede manier om mensen in de eigen organisatie te behouden. Want het komt nog weleens voor dat medewerkers in de kinderopvang naar het basisonderwijs vertrekken omdat ze te weinig geprikkeld worden.’ 
 
Wat zou je organisaties adviseren die door dit interview ook met specialisten willen gaan werken? 
‘Ik zou benadrukken dat specialisten heel goed begeleid moeten worden. Het is niet altijd makkelijk, want ze hebben twee petten op: die van pedagogisch medewerker én van specialist. Daar moet je tegen kunnen. Je krijgt ook vragen als je met je eigen groep bezig bent. Je moet dus echt prioriteiten kunnen stellen en nee durven zeggen. Wij geven jonge kind-specialisten daarom trainingen, zodat ze sterk in hun schoenen staan. Ook investeren we in pedagogisch inhoudelijke opleidingen, zowel intern als extern, zodat de specialist voortdurend gevoed blijft. En we laten ze ervaringen met elkaar uitwisselen, ook dat is heel belangrijk. Een specialist is altijd alleen op zijn of haar locatie; dan is het van grote waarde als je af en toe op een bijeenkomst kunt sparren met collega-specialisten. Maar het belangrijkste is natuurlijk dat ze het eens proberen, met een jonge kind-specialist. Voor de pm’ers, voor de coaches, voor de ouders én voor de kinderen.’