De AKTA-meter is een handig instrument om de ruimte en inrichting van een kinderopvanglocatie te verbeteren. Hoe dit precies werkt, bespreken we met een van de bedenkers, Ine van Liempd.

Als omgevingspsycholoog is Ine van Liempd inmiddels gepensioneerd. Maar ze is nog wel actief als onderzoeker van het ontwikkelteam omgeving bij het Expertisecentrum Kinderopvang. ‘Dat betekent dat ik bestudeer wat een ruimte met een kind doet,’ vertelt Ine, ‘en hoe de ruimte beter op het kind kan worden afgestemd. Ik heb hier veel onderzoek naar gedaan, ik heb er boeken over geschreven en een training voor ontwikkeld, en de AKTA-meter is hier een belangrijk onderdeel van.’

Wat is de AKTA-meter?

‘Met de AKTA-meter beoordeel je de inrichting van de ruimte in een kinderdagverblijf, BSO of IKC. Het is vooral een middel om met elkaar over die inrichting in gesprek te gaan. Wij hebben het instrument gemaakt aan de hand van wetenschappelijk onderzoek, op basis van de pedagogische basisdoelen van de kinderopvang. Daarbij hebben we ons afgevraagd wat je in een ruimte nodig hebt om aan die doelen te voldoen. De interactie tussen pedagogisch medewerker en de kinderen is natuurlijk het belangrijkst voor de pedagogische kwaliteit, maar de ruimte kan daarbij veel ondersteuning bieden. De AKTA-meter kan worden gebruikt door zowel pedagogisch medewerkers als pedagogisch coaches. Iedereen vult de meter in, en aan de hand van de verschillende antwoorden kijk je samen of je alle gewenste plekken hebt, en of ze goed zijn ingericht. Of de kinderen makkelijk bij het speelgoed kunnen, bijvoorbeeld. Of er voldoende geschikte materialen zijn.’

Waarom is het verstandig om de AKTA-meter te gebruiken?

‘We raken snel aan een ruimte gewend. Zoals in een woonkamer meubels staan waar je helemaal niet meer over nadenkt, gaat dat ook in de kinderopvang. De materialen bevinden zich op een bepaalde plek omdat ze daar nu eenmaal ooit zijn neergezet. Zo ontstaat er een blinde vlek. Met de AKTA-meter maak je jezelf weer bewust. Je gaat heel kritisch kijken hoe de kinderen de ruimte nu echt gebruiken.’

Kun je een voorbeeld geven?

‘Stel dat je een heel open ruimte hebt, en je zet alles tegen de wand. Dan hebben de kinderen eigenlijk alleen maar die middenruimte om te gebruiken, en komen ze elkaar constant tegen. Dat zorgt voor onrust; kinderen raken snel afgeleid en komen daardoor niet tot spel. Uit onderzoek weten we dat als je de ruimte slim hebt ingedeeld, met herkenbare plekken voor verschillende activiteiten, waarbij kinderen zelf kunnen kiezen waar en met wie ze spelen, dat je dan juist rust creëert. Kinderen kunnen zich beter concentreren. En dat stimuleert weer positieve sociale interactie.’

Dus wat je met de AKTA-meter leert, kun je meteen toepassen?

‘Ja, het is een heel praktisch instrument. Je komt er bijvoorbeeld achter dat de boekjes in de leeshoek nogal hoog staan, en dat de kinderen die niet zelf kunnen pakken. Ze hebben keer op keer de hulp van de pm’er nodig, en worden niet geprikkeld om zelfstandig de boekjes te gaan bekijken. Nou, daar kun je meteen iets aan veranderen.’

Heb je tips voor gebruik van het instrument?

‘Laat zoveel mogelijk mensen die in de desbetreffende ruimte werken, de meter invullen. Dus niet alleen een enkele pedagogisch medewerker, maar elke pm’er die daar werkt, en de pedagogisch coach, en misschien een leidinggevende. Want die heeft minder last van die blinde vlek, en biedt dus weer net een andere blik. En het draait om het gesprek. Als een coach zegt: ik zie hier een fout, en dat moeten jullie veranderen – dat is geen goede methode. Ook de mensen die er zelf veel werken, moeten aan het woord komen. Zodat je echt een uitwisseling krijgt. Dan wordt de nieuwe ruimte uiteindelijk gedragen door het hele team.’

Zijn er manieren om je voor te bereiden op gebruik van de meter?

‘Een van de tips die ik mensen altijd geef, is om foto’s te maken van de ruimte. Zodat je met elkaar kunt bespreken wat je ziet. En ga ook eens op de grond zitten. Kijk vanuit het kindperspectief. Soms zie je alleen maar stoelen en tafelpoten, dan weet je: dit moet anders. Goed kijken, daar begint het mee. Hoe beter je kijkt, des te beter je de AKTA-meter kunt benutten.’