‘De meest gestelde vraag is waarschijnlijk ‘Mag dat?’. Wietske van Gurp is toezichthouder kinderopvang bij de GGD Amsterdam en vertelt meer.
Wat is de meest gestelde vraag als het gaat over risicovol spel?
‘De meest gestelde vraag is waarschijnlijk ‘Mag dat?’. Ik snap de achtergrond van de vraag, maar ik probeer altijd uit te leggen dat die vraag eigenlijk helemaal niet te beantwoorden is. Het gaat eerder om de vraag of het een verantwoorde situatie is. En wat verantwoord is, hangt af van de context. Wat de ene dag verantwoord is, is de volgende dag, met andere kinderen, niet verantwoord. Het belangrijkste is dat de professional hier goed onderbouwde keuzes in maakt. Het is dus niet aan ons om te bepalen of iets wel of niet mag, het is aan de professional om goed onderbouwde keuzes te maken die leiden tot een verantwoorde situatie.’
Wat is het grootste misverstand als het gaat over de GGD en risicovol spel?
‘In lijn met de vorige vraag, hoor ik vaak dat iets niet zou mogen van de GGD. Ik vermoed dat de GGD ook wel eens wordt gebruikt als excuus om risicovol spel uit de weg te gaan. Sommige professionals vinden risicovol spel spannend en willen het liever vermijden. Dan is het misschien makkelijk en ‘veilig’ om je achter de GGD te verschuilen: ‘het mag niet van de GGD’. En, ook al proberen we zo eenduidig mogelijk te handelen: er zijn verschillen tussen toezichthouders en tussen GGD-regio’s. Mijn stip aan de horizon is dat we landelijk als toezichthouders één lijn hanteren, want de kinderen zijn enorm gebaat bij risicovol spel en daar gaat het natuurlijk om.’
Wat vind je van de term risicovol spel?
‘Helaas heeft de term bij sommige professionals en ook ouders een negatieve lading en dat begrijp ik ook. Achteraf gezien waren termen als uitdagend of avontuurlijk spel misschien passender geweest. Risicorijk spelen vind ik ook een mooie optie, maar eigenlijk denk ik dat de term een gepasseerd station is omdat hij ondertussen zo is ingeburgerd. Belangrijk voor professionals is om uit te dragen dat het niet gaat om grote risico’s, maar om risico’s waar je kinderen mee wil leren omgaan. Sterker nog, die grote risico’s probeer je te vermijden. Het mooie van risicovol spelen is dat het spannend én plezierig is voor kinderen, daar zit juist de aantrekkelijkheid. En omdat de afweging voor het aangaan van een risico altijd de eigen keuze is van het kind, kun je er in de meeste gevallen ook van uitgaan dat kinderen passende risico’s nemen.’
Wat beoordeelt de GGD als het gaat om risicovol spel?
‘Gelet op risicovol spel zijn het pedagogisch beleid en het veiligheids- en gezondheidsbeleid de belangrijkste documenten die we beoordelen. Maar een beleid is nergens zonder overeenkomstig handelen in de praktijk, dus we beoordelen ook of het handelen van de professionals overeenkomt met de beleidsdocumenten. Belangrijk is om je handelen en werkwijze goed te onderbouwen. Je zou kunnen zeggen dat we tevreden zijn als het goed onderbouwd is. En daarmee bedoel ik echt niet dat je iedere risicovolle situatie moet beschrijven en uitspellen. Voor kleine risico’s geldt dat je in algemene zin opschrijft hoe je hier als organisatie mee omgaat. Hier is ruimte voor interpretatie en originaliteit. Voor grote risico’s schrijf je in het beleid maatregelen om het risico te beperken en als het risico zich voordoet. Hierbij houd je je ook aan de landelijke richtlijnen over bijvoorbeeld hygiëne en wiegendood.’
Wat zou jij professionals willen meegeven?
‘Ik zou graag vier punten willen meegeven. Ten eerste: er is heel veel mogelijk, zo lang je dit maar goed weet te onderbouwen. Ten tweede: ga het gesprek aan met de toezichthouder: vertel en laat zien dat je erover nagedacht hebt en waarom het risico aanvaardbaar is. Ten derde: voer gesprekken met pedagogisch medewerkers, coach hen en faciliteer ze bij het uitvoeren van het beleid over risicovol spel. Tot slot: hou het belang van kinderen voor ogen, bij de mogelijkheden die je biedt en in je communicatie met ouders. Risicovol spel is zó belangrijk voor de ontwikkeling dat ieder kind die kansen moet krijgen.’
Wietske van Gurp is toezichthouder kinderopvang bij de GGD Amsterdam